Voor de consument kan het onderwerp vlees en zuivel heftige emoties oproepen. Maar voor voedingskundigen en milieutechnici is het vraagstuk teruggebracht tot eiwitten. Dierlijke versus plantaardige eiwitten. De productie van dierlijke eiwitten is veel milieubelastender en inefficiënter dan de productie van plantaardige eiwitten. Lukt het om Nederland minder dierlijke eiwitten te laten eten, dan is er een enorme vooruitgang geboekt. Milieu Centraal berekende zelfs dat dit de stap is met de meeste impact. Van de menselijke eiwitconsumptie in Nederland is 39% van plantaardige oorsprong (zoals peulvruchten, granen en noten) en 61% van dierlijke oorsprong. Achter de schermen zijn er in Nederland ambitieuze programma’s opgetuigd. Maar eerlijk gezegd wil het met de doelstellingen nog niet echt vlotten. Men laat echter een voor de hand liggende kans liggen….
Je vraagt je soms af hoe de betrokken partijen thuis of op een feestje uitleggen waar ze aan werken. Het ambitieuze programma luistert namelijk naar de naam ‘eiwittransitie’. Een term waarbij alle belangstelling snel vervliegt. Onder deze codenaam gaat een voor Europa unieke ontwikkeling schuil. In 2020 bracht het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Nationale Eiwitstrategie uit. De aanleiding was verrassend genoeg niet milieu, klimaat of gezondheid, maar de wens van de Europese Unie om minder afhankelijk te worden van de import van soja en granen van buiten Europa. Het merendeel van de in Europa gebruikte eiwitrijke grondstoffen komt namelijk van buiten de EU en wordt gebruikt als veevoer. Mocht er een internationaal conflict uitbreken, dan kan zomaar de voedselveiligheid in Europa in gevaar komen. Later vulde de voorschriften uit de Klimaatakkoorden het repertoire aan argumenten aan.
De overheid stelde zich als doel dat uiterlijk 2030 de consumptie van eiwitten in Nederland voor de helft uit plantaardige eiwitten zal bestaan. Een forse verandering ten opzichte van de huidige situatie. Maar er werden nauwelijks middelen vrijgemaakt om deze formidabele cultuuromslag mogelijk te maken. Opvallend genoeg werd de ambitie door de supermarkten omarmd. Sterker nog, alle grote supermarkten overtroefden de doelstellingen van de overheid en committeerden zich eraan dat in 2030 60% van de verkochte eiwitten plantaardig is.
Doelen en rapportage volgens Eiweet op het aandeel plantaardige eiwitten in de verkoop.
De supermarkten zijn eerst aan de slag gegaan met het uitbreiden van het schap met vleesvervangers. Sommige supermarkten hebben geëxperimenteerd met de plaatsing van vleesvervangers tussen de vleesproducten, wat slechts tot marginale resultaten leidde. Aldi, Jumbo en Lidl hebben in beleid vastgelegd dat plantaardige vervangers nooit duurder zijn dan de dierlijke optie. Een weinig gecommuniceerde maatregel is het langzaam verkleinen van de portiegrootte van vleesproducten. Het aandeel kleine portiegroottes is sinds 2021 met bijna negen procent toegenomen en het aandeel grote portiegroottes met bijna zeven procent gedaald. Om de zaak op gang te krijgen is ook hybride vlees geïntroduceerd: vleesproducten (vaak gehakt) met een percentage vleesvervangers. Voordeel: het product mag nog steeds vlees genoemd worden en de klant merkt het verschil in smaak nauwelijks. Een volgende grote stap werd gezet door de Jumbo – de supermarkt doet geen vlees meer in de reclame.
Verspakketten bij Lidl zijn standaard plantaardig; zie bijvoorbeeld dit pakket met vega rulstukjes en vega kaas.
