Dit artikel is onderdeel van ons dossier over zoönose. Onze dossiers bevatten artikelen over één specifiek thema. De inhoud van dit dossier kan je onderaan het artikel vinden. Heb je een vraag of suggestie over de inhoud, wil je samenwerken of heb je andere feedback? Mail dan naar servicedesk@vegetariers.nl
Moet mens en maatschappij eerst flink ziek worden, om te kunnen stoppen met dieren houden voor consumptie?
Er is een grote kans dat de volgende infectieziekte binnen een paar jaar uit Nederland komt [1]. Sinds het begin van de coronapandemie, die de hele wereld zo hard geraakt heeft, houden wij een oogje op de gevaarlijke situatie in ons eigen land. In het maatschappelijke debat waren voornamelijk de persconferentie, nieuwste maatregelen en – natuurlijk – de impact op de economie besproken. Één belangrijk onderwerp ontsnapt elke keer de dans: de zoönose en hoe we het risico erop verkleinen.
Gezondheid steeds weer, en meer, in gevaar
De coronaviruspandemie zorgde er in 2020 en 2021 voor dat ziekenhuizen en haar medewerkers maanden overbelast zijn en de reguliere zorg veel moest wachten. Obesitas was al een gezondheidsepidemie, maar zorgt er bovendien voor dat het coronavirus de mens nog harder raakt. Fysieke klachten zorgden in augustus 2020 ook voor overbelasting van fysiotherapeuten zelf [2]. En als laatste zijn de mentale gezondheidsklachten na twee jaar afstand houden, gematigde sociale contacten en afwezigheid van culturele evenementen, zelfs ook bij de GGZ-professionals zelf een probleem [3].
Zoönose als oorzaak
Het begon bij de zoönose. Zoönose is de wetenschappelijke term voor het overspringen van een ziekte van een gewerveld dier op de mens [5]. De infectieziekte wordt eerst gedragen door een gastheer (het dier), waarbij de ziekte niet levensbedreigend is voor hen. Zodra het overspringt op de mens kan de ziekte bij hen wel ernstige schade veroorzaken. Een zoönose is iets dat elke paar jaar gebeurt door contact met of consumptie van een dier en is de oorsprong van veel bekende ziektes. We kennen de zoönose nu van het coronavirus, wat waarschijnlijk afkomstig is van levende dierenmarkten in China, waar (wilde) dieren en mensen in onhygiënische omstandigheden op grote dichtheid met elkaar in contact kwamen. Een zoönose is niet per se van een virus afkomstig. Ook de Q-koorts was een zoönose afkomstig van een bacteriële infectie van de intensieve geitenhouderij in ons eigen land. Veel ziektes zijn begonnen als zoönose, zoals onder andere: Ebola, HIV, lyme, pokken en rabies.
“In eerste instantie zouden we minder dieren moeten consumeren”
– professor moleculaire virologie Ron Fouchier van het Erasmus MC [6]
Meer inzicht in zoönose, in samenwerking met Wageningen Universiteit
Om meer inzicht te krijgen in zoönosen heeft de Vegetariërsbond studenten van de Wageningen Universiteit laten onderzoeken wat de grootste risicofactoren van zoönose in Nederland zijn en welke maatregelen het beste zijn om het risico op zoönosen te verlagen. Zij hebben hiervoor experts uit het veld geïnterviewd en een literatuurstudie uitgevoerd aan de hand van verschillende eerdere uitbraken.
Risico op zoönose bij pluimvee uiterst groot
Met name bij pluimvee blijkt het risico voor mogelijke uitbraken gevaarlijk groot. De H5N1-vogelgriep uitbraken sinds begin 2022 laten zien hoe ernstig dat kan verlopen en schetsen een verontrustend beeld [7].
Een voorpublicatie van onderzoek van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) laat weten dat er drie vossen (zoogdieren!) zijn gevonden die dragers zijn van dit type vogelgriep [8]. Het virus werd opvallend genoeg in de hersenen van de vossen aangetroffen, ondanks dat dit type vogelgriep een luchtwegvirus is. Daarnaast stelt het onderzoek dat het gemuteerde virus zich beter kan repliceren in de zoogdiercellen dan vogelcellen vanwege de lagere lichaamstemperatuur van zoogdieren.
Volgens de onderzoekers zal het virus nog verder moeten muteren voordat er overdracht plaatsvindt tussen zoogdieren of overgedragen wordt op mensen. Desondanks waarschuwen de onderzoekers dat infecties van zoogdieren met het vogelgriepvirus nauw in de gaten gehouden moeten worden, aangezien mutaties van het virus zoals deze een bedreiging voor de volksgezondheid kunnen vormen.
