Whitepaper Wereldvoedselverdeling
Intro
Dit artikel is onderdeel van ons dossier over wereldvoedselverdeling.
De kern van dit dossier:
De wereldbevolking kan gevoed worden middels vegetarische en vooral plantaardige voeding. Vleesconsumptie is niet nodig voor het volgen van een gezond voedingspatroon – zelfs ongewenst, want vlees is een inefficiënte manier van voeden.
Er gaat namelijk maar liefst 1/3e van het wereldwijd geproduceerde graan naar het voeren van vee dat op zijn beurt weer bestemd is voor vleesproducten. De hoeveelheid vlees die je van dat graan terugkrijgt, is slechts een gemiddelde 10%.
Verlagen van de vleesconsumptie en de transitie naar een meer plantaardige voedingswijze is een verantwoordelijkheid van ons allemaal: consumenten, bedrijven, organisaties in de zorg- en voedingssector, ngo’s en ook van de overheid.
Heb je een vraag of suggestie over de inhoud, wil je samenwerken of heb je andere feedback? Mail dan naar servicedesk@vegetariers.nl
Wereldvoedselverdeling als reden om minder dieren te eten
Er is meer dan genoeg voedsel om totale populatie op de planeet te voeden,
toch zijn meer dan 800 miljoen mensen ondervoed. Hoe kan een vegetarisch en meer plantaardig voedingspatroon helpen bij deze problematiek?
Door: Daniël Gerritsen, Expert Maatschappelijke Zaken en Voeding- en Gezondheidsdeskundige van de Vegetariërsbond
& Bas Gerbrandy, vrijwilliger bij de Vegetariërsbond
Laatst bijgewerkt: 19-6-23
Tip:
Weinig tijd? Lees de “Conclusie” onderaan dit artikel
Er is meer dan genoeg voedsel om iedereen op de planeet te voeden, de realiteit is echter dat er 828 miljoen mensen op de wereld ondervoed zijn. En honger in de wereld neemt toe: in 2021 steeg het aantal mensen in directe voedselnood met 25 procent. Door de oorlog in Oekraïne zal dit aantal mensen nog flink zijn toegenomen.
De coronapandemie en de oorlog in Oekraïne hebben ons laten zien dat onze voedselketens erg kwetsbaar zijn. Afhankelijkheid van voedsel uit het buitenland brengt risico’s met zich mee. Naast deze geopolitieke aspecten zorgen de productie van vlees en zuivel voor onnodig hoge druk op onze voedselketens en wereldhonger. Een meer (maar niet uitsluitend) plantaardig voedingspatroon blijkt het meest efficiënt als we kijken naar beschikbare landbouwgrond en hulpbronnen. Een transitie naar een duurzame lokale(re) voedselvoorziening die onze voedselzekerheid veilig stelt is de enige logische ontwikkeling.
In dit artikel leggen we uit hoe de problemen van de wereldvoedselvoorziening in elkaar steken en hoe een transitie naar een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon kan bijdragen aan de oplossingen. We kijken daarbij naar de twee grootste problemen in de wereldvoedselverdeling – ondervoeding en verspilling – en naar de belangrijkste effecten van een transitie naar een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon op onze voedselketens.
Wereldbevolking voeden: voedselcrises nemen toe
De afgelopen jaren laten een zorgwekkende trend zien wat betreft de wereldvoedselverdeling: het aantal mensen dat in een voedselcrisis verkeert neemt namelijk weer toe. Het World Food Program (WFP) van de Verenigde Naties is de leidende humanitaire organisatie die wereldwijd voedselhulp verstrekt in noodgebieden. Ze werken samen met lokale gemeenschappen om voeding voorziening te verbeteren. In 2023 is het aantal mensen dat geconfronteerd wordt met voedseltekorten is gestegen naar 345 miljoen. Dat is meer dan een verdubbeling vergeleken met metingen uit 2020.
