Aan Tafel Met: Jan Terlouw


Voor elke editie van ons LekkerVega Magazine gaat Elle van Rijn aan tafel met een bekende of iets minder bekende Nederlander. Voor komende uitgave 'Winter' is dat Jan Terlouw. Een openhartig interview. 
 


Vegetariersbond gaat aan tafel met Jan Terlouw


Hoe overleven we onze toekomst? Ik vroeg het wetenschapper, schrijver, voormalig politicus, en visionair Jan Terlouw.
Zorgen over de CO2-uitstoot, over biodiversiteit, de pandemie, drugscriminaliteit, sociale verharding, mondiale spanningen, de voedselcrisis waar we op afstevenen, etc. Mijn hemel! Als ik alle zorgen bij elkaar optel, vraag ik me soms af wat voor een wereld we achterlaten aan onze kinderen. Wie zou ik kunnen spreken met de ervaring en de kennis om met oplossingen te komen? Iemand met een positieve inborst, maar tegelijkertijd een realist. Iemand die de nuance bewaakt, maar streng is als een vader. Iemand die in staat is mij een verhaal te vertellen waarin er obstakels overwonnen moeten worden, maar de hoofdpersonen uiteindelijk de moed en kracht hebben om het tot een goed einde te brengen. Zo iemand.
Ik prijs mezelf gelukkig dat ik Jan Terlouw – net voor zijn negentigste verjaardag – het hemd van het lijf mag vragen over hoe we aan onze kinderen een leefbare wereld kunnen nalaten.

Kunnen we het tij nog keren wat betreft het milieu?
Natuurlijk kan dat. Er zijn twee grote problemen, namelijk dat de biodiversiteit zo achteruit holt en dat we het klimaat warmer maken. Om dat op te lossen zijn mondiaal grote bewegingen nodig. Maar het kan wel. Het bekent in elk geval dat we wereldwijd moeten ophouden fossielen te delven en te verbranden.
 
U noemt dat ‘zon-vroeger’.
De vorming van kolen, olie en gas is een proces van honderden miljoenen jaren geweest. Sinds het begin van de industriële revolutie verbruiken we de erin opgeslagen energie in slechts een fractie van die jaren. Je verstoort hiermee allerlei evenwichten, onder andere door de CO2 die vrijkomt bij de verbranding van die fossielen. Die komt in de dampkring terecht en we weten inmiddels hoe schadelijk dat is. We hebben een alternatief, namelijk ‘zon-nu’. Dat kost investering maar er wordt evengoed geïnvesteerd in oliewinning, dus waarom dan niet in duurzame energie?

Maar wie moet dit doen? Uit de klimaattop komen nog niet echt grote stappen?
Vroeger waren de problemen nationaal en die loste je nationaal op. Nu zijn de problemen mondiaal, maar de politiek is veelal nationaal gebleven. Dat is enorm lastig. Toch is het aan de politiek om per wetgeving te verbieden nog langer fossielen te gebruiken.

Maar de boodschap van de politiek is diffuus en zaait verdeeldheid. Terwijl: wetenschappelijk gezien is die boodschap heel helder, toch?
De politiek kan het alleen maar doen als de mensen dat willen. En de mensen zullen het alleen maar willen als ze doorkrijgen hoe ernstig het is, en dat maakt het meteen een taak voor ons allemaal. Dus daar moet ook het onderwijs aan meewerken, evenals religies, de kunsten, kranten, tijdschriften, televisieprogramma’s, zodat het tot de mensen doordringt dat het anders kan, en móet.
 


Jan Terlouw in gesprek met Ellen van Dijk voor de Vegetariersbond

Foto: Elsbeth Tijssen
 


Zal het op tijd tot de bevolking doordringen?
We komen in elk geval tot inkeer als de rampen groter worden. Maar je hoopt dat de mensheid eerder bij zinnen komt en het niet via rampen aanpakt maar via beleid.
 
Wordt onze aandacht op de echt belangrijke issues niet overschaduwd door entertainment, nepnieuws, of relatief onbelangrijke problemen?
Ik heb de oorlog meegemaakt en voor ons was maar een ding belangrijk: weg met die bezetting. Er was schaarste in alles, er was gevaar. Dus het was makkelijk om te weten wat je wilde: vrede. Nu zitten we met een welvaartsamenleving, waarin je gewend bent om goedkoop naar Barcelona te vliegen en dat willen we gewoon zo houden. Wat we voor het milieu moeten doen, kost ons een klein beetje welvaart en dat is niet per se leuk.

