Aan tafel met: Enzo Pérès-Labourdette

Blogs

Enzo Pérès-Labourdette bouwde in minder dan tien jaar tijd een carrière op waar menig persoon zijn leven lang niet aan toekomt. Hij begon als illustrator voor opdrachtgevers als The New York Times en National Geographic. Werkte als stoffendesigner voor Valentino, en ontwierp voor de gemeente Amsterdam een kunstproject van ruim 200 m2. Als ontspanning bak hij en dankzij dat baktalent werd hij prompt de eerste vegan winnaar van Heel Holland Bakt, seizoen 2022. Inmiddels schrijft en illustreert Enzo succesvolle kookboeken, waaronder zijn laatste creatie: Patisserie Coucou. 

Een multitalent, was je dat altijd al?  

Wat ik interessant vond, deed ik tot het uiterste en wat ik niet interessant vond, liet ik liggen. Mijn oma zei dat als ik iets niet lekker vond, ik weigerde het te eten, en als ik het wel lekker vond, at ik dat het liefst de hele dag. Naarmate ik ouder werd, was dat met alles zo. Zo had ik een fase waarin ik insecten fascinerend vond. Ik las alle boeken die ik over insecten kon vinden, en verzamelde ze.  

Je bent geboren in Frankrijk, toch? 

Ja, in de Auvergne. Mijn vader komt uit een Frans-Algerijnse familie en mijn moeder is Britse. Ze werd onverwachts zwanger op haar 23e, mijn vader was toen 24. Ze waren nog te jong voor kinderen, en het was alsof ik mezelf moest opvoeden. Gelukkig had ik mijn opa’s en oma’s die heel begaan met mij waren. Ook toen ik vanaf mijn achtste in Nederland woonde werd ik nog regelmatig bij ze gedropt in Frankrijk. Daarnaast kwamen mijn opa en oma uit Wales vaak naar Nederland in de vakanties. Mijn ouders worstelden met hun eigen issues, zo werd mijn moeder ernstig ziek toen ze zwanger was van mijn zusje, vandaar dat ik vaak de stabiliteit van mijn grootouders opzocht.  

 Hoe was dat leven in Nederland? 

Ik zat op een streng-christelijke school in Maarssen, dat heeft zijn sporen nagelaten. Sinds groep zes werd ik al ‘homo’ genoemd, waarbij ze riepen dat je naar de hel gaat als je homo bent. Als kind is dat heel eng om te horen, ook al wist ik amper waar ze het over hadden. Ik was nog nooit verliefd geweest. Dat was een verwarrende en eenzame tijd, ook omdat ik niet close was met mijn ouders.  

 Hoe heb je je daaruit ontworsteld? 

Op mijn 15e ontmoette ik via vriendinnen van de judo een jongen die homo was. Met hem sprak ik af om te gaan wandelen en toen kreeg ik een kus. Ik voelde voor het eerst vlinders, maar ik ben hard weggerend omdat ik het veel te spannend vond. Dat was uiteindelijk wel het keerpunt waarop ik wist dat ik anders was, en een reden temeer om mij op mijn eigen passies te storten.  

 En dat heb je vol overgave gedaan. Ongelofelijk hoeveel je bereikt hebt. Je tweede boek heet Patisserie Coucou, waar komt die titel vandaan? 

Het waren de woorden die mijn Frans-Algerijnse oma Raymonde riep zodra we bij haar thuis onder de kersenboom kwamen aanrijden. ‘Coucou, mes chèries!’ Hallo mijn schatjes. Als jongetje bracht ik lange zomers door bij haar in Frankrijk waar ik aan de keukentafel tekende terwijl zij kookte en bakte. Ze vertelde mij hoe zij bepaalde koekjes nu met zonnebloemolie en kaneel maakte, terwijl ze die oorspronkelijk, als kind in Algerije, had leren maken met reuzel en oranjebloesem. ‘Mensen zoals wij, die meerdere landen hun thuis noemen, passen hun recepten aan. Traditie is voor koppige Italianen!’ zei ze dan ondeugend.  

 Wat een mooi verhaal! Leverde zij ook inspiratie voor de baksels uit Patisserie Coucou? 