Het World Food Program onderscheidt drie oorzaken voor het groeiende aantal voedselcrises op de planeet: conflict, economische schokken en extreme weersomstandigheden. In de tabel hieronder staat beschreven in welke mate deze factoren een rol hebben gespeeld in het veroorzaken van voedselcrises. Wat opvalt is dat niet de coronapandemie, maar conflicten de grootste rol hebben gespeeld in het toenemende aantal voedselcrisis [1].
Voedselcrisis en scheve wereldvoedselverdeling door conflicten en oorlog
Ten eerste zijn voedselcrises voor een groot deel een gevolg van (gewapende) conflicten. Op het Afrikaanse continent zijn er conflicten in Centraal Afrika, Oost-Afrika en West-Afrika. In het Midden-Oosten zijn er conflicten in Afghanistan, Irak, Palestina, Syrië en Yemen. En nu is er ook de oorlog in Oekraïne. Deze conflicten verstoren landbouw en zorgen voor ontheemde bevolkingsgroepen met een tekort aan humanitaire hulp.
Voedselcrisis en scheve wereldvoedselverdeling door economische schokken
Een tweede oorzaak voor voedselcrises die zorgt voor voedselonzekerheid zijn economische schokken, waaronder ook de coronapandemie valt. Twee van de drie grootste voedselcrises in de wereld – in Haïti en Pakistan – zijn ontstaan door economische schokken die zorgden voor stijgende voedselprijzen en voedseltekorten [2].
Voedselcrisis en scheve wereldvoedselverdeling door extreme weersomstandigheden door klimaatverandering
Een derde belangrijke oorzaak van voedselcrises zijn extreme weersomstandigheden, die vaak een gevolg zijn van klimaatverandering [3]. Zo werden acht Afrikaanse landen getroffen door extreme droogte in 2021 en zijn extreme weersomstandigheden sinds 2021 in toenemende mate een drijvende kracht achter voedselcrises.
Voedselverspilling, een factor in wereldvoedselverdeling
Een ander belangrijk probleem in de wereldvoedselverdeling is voedselverspilling: het weggooien van voedsel of drinken dat geproduceerd is voor consumenten [4]. Volgens een rapport van de Verenigde Naties werd geschat dat er in 2019 wereldwijd 931 miljoen ton voedsel was verspild. Daarvan komt 61% van de verspilling uit huishoudens en 39% uit winkels en restaurants. Deze schatting houdt in dat 17% van de wereldwijde voedselproductie verspild wordt. Dat komt neer op 8 tot 10% van de totale uitstoot van broeikasgassen in de wereld [5].
Uit de Monitor Voedselverspilling van de Wageningen University & Research (WUR) blijkt dat Nederlanders per persoon tussen de 96 en 149 kilo verspillen per jaar [6]. Het verminderen van voedselverspilling zorgt voor winst op meerdere terreinen. Zoals het bevorderen van voedselveiligheid, koopkrachtverbetering door geld besparing, verminderde broeikasgasuitstoot, bevorderen van biodiversiteit en het verminderen van de druk op land, water en afval management systemen [7]. Uit ethische overweging – voor het welzijn van mens, dier en aarde – is het daarom logisch om te letten op ons eigen gedrag en onze voedselverspilling te verminderen.
Zo draagt een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon bij aan een betere wereldvoedselverdeling
Overgaan op een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon kan een bijdrage leveren aan de problemen met voedselverdeling. Als we kijken naar de uitstoot van broeikasgassen, de effecten op gezondheid, eiwit-efficiëntie, landgebruik en watergebruik scoort een hoofdzakelijk plantaardig en gevarieerd voedselpatroon beter dan een voedselpatroon dat (meer) vlees bevat. In deze sectie leggen we uit waarom plantaardig eten efficiënter is en kan bijdragen aan het voorkomen van voedselcrises.
Plantaardige voeding beter voor onze gezondheid én het milieu
Zowel de consumptie van rood vlees (zoals rundvlees, varkensvlees en lamsvlees) als bewerkt vlees (bijvoorbeeld ham en worst) worden gelinkt aan een hoger risico op kanker en hart- en vaatziektes [8][9].