Maar op het moment dat het tot je doordringt dat het voor je kinderen is, wil je dat toch?
Dat zou je denken. Maar zijn we niet te verwend geraakt, te verslaafd aan instant bevrediging? Ik moet vaak denken aan de opiumoorlogen, waarin een volk geen ruggengraat meer had omdat het letterlijk te bedwelmd was. Nederland is een drugshub geworden binnen Europa en de wereld, en niemand lijkt zich er druk over te maken.
Ik vind dat erg zorgelijk. Ik denk dat mensen oppervlakkiger zijn geworden. Ik kon een heel jaar niet naar school in de oorlog, er was geen online-school, geen tv, Netflix. Bovendien had je toen een overheid die je vijand was, nu heb je een overheid die je vriend is. Neem nou de mensen die zich niet laten vaccineren tegen corona omdat ze vinden dat hun vrijheid wordt aangetast. Dat ze ook verantwoordelijkheid dragen voor de gezondheid van anderen, schijnt niet tot ze door te dringen. Dus wat is vrijheid? Lekker doen waar je zelf zin in hebt? In mijn ogen is vrijheid vooral de democratische afspraak wat we met elkaar doen en wat we niet doen. Een van mijn politieke slagzinnen is altijd geweest: het hebben van plichten is een recht. Rechten zijn heel belangrijk, maar het is net zo belangrijk om plichten te hebben, dan hoor je erbij en ben je medeverantwoordelijk.


Waar komt die oppervlakkigheid vandaan, gebrek aan religie, moraal, structuur?
We hebben geen moraliteitsdiscussie meer. Vroeger brachten de kerken die. Ik ben niet religieus gebleven, maar er was wel een moraliteitsdiscussie. Ik ging naar catechisatie en de zondagschool, en daar spraken we over goed en kwaad. Waar wordt nu nog over goed en kwaad gesproken?

Maar religie lijkt ons in deze tijd juist meer te verdelen.
Religie gaat over de verticale relatie tussen mens en God, maar ook over een horizontale relatie tussen de mensen onderling en die had ik niet kwijt gewild. Dat lijdt tot een gebrek aan moreel besef. Ik heb het gezocht in de politiek. Politiek is ontzettend leuk omdat je er geestverwanten vindt. Er is een filosofie, een ideologie die je bindt en daar ga je samen aan werken. Wat je vroeger vanuit het geloof ook deed.
 
En het vertellen van verhalen hoort daarbij?
Het verhaal is in mijn leven een enorm hulpmiddel gebleken. Dat begon met de opvoeding van onze vier kinderen. Ik dacht: daar heb ik helemaal geen verstand van. Maar iedere avond vertelde ik ze een verhaal voor het slapengaan – dat verzon ik ter plekke – waarin ik iets wat zij verkeerd hadden gedaan bespreekbaar maakte. Als je iets gepikt hebt in een winkel kun je zeggen ‘foei dat mag niet want dat is verboden’, maar je kunt ook een verhaal vertellen over het winkelmeisje dat enorm in de problemen komt omdat jij iets gestolen hebt. Dat werkt zoveel beter. Niet dat mijn kinderen stalen, het is maar een voorbeeld.
 
Bent u zo ook begonnen met schrijven?
Mijn vrouw die neerlandica was, luisterde altijd intensief mee en zei dan: Jan, wat een mooi verhaal weer, schrijf op! Ik dacht dat ik helemaal niet kon schrijven. Het heeft tien jaar geduurd voor ik me er uiteindelijk toe zette. Ik was net in Siberië geweest, dus zodoende heb ik Pjotr bedacht. Ik had nooit verwacht dat het zo goed zou worden ontvangen, dus toen ben ik als een razende Roland de Koning van Katoren gaan schrijven. Maar mijn uitgever vond dat niks. Dat was heel treurig, behalve dat ik tegen mijn vrouw kon zeggen: zie je nou wel, ik kan niet schrijven. Maar mijn vrouw griste het manuscript uit de prullenbak en is ermee naar een andere uitgever gegaan. Die vond aanvankelijk dat ik van alles moest veranderen, maar toen ik vroeg of hij me uit wilde leggen waarom, heeft hij het toch maar ongewijzigd uitgegeven met de opmerking dat ik er niks van moest verwachten. Ik won er een Gouden Griffel mee. Dus toen moest ik accepteren dat ik het kon, en is het een geweldig instrument gebleken om mensen iets te vertellen. Het verhaal is altijd belangrijk geweest.
 
