Groot Handboek Vegetarisch Koken

Auteurs: Claudia Bruckmann en Cornelia Klaeger

Het Groot Handboek Vegetarisch Koken is dit jaar (2017) verschenen bij Deltas en is vertaald uit het Duits (Handbuch Vegetarisch). Het is met bijna 300 pagina’s een behoorlijk boekwerk en het barst dan ook van de informatie. Ook staan er veel foto’s in.

Kooktechnieken


Het boek begint met zo’n 50 pagina’s met kooktechnieken. Dit varieert van heel simpel: hoe snijd je bepaalde groentes? Hoe kook je bepaalde granen? Maar ook iets ingewikkeldere dingen komen aan bod, zoals: hoe maak je polenta? Hoe bereid je tofoe? Ook de peulvruchten komen aan bod. Ik vond het bijvoorbeeld leuk dat ze aandacht besteden aan het kweken van je eigen kiemgroenten, dat is iets wat ik in andere kookboeken nog nooit ben tegengekomen. Dit alles duidelijk uitgelegd met veel foto’s. Later in het boek, bij de recepten, wordt regelmatig terug verwezen naar de afdeling kooktechnieken.

Niet voor vegans


De recepten zijn onderverdeeld in zes categorieën. Dit gaat dan vooral om soepen en hoofdgerechten. Als je een toetjes-liefhebber bent, moet je dit boek niet kopen, want er staan niet echt recepten voor nagerechten in. Het boek is ook niet geschikt voor veganisten, want er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van producten als melk, eieren, yoghurt en room. Hier worden ook geen veganistische alternatieven voor gegeven. De schrijfsters doen ook niet mee met de gezondheidsmanie, want nergens worden calorieën genoemd. Er staat ook nergens bij voor hoeveel personen een gerecht is, maar ik ga uit van de standaard vier personen.

Elke categorie eindigt met een extra informatieblok. Zo is er een blok over noten en zaden en een blok over het maken van een basisdeeg voor pasta’s.

Het boek eindigt met een seizoenkalender, waarin de groenten van de maand worden genoemd. En wat ook wel handig is, bij zo’n dik kookboek: een trefwoorden- en een receptenregister.

Recepten


De recepten variëren van makkelijk tot moeilijk en het viel me op dat je voor veel gerechten toch best wel even in de keuken moet staan. De schrijfsters van dit boek houden van alles zelf doen en gebruiken geen pakjes en zakjes. Ze maken al hun sauzen en bouillons zelf en leggen ook uit hoe ze dit doen in de afdeling kooktechnieken.

Als je voor snel en makkelijk wilt gaan, is dit kookboek dus niet geschikt voor je. Maar als je op zoek bent naar wat meer culinaire dingen, dan is dit boek zeer geschikt. De foto’s van de gerechten zijn om je vingers bij af te likken en veel recepten zijn zeker geschikt voor een diner met gasten.

Wat ik een nadeel vind, is dat er heel veel “vreemde” ingrediënten worden gebruikt en dat dan niet altijd wordt uitgelegd wat het precies is (of hoe het eruit ziet) en ook niet waar je het kan kopen. Om maar even een paar dingen te noemen, waarvan ik niet zeker weet wat het is: Thaise erwtaubergines, wortelpeterselie, kaffirlimoen, morieljes, kefalotiri, mimolette, kemirinoten, amarant, daslook, zeespaghetti? Volgens mij is dit niet allemaal te krijgen bij een reguliere supermarkt. Ook wordt er soms oestersaus gebruikt in de gerechten en volgens mij is dat niet vegetarisch!

Conclusie


Het is een dik en mooi vormgegeven boek met veel informatie en foto’s, dus in die zin krijg je zeker waar voor je geld (het kost €24,95). Vanwege de vele ingewikkelde recepten, denk ik dat het niet erg geschikt is voor de beginnende vegetariër, maar meer voor de gevorderde vegetariër, die in de keuken los wil gaan met culinaire uitdagingen zoals “artisjokken met ricottavulling op preistro”, “pansooti met kruidenvulling en walnotensaus” of mijn persoonlijke favoriet tot nu toe: “groentepaella met olijven”.

Maartje