Daarnaast hebben dierlijke producten over het algemeen een grotere ‘voetafdruk’ op de planeet. Het gevolg van de keuze voor dierlijke producten is een stuk groter op de planeet en het klimaat dan voor plantaardige. In de grafieken hieronder is te zien hoe dierlijke producten zich verhouden tegenover plantaardige voedingsmiddelen op het gebied van broeikasgassen, het landgebruik en het watergebruik dat nodig is om deze voedingsmiddelen te produceren.
In de afbeelding hierboven is de broeikasgasuitstoot per kilogram voedselproduct te zien. Vanuit het oogpunt van de uitstoot van broeikasgassen valt af te lezen dat voor de productie van met name dierlijke producten een veel groter deel CO2-equivalent uitgestoten wordt. Naast rundvlees, schapen/lamsvlees, varkensvlees en gevogelte zijn de productie van kaas en eieren ook verantwoordelijk voor een hogere mate van CO2-equivalent uitstoot. Koffie en chocolade vormen een uitzondering op deze trend, aangezien voor de productie ervan ook een hoge mate van CO2-equivalenten wordt uitgestoten. Aangezien koffie en chocolade echter gezien kunnen worden als luxe goederen en gemiddeld niet dagelijks in grote hoeveelheden geconsumeerd worden, mogen we toch concluderen dat broeikasgasuitstoot door de productie van dierlijke producten disproportioneel hoog ligt.
Land- en watergebruik plantaardig ten opzichte van dierlijk
Als we kijken naar het land- en watergebruik van voedingsmiddelen ligt het antwoord iets genuanceerder. Voor het produceren van rundvlees, schapen/lamsvlees en kaas is het meeste landoppervlak nodig. Daar staat tegenover dat het landgebruik voor de productie van pluimvee en varkensvlees erg dicht bij het landgebruik voor de productie van noten ligt.
Daarnaast is het ook goed om stil te staan bij het feit dat niet ieder soort land geschikt is voor de productie van voedsel bedoeld voor mensen maar dat dit soms wel geschikt is voor de productie van diervoer. Een deel van het diervoer dat dieren eten bestaat namelijk uit gras, voedselresten en andere producten die niet door mensen geconsumeerd kunnen worden. De hoeveelheid land die vereist is voor de productie van dierproducten is dus niet hetzelfde land dat ook kan worden gebruikt voor de productie van plantaardige voeding voor mensen [10].
In Visie 2050: Re-rooting the Duch Food System pleit hoogleraar ‘diersystemen’ Imke de Boer (WUR) en haar team dan ook voor een voedselsysteem waarin we alleen nog zouden kunnen vlees eten wat gevoed is met gras en reststromen. De ideale verhouding van eiwitconsumptie komt dan op 70/30 plantaardig/dierlijk eiwit. De omvang van de veestapel zal vanzelf sterk afnemen wanneer we deze enkel voeden met gras en reststromen.
Is een kleinere veestapel en minder vlees eten daarom beter dan helemaal stoppen met vlees eten? Dat ligt er dan weer net aan hoe je het bekijkt. Als we met z’n allen minder vlees zouden eten in Nederland is dat waarschijnlijk de beste optie wat efficiëntie betreft. Zo zouden we de veestapel kunnen voeden met restproducten en gras van land waarop geen gewassen groeien die geschikt zijn voor menselijke consumptie.
Daar staat tegenover dat de meest ethische optie, vanuit een dierenwelzijn-perspectief, blijft om te stoppen met het eten van dieren. Het goede nieuws is dat dit ook een realistische optie is: uit onderzoek blijkt namelijk dat de totale wereldpopulatie nog steeds gevoed zou kunnen worden met een plantaardig voedingspatroon [11].
Sterker nog, een van de grootste meta-analyses op het gebied van globale voedselsystemen laat zien dat de totale hoeveel landbouwgrond (inclusief grasland) die nodig is voor voedselproductie zou dalen als de hele wereld zou overstappen op een geheel plantaardige levensstijl [12].
Minder vlees is daarom een goed begin: zowel qua landgebruik als voor dierenwelzijn.