Klimaatverandering en Zoönose
Naast de grote hoeveelheid dieren die we houden in de intensieve veehouderij is er een andere belangrijke factor die een rol speelt bij de verspreiding van zoönose, en bij de verspreiding van pathogene ziekten in het algemeen, namelijk klimaatverandering. Uit meerdere onderzoeken gepubliceerd in 2022 blijkt dat de transmissie van ziekten beïnvloed wordt door de snelle klimaatverandering op de wereld. Zo zijn de overdrachtspercentages van door vectoren gedragen infectieziekten (denk aan ziektes gedragen door muggen, teken, vlooien en vogels) verhoogt in tropische landen en zorgen de veranderende timing en omvang van temperaturen en neerslag voor een versnelde verspreiding van infectieziekten in noordelijke landen [9]. Daarnaast kunnen veranderingen in het klimaat ervoor zorgen dat de leefomgeving van dieren verandert, wat kan zorgen voor virale deling tussen diersoorten die eerst geïsoleerd van elkaar leefden [10]. Hierbij aansluitend ligt het daarbij ook voor de hand dat veranderingen in het klimaat ervoor kunnen zorgen dat dieren geforceerd worden om dichter bij mensen te leven, wat wederom de kans op overdracht van infectieziekten kan verhoogt [11].
Minder gastheren als oplossing
Het is een beetje een open deur, maar belangrijk om te blijven benoemen: de kans dat een infectieziekte overspringt op een mens wordt veel kleiner bij een lagere dichtheid aan gastheren (minder dieren). Als we eens uitzoomen en kijken naar alle gastheren, dan zorgt de intensieve veehouderij voor het grootste aantal in Nederland. De intensieve veehouderij is in Nederland uitermate groot, gezien driekwart ervan niet voor Nederlandse consumptie is, maar voor export [12]. We hebben het land flink gevuld met kippen, koeien, varkens, geiten, schapen, paarden, wilde dieren, huisdieren, tot 21 maart 2021 nog nertsen voor bont en natuurlijk de kans dat er iets mee komt met een trekvogel, de import of van exotische vakanties, zoals de Aziatische Tijgermug [13]. Dat zijn bij elkaar heel veel gastheren.
Daarnaast is Nederland ook erg dichtbevolkt. Doordat de uitermate hoge dichtheid van dieren en mensen elkaar overlappen is er in Nederland een hoog risico op een volgende uitbraak van zoönose, waarschuwen experts (zie bijna alle bronnen in dit artikel).
“Wil je zoönosen en daarmee eventuele pandemieën echt voorkomen, dan zul je iets moeten veranderen aan de voorkant, aan ons menselijk gedrag.”
– hoogleraar virologie Wim van der Poel van Wageningen University & Research [14]
De manier waarop wij dieren houden is steeds verder in schaal vergroot. Ze staan in hallen die we nog steeds stallen noemen op kleine oppervlaktes tegen elkaar. Om de kans op virusverspreiding te beheersen, zijn ze afgesloten van wilde dieren, de echte natuur en buitenlucht [14]. Met termen als vee, rund, gevogelte en wild al gedistantieerd van de werkelijkheid. Dieren waar wij als kinderen waarschijnlijk allemaal van hielden.
Het risico op zoönose verkleinen
Een lagere dichtheid van veehouderijen, met name pluimvee zou een goede volgende stap zijn om de kans op het verspreiden te verkleinen, met name nabij watervogelgebieden. Dierziekten kunnen dan minder snel van de ene kippenboerderij naar de volgende boerderij of mens overspringen. Volgens prof. Thijs Kuiken heeft Nederland een 6x hogere dichtheid aan pluimveehouderijen dan het gemiddelde in Europa [15].
Er wordt in Nederland al behoorlijk goed toezicht gehouden op factoren die potentieel kunnen leiden tot zoönose. Zo zijn er vergaande hygiëne maatregelen. Deze maatregelen zijn helaas niet altijd in lijn met het natuurlijke gedrag van dieren. Er is meer onderzoek nodig om beter inzicht te krijgen in nieuwe uitbraken en om deze te beheersen, bijvoorbeeld naar vaccinatie van vee-dieren. Zo wordt Q-koorts middels een vaccinatieprogramma succesvol in toom gehouden.
Om het probleem meer bij de bron aan te pakken biedt de One-Health aanpak, waarbij gezondheid van mens, dier en natuur als één worden gezien, mogelijk nog de beste weerstand tegen toekomstige uitbraken én het redden van onze planeet [16].
Het is tijd voor een nieuw narratief
Op een gegeven moment zal er een kantelpunt zijn dat men zich beseft: we hoeven helemaal geen dieren te doden om te leven. We denken nu dat de grootschalige slacht normaal is, maar ooit zullen we dit allemaal heel raar vinden stelt Roanne van Voorst in haar boek ‘Ooit aten we dieren’ [17]. Het is bekend: vlees hebben we niet nodig om groot en sterk te worden. De directeur van de Vegetariërsbond, Floris de Graad, en ook ikzelf zijn hiervan levend bewijs: wij hebben nooit in ons leven vlees gegeten en zijn groot en sterk geworden. Als we zelf de bonen en granen eten die anders naar de vee-dieren gaan, besparen we een hoop verspilde energie en ruimte. Als we subsidies van ongezonde en vervuilende industrieën omzetten naar zaken die gezond voor ons of de planeet zijn, zal die échte verandering snel volgen.