Voor mijn boek dook ik in de schriftjes van mijn grootmoeder Raymonde en overgrootmoeder Maisie. Maar ook bedenksels van mijn Britse oma Edith zijn erin verwerkt. Het heeft een veelvoud opgeleverd van zowel zoetige als hartige recepten met bloemige Arabische aroma’s, kleurrijke Indiase specerijen, Franse patisseriekennis en Brits comfortfood. Allemaal vegan, zoals je van mij gewend bent.  

Bij elk recept heb ik een anekdote of herinnering toegevoegd, met daarbij natuurlijk ook een illustratie. Zo is het alsof ik weer met mijn oma aan de koele houten keukentafel in Zuid-Frankrijk zit, en is de cirkel rond.  

 Hoe eten je man en jij thuis? 

Mijn man houdt erg van de wereldkeuken, hij heeft veel gereisd en had er geen moeite mee om zich vanaf het begin aan mijn kookstijl aan te passen. Als kinder- en jeugdpsycholoog zit hij in een wereld die gericht is op gezond eten. Was iedereen daar maar zo bewust mee bezig, dat zou ongetwijfeld minder gezondheidsproblemen opleveren. Ik las laatst dat de gemiddelde Nederlander 70 procent van zijn calorieën haalt uit kant-en-klare producten.  

 Is het gemak? Het valt mij op dat ook steeds minder mensen de tijd nemen om te koken. 

Misschien ook vanwege vermoeidheid: iedereen is doorgeslagen in werk, geld verdienen, en dan uit eten. Terwijl het voor je vriendschap – en je eigen portemonnee – beter is om weer samen te koken. Mensen vinden dat bakken zoveel werk is, maar ik zeg altijd: je hoeft het niet in je eentje te doen. Op de dag zelf kun je ook met z’n allen gaan bakken. De een kan de cake maken, de ander de crème. Er zit zoveel plezier in het gezamenlijk in de keuken staan. 

 Heb je zelf geen last van vermoeidheid, met alles wat je doet? 

Anderhalf jaar geleden was ik best overwerkt, dat kwam door Heel Holland Bakt en de enorme hoeveelheid werk die daaruit voortkwam, ook van dingen die ik niet zo interessant vond: managen, onderhandelen, promotie. Fysiek raakte ik daardoor heel vermoeid en ik werd elke dag wakker alsof ik brak was. Ik raakte het overzicht kwijt er vielen dingen tussen de kieren: boodschappen doen, de was ophangen, facturen versturen. Toen ik hulp ben gaan zoeken, kwam ik erachter dat ik ADHD had. Daarvoor wist ik dat niet omdat ik totaal niet voldeed aan het beeld dat we kennen van jongetjes die heel druk zijn in de klas. Ik was juist een rustig kind, haalde hoge cijfers, was dromerig. Het blijkt dat ADHD zich bij vrouwen en homo’s vaak juist op die manier uit.  

 Wat ben je na die diagnose anders gaan doen? 

Ik ben in therapie gegaan om mijn focus terug te vinden. Wat mij hielp was om me te richten op iets anders dan werk, en zo ben ik naar Brazilië vetrokken. Het was voor het eerst dat ik een hele maand alleen op reis ging en ik vond het fantastisch! Toen ik terugkwam, heb ik in vier maanden tijds Portugees geleerd om daar beter met de mensen te kunnen spreken. 

 Wow, over hyperfocus gesproken! Maar waarom Brazilië?  

Ik wilde naar een plek waar niemand me kende. In Nederland werd ik vaak op straat herkend, waardoor het lastig was om ongedwongen nieuwe vrienden te maken. Een Braziliaanse vriend hier had me voorgesteld aan zijn vriend daar, dus tijdens carnaval ben ik daarheen gegaan. Die jongen is ook gay en nam me overal mee naartoe. Aan het einde van de maand had ik ineens een nieuwe vriendengroep. Het was zo leuk dat ik steeds mijn terugvlucht verzette.  

 Is daar nieuwe inspiratie uit voortgekomen? 

Ja, ik wil weer een nieuw kookboek gaan maken en dat zal zwaar Brazilië-geïnspireerd zijn… Binnenkort ga ik terug. 

 

Lees ook deze nieuwsberichten

Blogs

Kom in actie!

Je kunt er hoop en inspiratie uit putten: de toekomst van ons voedsel wordt niet bedreigd door de…
Lees meer