Als het gaat om watergebruik valt er geen eenduidig antwoord te geven op de vraag of dierlijke dan wel plantaardige producten meer water verbruiken. Zo is er het meeste water nodig om kaas te produceren maar zijn ook rijst en noten grotere waterverbruikers dan varkens-, schapen- en rundvlees.
waterverbruik van vlees en vega voeding?
Eiwittransitie gewenst om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan
Zoals eerder beschreven zijn extreme weersomstandigheden een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van voedselcrises. Door ons voedselpatroon te veranderen naar hoofdzakelijk plantaardige voedselbronnen verlagen we de vraag naar dierlijke producten en de daarmee gepaarde hoeveelheden broeikasgassen, watergebruik en landgebruik. Op die manier kunnen we klimaatverandering en extreme weersomstandigheden tegengaan. De Gezondheidsraad stelt dan ook dat een verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitbronnen, de ‘eiwittransitie’, gewenst is [13].
Dierlijk eiwit vs plantaardig eiwit
Een tweede reden om de transitie te maken naar een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon is dat er bij de productie van dierlijke eiwitten veel plantaardige eiwitten verloren gaan. Dieren in de veehouderij worden (bij)gevoerd met granen die ook voor menselijke consumptie bruikbaar zijn. Dit geldt in mindere mate voor de sojapulp, een restproduct van soja-olie, die ook als veevoer gebruikt wordt.
In de grafiek hieronder is te zien dat de eiwit-efficiëntie van eieren 25% is. Dat wil zeggen dat het 4 kilo plantaardige eiwitten (in de vorm van veevoer) kost om 1 kilo eiwit in de vorm van eieren te produceren. En dan zijn eieren nog efficiënt: het kost maar liefst 26 kilo aan plantaardige eiwitten om 1 kilo dierlijke eiwit in de vorm van rundvlees te produceren. Deze inefficiënties van dierlijk eiwit heeft ook tot gevolg dat we in Europa 63 procent van de landbouwgrond gebruiken voor de productie van veevoer, terwijl dat ook geschikt is voor het produceren van voeding voor de mens [14].
Een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon vereist een kleinere totale hoeveelheid voedsel die geproduceerd moet worden, aangezien het niet op inefficiënte wijze omgezet hoeft te worden in dierlijk eiwit. Met het oog op de mondiale bevolkingsgroei de komende eeuw is een transitie naar een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon efficiënter dan het blijven consumeren van dierlijke producten in dezelfde mate als we nu doen.
SDGs, Farm-to-Fork en de Nationale Eiwitstrategie
Internationaal en nationaal zijn er verdragen gesloten en strategieën opgesteld die ervoor moeten zorgen dat de grootste problemen met de wereldvoedselverdeling – namelijk ondervoeding, verspilling en duurzaamheid – opgelost worden. In deze sectie leggen we uit wat voor initiatieven dit zijn en welke rol de transitie naar een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon erin spelen.
SDGs 2 en 12
In 2015 werd de agenda voor duurzame ontwikkeling opgenomen door alle lidstaten van de Verenigde Naties. De agenda bestaat uit 17 duurzame doelen, de Sustainable Development Goals (SDGs), waarvan de lidstaten van de VN zich inzetten om ze te behalen tegen 2030. Een betere voedselverdeling ligt ook vast in de SDGs, namelijk in SDG 2: Geen Honger.
Onder dit doel valt niet alleen het elimineren van honger in de wereld, maar ook het verduurzamen van landbouw. Het doel van SDG 2 is om tegen 2030 een einde te maken aan honger en ondervoeding in de wereld, specifiek voor kinderen en mensen met een laag inkomen, en om voor iedereen veilig voedsel te garanderen [15].
Gezien de zorgwekkende trends lijkt dat deze SDGs niet gehaald zullen worden. Naast honger is ook verspilling opgenomen in de SDGs, namelijk in SDG 12: Verantwoorde Consumptie en Productie. Het doel daarvan is “tegen 2030 de voedselverspilling in winkels en bij consumenten per capita te halveren en voedselverlies te reduceren in de productie- en bevoorradingsketens, met inbegrip van verliezen na de oogst”[16].
