Archief van Floris' Weblog

01-07-2015 | De kunst van het lekker weglaten

Vrijdag 10 juli organiseert de Vegetariërsbond een gigantische workshop wereldverbetering op het Museumplein in Amsterdam. U bent van harte uitgenodigd om deel te nemen. Gaat u vooral eerst eens rustig zitten. Relax, wilt u wat eten? Het staat al klaar, geniet er maar rustig van. Zo, dat was de workshop. U heeft deelgenomen aan de meest effectieve workshop van de afgelopen decennia en ik voorspel dat dit een rage gaat worden. U heeft met een kleine tweeduizend mensen de kunst van het nalaten beoefend, en daarmee de wereld een heel stuk mooier gemaakt. Ook mooi meegenomen, wij sturen voor deze workshop geen rekening. Het is gratis. U nam namelijk deel aan de Langste Vegetarische Tafel.

De lezers van deze blog hoef ik het waarschijnlijk niet meer uit te leggen. De meest effectieve manier om de wereld te verbeteren is door het vlees te laten staan. Vegetarisch eten is eten met impact. Alles en iedereen wordt er uiteindelijk beter van. Maar hoewel vegetarisch in opkomst is, is deze gedachte nog onvoldoende gemeengoed. We hebben hier met een stevig stuk psychologie te maken. Onze samenleving is eenzijdig actiegericht: is er iets fout, dan moeten we actie ondernemen om dit te veranderen. Desnoods is dit een symbolische handeling: we dragen een geel armbandje of doen een icebucket challenge. Effectief of niet, we moeten wat ‘doen’. Maar hoeveel beter zou de wereld zijn als we sommige van onze handelingen gewoon alleen maar zouden nalaten? Door deze fixatie op het handelen is vegetarisch nog steeds onvoldoende gemeengoed. De kunst van het nalaten zou sommige new-age goeroes toch uit het hart gegrepen moeten zijn. Een enkele keer hoor je er ook over, maar altijd om jezelf te verbeteren, en maar zelden als antwoord op maatschappelijke problemen. Het is het probleem van het vegetarisme: de oplossing is te eenvoudig, er valt nauwelijks geld aan te verdienen, er zijn te weinig belangen aan verbonden.

Misschien heeft de voorlopige impopulariteit van het nalaten er ook mee te maken dat we dan het idee hebben dat ons leven daarmee leeg blijft. Dat is in ieder geval bij de Langste Vegetarische Tafel niet het geval. Door het weglaten ontstaan allerlei nieuwe mogelijkheden en wordt krijgen het leven een nieuwe impuls. Heel concreet maak je leven elders mogelijk, en de dag zelf maak je een event mee en kom je met anderen in gesprek. Hoezo verarming en schraalheid? En last but not least: je ogen worden geopend voor de mogelijkheden die er nog meer zijn: nieuwe smaken en combinaties. Mexicaans, maar dan vegetarisch. Wie nalaat ontdekt nieuwe wegen.

We nodigen dus een kleine 2000 mensen uit om lekker en gezellig te komen nalaten. Hoe moeilijk kan het zijn? Toch wil ik nog een kleine nuancering in mijn verhaal aanbrengen. Om dit grote nalaat-festijn te kunnen organiseren hebben we op de dag zelf nog een aantal enthousiaste vrijwilligers nodig die de handen stevig uit de mouwen willen steken. Aanmelden kan hier. Uw beloning? De aanblik van 2000 ontspannen en genietende mensen.

10 juli, De Langste Vegetarische Tafel, Museumplein Amsterdam, aanvang 18.00 uur.

02-06-2015 De toekomst begint bij onze wortels

Jim de JongVegetarisch heeft de toekomst. De lezers van deze blog weten het inmiddels. Maar hoe maak je dat eten van de toekomst? Een aantal topchefs gaf vorige week op ons ‘Veggie Chef of the Future’ event inspirerende lezingen en demonstraties. Het publiek: voornamelijk jonge chefs, studenten en twee kandidaten uit het programma ‘MasterChef Holland’.

Ook Jonathan Karpathios was spreker. Nou ja spreker, het woord spraakwaterval is misschien meer van toepassing. De kok van restaurant Vork en Mes in Hoofddorp praat zoals hij kookt: met passie. Maar er is meer dan alleen passie. Karpathios werkt ook vanuit een heel speciale filosofie. Het merendeel van zijn ingrediënten haalt hij uit de directe omgeving van zijn restaurant, binnen een straal van twintig kilometer. Wat je van dichtbij haalt is lekker. En je staat er met je neus bovenop als er geleverd wordt. Je krijgt dus de beste kwaliteit. ‘Iedere groente heeft zijn eigen terroir’. Dit is een term die normaal valt in gesprekken tussen wijnkenners, waarmee de smaak bedoeld wordt die de bodemgesteldheid aan de druif en de wijn meegeeft. ‘Wat een vooruitgang zouden we boeken als we rond het terroir van groente dezelfde cultus zouden krijgen als voor wijn’. Inderdaad valt hier nog een wereld te winnen. Al was het alleen maar in de supermarkt, waar bij de inkoop juist naar zoveel mogelijk uniformiteit gestreefd wordt.