In veel van uw boeken neemt een eenvoudige sterveling het op tegen de heersende orde, terwijl u zich in echte leven juist bij die heersende orde hebt gevoegd.
Omdat in het echte leven dat de meest effectieve manier is om verandering teweeg te brengen. Vandaag de dag is de afkeer van de politiek zo groot geworden. Waar ligt dat aan? Toen ik jong was, hadden we ook kritiek op de politiek, daar ben je jong voor, maar we vertrouwden de politici wel. En we respecteerden hen. De Kamerleden en ministers van tegenwoordig, dat sjouwt allemaal maar in korte broek door het leven. Ik vind dat onverstandig. Ik heb bijvoorbeeld nooit meegedaan aan spelletjesshows, terwijl het me vaak gevraagd is. Ik vond dat in strijd met mijn waardigheid als Kamerlid. Ik ben niet gekozen om populair te doen, ik ben gekozen om te leiden. Je hoort politici ook vaak zeggen: als we dit doen verliezen we kiezers. Wat vindt ons electoraat? Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom wat het juiste is om te doen. En of die kiezers meekomen, dat zien we wel. Daarbij: welke politieke partij is er nou voor nepnieuws? Wie vindt dat de natuur naar de knoppen moet?

 

Vegetarisch: goed voor dier, mens & de Aarde
Word donateur en help ons helpen..



Uw bevlogenheid is nog altijd groot. Zou het geen stunt zijn als u zou zeggen: ik ga de politiek weer in?
Het zou zeker een stunt zijn, maar het zou ook een beetje belachelijk zijn. Als ik nou veertig of zestig was, zou ik weer heel actief worden in de politiek, ik sta te popelen. En ik heb de gedachtes nog wel, maar de krachten niet meer. Dat is niet zo gek als je negentig bent. Ik heb niets te klagen hoor, ik ben altijd ontzettend gezond geweest. Op mijn 88ste heb ik pas voor het eerst een ziekenhuis vanbinnen gezien. Maar er zit een einde aan.
 
Vindt u het lastig dat u eigenlijk nog op de barricade zou willen staan, maar dat dat niet meer kan?
Dat vind ik wel jammer, ja. Maar ik doe nog heel veel: volgende week weer drie toespraken voor grote groepen mensen. En dan moet er weer een essay geschreven worden, en misschien nog een boek. Het is fijn om dat nog te kunnen doen. Maar ik moet ook iedere dag naar de koeien en de stal daar in de verte lopen.

Wat een actief leven nog! Er zijn mensen die zeggen: in plaats van euthanasie moet je ouderen een perspectief bieden zodat ze nog willen leven. Hoe staat u daarin?
De overheid kan euthanasie verbieden als ze vrezen dat er hebzuchtige erfgenamen zijn, maar als die er niet zijn, waarom zouden ze niet aan iemands wensen voldoen? Het kan dat je gewoon moe bent, op. Zelf heb er nog geen behoefte aan. Nee, geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om eruit te stappen.

De politiek zou naar mijn idee nog wel wat aan die wijze gedachten van u kunnen hebben.
Stel, u bent minister-president en heeft het voor het zeggen. Noem vijf actiepunten.

Ten eerste zou ik iedere subsidie aan fossiele brandstoffen verbieden. De subsidies gaan enkel nog naar duurzame energie. Ten tweede: ik zou burgerberaden opzetten om de regering te adviseren over moeilijke vraagstukken. Als derde zou ik met de boerenorganisaties een overleg starten met als uitgangspunt ‘het moet anders, en dat betalen we met zijn allen als samenleving’. Dan zou ik onmiddellijk die heffing van woningcorporaties afschaffen zodat ze woningen kunnen bouwen, dat is vier. Vijf is dat ik de bedrijven die willen verduurzamen, zwaar zou subsidiëren.
 
Dit noem ik nou concrete oplossingen voor de toekomst!
Moet ik niet nog zeggen dat ik geen vlees eet en alleen af en toe een visje? Overigens ben ik erg voorstander van een vleestaks. Die opbrengst moet dan ten goede komen aan verlaging van de prijzen van groentes. O ja, nog iets: ik vind dat geneeskundestudenten tijdens hun opleiding moeten leren hoe belangrijk voedsel is voor de volksgezondheid en dus preventie. Dat zit niet in hun opleiding en dat is heel gek. Door een beter dieet worden mensen gezonder, en dat betekent minder zieken en minder kosten.

Dat zijn dan nummer zes en zeven. Dank u wel, hier kunnen we wat mee!



Met dank aan St. Green Cross Nederland (www.gcnl.nl) en sprekersbureau ArtiWorld (www.spreker.eu) voor hun bemiddelende rol.