Farm-to-Fork
Als onderdeel van de Europese Green Deal en om de SDGs omtrent voedsel te behalen heeft de Europese Commissie in 2020 de Farm to Fork-strategie opgesteld. Doel van deze strategie is om het algehele Europese voedselsysteem te verduurzamen terwijl voedselzekerheid gewaarborgd blijft. Een belangrijk onderdeel van de Farm to Fork-strategie is het voorkomen van voedselverlies en voedselverspilling [17].
Het belangrijkste initiatief dat is voortgevloeid uit de strategie is een voorstel voor een wetgevingskader omtrent duurzame voedsel systemen dat de implementatie van een duurzaam voedselbeleid moet ondersteunen. Dit voorstel wordt eind 2023 opgenomen door de Europese Commissie. Daarnaast zal de Europese Commissie, geleerd hebbende van de coronapandemie, een plan opstellen voor onvoorziene situaties die de voedselvoorziening moet veiligstellen [18].
Nationale Eiwitstrategie
Om meer zelfvoorzienend te worden in de productie van plantaardige eiwitten heeft de Europese Commissie lidstaten in 2018 opgeroepen om een nationale eiwitstrategie te ontwikkelen. De Nationale Eiwitstrategie (NES) is in 2020 vastgesteld, met als doel de komende 5 tot 10 jaar op een duurzame manier de zelfvoorzieningsgraad van plantaardige eiwitten in Nederland te bevorderen [19].
Bij deze strategie wordt ook de bodemkwaliteit, biodiversiteit, duurzame veehouderij, een goed verdienmodel, het klimaat en de eiwittransitie in acht genomen.
Hoofdlijnen van de NES zijn onder andere om in te zetten op typisch Nederlandse eiwitrijke gewassen, zoals aardappelen, gras en veldbonen. Daarnaast wordt ingezet op innovatie en de ontwikkeling van alternatieve eiwitbronnen voor zowel mensen als dieren. Verder is er aandacht om de efficiëntie van reststromen nog verder te benutten, om zo verspilling tegen te gaan. Als laatste, en een belangrijk onderdeel van de strategie, wordt het “verhogen van het aandeel plantaardige consumptie” genoemd.
Voor al deze onderdelen van de strategie zijn concrete nieuwe maatregelen voorgesteld om ze kracht bij te zetten. In de NES worden twee sporen genoemd waarlangs de verandering van het eet- en koopgedrag van consumenten wordt bewerkstelligd. Ten eerste is er het innovatiespoor om te komen tot doorbraakproducten. Tot dit innovatiespoor behoren o.a. de Green Protein Alliance, de samenwerking tussen producenten en retailers van plantaardige eiwitten en onderzoek van de Universiteit Utrecht in samenwerking met de WUR naar de eiwittransitie. Ten tweede het normalisatiespoor dat consumenten moet helpen hun eetgewoontes te veranderen.
Om deze doelen kracht bij te zetten doet het LNV onderzoek naar de effecten van een meerprijs op vlees ten gunste van duurzame veehouders en zet de Rijksoverheid via de bedrijfscatering in op meer plantaardige producten.
Of de doelstellingen van de NES behaald gaan worden tussen 2025 en 2030 is nog maar de vraag. Op 3 juni 2022 lichtte toenmalig minister Staghouwer van het LNV de kamer in over de voortgang van de NES [20].
Uit deze brief komen verschillende signalen over de haalbaarheid van de doelstellingen uit de NES. Zo werd de verwachting dat er in 2030 100.000 hectare aan vlinderbloemigen (waaronder eiwitrijke peulvruchten) al naar beneden bijgesteld.
Daarentegen is er wel optimistisch nieuws in de innovatiesector. Er worden grote bedragen geïnvesteerd in de plantaardige sector en er zijn meerdere projecten druk aan de slag met nieuwe plantaardige eiwitbronnen. Verder is het sinds 2021 weer toegestaan om diermeel te voeren aan kippen en varkens, wat ervoor zorgt dat reststromen (uit slachthuizen) nu efficiënter gebruikt worden en de vraag naar de import van sojabonen voor veevoer verlaagt. Tot slot is er nog weinig nieuws over hoe de overheid de verhouding tussen dierlijke en plantaardig eiwitten van 60/40 naar 50/50 gaat verschuiven.