De maatschappelijke organisatie Questionmark bracht eind 2024 een rapport uit waarin de tussenstand werd vermeld: wel veel experimenten maar over de hele linie maar beperkte beweging. Zo wordt het segment kant-en-klaar maaltijden nog bijna volledig gedomineerd door dierlijke eiwitten.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in LekkerVega Magazine. Wil je hier meer over lezen?
Abonneer je op LekkerVega Magazine of word lid van de Vegetariërsbond.
Grotere verpakkingen
Mocht de fantasie op de hoofdkantoren van de supermarkten uitgeput zijn, dan doen ze er goed aan de Eiwitmonitor 2023 van de Universiteit van Wageningen nog eens open te slaan. Hieruit blijkt dat verpakkingen van producten met dierlijke eiwitten gemiddeld 43% groter zijn dan verpakkingen met plantaardige eiwitten (en dus meer opvallen in het schap). De goedkopere huismerken van de supermarkten zijn vooral gebaseerd op dierlijke eiwitten, terwijl de meeste plantaardige artikelen merkproducten zijn. Op dit moment lijkt de supermarkt nieuwe fabrikantenmerken te gebruiken als proeftuin om te kijken hoe deze producten worden geaccepteerd door consumenten. Meer gevestigde producten worden vervolgens als huismerk gekopieerd. Tenslotte waren in 2023 producten met plantaardige eiwitten 44% duurder en was er voor de producten met dierlijke eiwitten vrijwel altijd een goedkoper alternatief voor handen. Het zou interessant zijn om te weten hoe de verhoudingen nu liggen. Immers, een aantal supermarkten heeft wel aangegeven dat plantaardige vervangers niet duurder mogen zijn, maar voor samengestelde producten zoals kant-en-klaar maaltijden geldt deze toezegging nog niet.
Opvallende cijfers
Alle inspanningen van de supermarkten hebben tot doel dat de consument bij zijn gang langs het schap voor de plantaardige variant kiest. Hoe staat het intussen met de voorkeuren van de consument? Uit de Eiwitmonitor blijkt dat de mensen die overwegend dierlijke eiwitten eten meer eiwitten consumeren dan mensen die vooral plantaardige eiwitten eten. Aangezien de eiwitconsumptie in Nederland ruim boven het aanbevolen niveau ligt kunnen we dus zeggen dat er een dubbel probleem bij de verbruikers van dierlijke eiwitten ligt. Ze eten vanuit het perspectief van de eiwittransitie de ‘verkeerde’ eiwitten en ze eten er ook nog eens te veel van.
De groep die relatief veel plantaardige eiwitten eet zijn vegetariërs, pescotariërs (vegetariërs die wel vis eten) en jongeren. Onder jongeren is de verhouding dierlijk-plantaardig al bijna 50-50. Heel opvallend is dat flexitariërs bijna even veel dierlijke eiwitten eten als vleeseters. Alleen de verdeling is wat anders. Flexitariërs eten en drinken meer zuivel, terwijl de vleeseters zich overwegend tegoed doen aan kipfilet. Flexitariërs eten veel minder kipfilet maar in plaats daarvan een relatief grote hoeveelheid…rundergehakt. Laat dit nou juist een product zijn dat super eenvoudig door een vleesvervanger kan worden vervangen en waar je qua smaak niets van hoeft te merken. De eerstvolgende zet is dus eigenlijk aan de flexitariërs….
Prijsvraag eiwittransitie
De Vegetariërsbond is een warm pleitbezorger van de eiwittransitie maar gruwt van de term. De overheid omschrijft de term als volgt: ‘de eiwittransitie is de maatschappelijke beweging naar meer plantaardige eiwitconsumptie’.
Wie bedenkt een naam die deze beweging wat meer schwung geeft? De winnende inzending ontvangt een pakket V-Label producten (vegetarisch of vegan naar keuze) ter waarde van € 250 euro. Suggesties mailen naar info@vegetariers.nl ovv ‘alternatief eiwittransitie’.
Tekst: Floris de Graad, directeur Vegetariërsbond