“We zouden allemaal bescheidener moeten worden. Met de kennis van nu handelen: meer lokaal eten en zorgen voor goede luchtkwaliteit”
– huisarts Alfons Olde Loohuis, uit oost-Brabant die na de Q-koorts een spel opzette om huisartsen te trainen voor het uitbreken van een volgende zoönose [18].
Gezond Nederland
Om het risico te verkleinen dat Nederland het land van oorsprong is van de volgende zoönose zullen er dus zaken anders geregeld moeten worden. Het risico op zoönose is nóg een belangrijke reden dat vleesconsumptie drastisch omlaag moet. Voor onze gezondheid, maar ook om de kans op een volgende pandemie te verkleinen door minder dieren te houden. De regie daarvoor ligt bij de overheid, maar iedereen kan er al mee beginnen. De websites vegetariërs.nl voor de expertise en lekkervega.nl voor de recepten plus de ’30 Dagen vega challenge’ zijn een goed startpunt.
Daarnaast moet er meer geld komen voor virologisch onderzoek, zodat er structureel, frequent en diepgaand onderzoek gedaan kan worden. Hopelijk hoeven we dan niet nog een keer met z’n allen in een pandemie te belanden en kunnen we de volgende 7 april, Wereldgezondheidsdag 2022, over positieve trends schrijven. Stop dus nu met consumptie van dode dieren die we vroeger allemaal schattig vonden.
Zoönose en meer ‘vega trends’
Een gezondere leefstijl promoten, het aantal dieren beperken en stimuleren om minder vlees te eten. Deze drie oplossingen vindt de gemiddelde Nederlander de beste maatregelen om het risico op zoönose in de toekomst te verkleinen. Voor ons jaarlijks Vegatrends onderzoek vroegen wij een panel, dat representatief is voor de Nederlandse samenleving, wat zij denkt dat passende maatregelen zijn om het risico op zoönose in de toekomst te verkleinen. De resultaten kan je hieronder vinden in figuur 1.
Als we kijken wat er achter deze antwoorden ligt, dan is een gezondere leefstijl promoten goed om het immuunsysteem te versterken en daarmee ziekte te voorkómen. Stimuleren om minder vlees te eten sluit hier ook bij aan, gezien er gemiddeld te veel vlees wordt gegeten en zoveel past niet in een gezond voedingspatroon – al is vleesconsumptie überhaupt niet nodig voor een gezond voedingspatroon. Minder vlees eten helpt ook bij het derde punt: het beperken van het aantal dieren. Die optie ligt het dichtste bij het daadwerkelijke overspringen van een ziekte van dier op mens en daarmee het verkleinen van de kans op zoönose. Alle drie zijn het goede opties die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan onze volksgezondheid en het risico op een volgende zoönose uit Nederland.
Intensieve veehouderij vergroot de kans op zoönose (ziekten die overspringen van dier op mens), zoals griep, corona en Q-koorts. Wat vindt u, de lezer, passende maatregelen om om te gaan met dit risico?
Figuur 1: antwoorden op een vraag van het Vegatrends 2021 onderzoek Illustraties: Emma Ringelding, www.emmaringelding.comBronnen:
[1] www.utwente.nl/en/news/2021/1/922944/there-is-a-higher-risk-of-zoonoses-in-the-netherlands-than-we-think
[2] www.trouw.nl/economie/fysiotherapeuten-zien-het-aantal-thuiswerkklachten-toenemen~b873917b/
[3] nos.nl/artikel/2365176-klachten-van-ggz-professionals-vergelijkbaar-met-ic-personeel.html
[4] www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/eerste-menselijke-besmetting-met-vogelgriep-h10n3-vastgesteld~b16398fbb/
[5] www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/zoonoses
[6] www.npostart.nl/vpro-tegenlicht/22-03-2020/VPWON_1310209
[7] www.wur.nl/nl/Onderzoek-Resultaten/Onderzoeksinstituten/Bioveterinary-Research/show-bvr/Vogelgriep-bij-pluimvee-in-20212022.htm
[8] https://www.biorxiv.org/content/10.1101/2022.07.21.501071v1
[9] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8776135/#:~:text=For%20example%2C%20climate%20change%20alters,other%20parts%20of%20the%20world
[10] https://www.nature.com/articles/s41586-022-04788-w
[11] https://www.nature.com/articles/s41558-022-01426-1
[12] www.volkskrant.nl/economie/wat-staat-op-het-spel-voor-de-vleesindustrie~b725cfd1/
[13] www.nieuweoogst.nl/nieuws/2020/08/27/stop-nertsensector-in-maart-2021
[14] www.nieuweoogst.nl/nieuws/2021/02/08/hoogleraar-wim-van-der-poel-pandemie-kun-je-wel-beheersen-maar-niet-voorkomen
[15] t.co/b7aCAe2nfo
[16] www.cdc.gov/onehealth/index.html
[17] soundcloud.com/rudifreddieshow/ooit-aten-we-dieren
[18] soundcloud.com/sp-politiek/aflevering-3-alfons-olde-loohuis?in=sp-politiek/sets/podcast-daarom-is-het-goed