Waardevol? Help ons méér voorlichting geven
Overweeg dan om een eenmalige donatie te doen – je helpt er de dieren, de Aarde en je medemens mee.
Hartelijk dank!
Conclusie ‘Wereldvoedselverdeling’
De huidige wereldvoedselverdeling wordt gekenmerkt door een stijgend aantal voedselcrises, veel voedselverspilling en een voedselsysteem dat duurzamer moet.
De SDGs, de Farm to Fork-strategie en de Nationale Eiwitstrategie moeten zorgen dat ons voedselsystemen veiliger, efficiënter en duurzamer wordt.
Een van de belangrijkste bijdrages die we kunnen maken, zowel op individueel als collectief niveau, is om ons voedselpatroon zo in te richten dat we hoofdzakelijk plantaardig voedsel eten.
Er zijn twee hoofdredenen waarom een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon kan bijdragen aan een betere wereldvoedselverdeling:
1. Plantaardige producten hebben vaak een mindere grote voetafdruk als het gaat om de uitstoot van broeikasgassen, wat betekent dat een plantaardig voedselpatroon beter is voor het klimaat. Klimaatverandering is een van doorzaken van hogere frequentie extreme weersomstandigheden, een van de leidende oorzaken van voedselcrises. Door over te stappen op een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon help je dus mee in de strijd tegen klimaatverandering.
2. Plantaardig voedsel is (vaak) efficiënter dan dierlijke producten, zowel in eiwitconversie als landgebruik. Een hoofdzakelijk plantaardig voedselpatroon vereist dus niet alleen minder land maar ook een minder hoge totale hoeveelheid voedsel, aangezien de plantaardige eiwitten dan niet omgezet hoeven te worden ten behoeve van de productie van dierlijke producten.
Bronnen Wereldvoedselverdeling
[1] www.wfp.org/publications/global-report-food-crises-2022
[2] https://policy-practice.oxfam.org/resources/food-crisis-in-pakistan-real-or-artificial-112345/
[3] www.wfp.org/stories/needs-all-time-high-even-war-ukraine-food-crises-report-says
[4] www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/voedselverspilling.aspx
[5] www.unep.org/resources/report/unep-food-waste-index-report-2021
[6] www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/08/31/monitor-voedselverspilling
[7] www.unep.org/resources/report/unep-food-waste-index-report-2021
[8] www.kwf.nl/standpunten/rood-bewerkt-vlees-en-kanker
[9] www.health.harvard.edu/blog/eat-more-plants-fewer-animals-2018112915198
[10] https://www.researchgate.net/publication/312201313_Livestock_On_our_plates_or_eating_at_our_table_A_new_analysis_of_the_feedfood_debate
[11] https://ourworldindata.org/land-use-diets
[12] https://www.science.org/doi/10.1126/science.aaq0216
[13] www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/12/22/nationale-eiwitstrategie
[14] www.greenpeace.org/eu-unit/issues/nature-food/45159/majority-of-european-crops-feeding-animals-and-cars-not-people
[15] unric.org/nl/duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen/sdg-2/
[16] unric.org/nl/duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen/sdg-12/
[17] ec.europa.eu/food/horizontal-topics/farm-fork-strategy_nl#Strategy
[18] ec.europa.eu/food/horizontal-topics/farm-fork-strategy/legislative-framework_en
[19] www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/12/22/nationale-eiwitstrategie[20] www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-landbouw-natuur-en-voedselkwaliteit
Meer lezen op deze website
V-Label keurmerk (pagina; website)
Factsheets diverse onderwerpen
Pdf whitepaper ‘Allergenen Informatie op Vega en Vegan Producten‘
en natuurlijk de andere artikelen in dossier ‘WereldVoedselverdeling’ :