aardeNaast de terroir zijn ook veel andere aspecten van het belang en het functioneren van de bodem onderbelicht. Daarom is 2015 het jaar van de bodem. Want het gaat slecht met onze bodem. Ik weet dat de lezer niet op nog meer doemverhalen zit te wachten, maar het is één van de grootste vraagstukken van de komende decennia. Er gaan door verkeerd bodembeheer per minuut 40 voetbalvelden vruchtbare bodem verloren. En dat zijn we voorlopig kwijt als landbouwgrond. Het duurt ongeveer veertig jaar voor de bodem zich opnieuw hJonathan Karpatioseeft hersteld, mits er zorgvuldig wordt beheerd en de omstandigheden goed zijn. Bij een groeiende wereldbevolking die gevoed moet worden is dat een angstaanjagend vooruitzicht. Het is overigens geen ver-van-mijn-bed-show. In de Noordoostpolder, waar vruchtbare bodem is waar we nog generaties lang plezier van zouden kunnen hebben, moeten boeren nu al anderhalve meter ‘diepploegen’ om nog vruchtbare grond naar boven te krijgen. Goed bodembeheer zou daarentegen heel veel problemen op het gebied van erosie, bestrijdingsmiddelen en klimaatverandering een heel eind helpen oplossen. De organisatie Down2Earth is een petitie opgestart om hier aandacht voor te vragen. Voor vegetariërs zou het welzijn van het bodemleven nog een extra argument kunnen zijn. Duizenden organismen, groot en klein, helpen je bij het tot stand komen van je groenten en granen. In dat opzicht is ‘puur plantaardig’ een illusie. Maar terug naar de smaak van de bodem: een uitstekende ambassadeur van deze smaak is de rode biet, het paradepaardje van Jonathan Karpathios. Het mag dan ook niet verbazen dat hij tijdens het Veggie Chef of the Future event een kookdemonstratie met ravioli van rode biet gaf. Dat ging ongeveer zoals in dit (eerder opgenomen) filmpje.

14-4-2015 | Vlees is de sigaret van de toekomst

‘Vlees is de sigaret van de toekomst’. Deze uitspraak komt uit totaal onverwachte hoek: de directeur van de grootste vleesproducent van Duitsland. Het bedrijf wil overschakelen op vegetarische producten en hoopt hier  over vijftien jaar 80% van de omzet uit te halen. We zijn getuige van een bijzondere ontwikkeling. De consumptie van vlees stijgt niet verder. Sterker nog, in Europa en de VS neemt ze licht af. Sinds de jaren vijftig werd de consumptie van  vlees en zuivel met enorme publiekscampagnes gepromoot. Hierdoor is iedereen gaan denken dat het een authentiek en onmisbaar onderdeel van onze cultuur is. Dat is onzin, het eten van vlees was voor grote delen van de bevolking een luxe. Status, dat heeft het eten van vlees wel altijd gehad. Dit is ook de reden waarom er wereldwijd gezien nog steeds meer vlees gegeten wordt.

Maar het tij lijkt dus te keren. In de VS is men tussen 2007 en 2012 negen procent minder vlees gaan eten. Bij McDonalds zit men met de handen in het haar. De eens zo populaire hamburgerketen verliest voet aan de grond onder jongeren. Die hebben meer belangstelling voor gezonde alternatieven. In Duitsland, ook een vleesetersland bij uitstek, noemt inmiddels tien procent van de mensen zich vegetariër of veganist. De recente vleesschandalen zullen hier zeker aan hebben bijgedragen. En in Nederland? Hier schommelt het aantal vegetariërs nog steeds rond de vijf procent, de helft dus van onze voortvarende oosterburen. Wel zien we een explosief toenemende belangstelling voor vegetarisch. Hier ligt de belangrijke taak om de belangstelling voor vegetarisch om te zetten in het kiezen voor vegetarisch. Een goed aanbod van smakelijke vegetarische producten is daarbij een vereiste.

Vragend bij de oudere generatie waarom vlees toch zo’n statusproduct was krijg je vaak als antwoord dat de vleesloze dagen zo weinig fantasievol waren. Aardappelen, groente en een slap maizenasausje. Dat hoeft nu echt niet meer, de vegetarische keuken heeft zich enorm ontwikkeld. En belangrijker: de informatie is veel toegankelijker geworden. Voor wie niet bereid is om zich hier in te verdiepen zijn ook goede vleesvervangers beschikbaar. Wat dat betreft liggen de kaarten gunstig. De mogelijkheden om goed vegetarisch te eten zijn oneindig veel groter en het denken over vlees is in de publieke opinie veranderd. Al kan de industrie maar moeilijk aan dat idee wennen. De recente daling van de vleesconsumptie werd in Duitsland door de industrie nog toegeschreven aan het matige weer tijdens het barbecueseizoen. De barbecue is natuurlijk het traditionele bastion van de vleeseter. Maar ook dat kan uitstekend zonder vlees. Nieuwsgierig? Ervaar het tijdens onze VegeQ op 6 juni.

10-3-2015 | Eindelijk elitair vegetarisch

Eindelijk was het dan zover: in Brussel werd eind februari het Europese project ‘Vegucation’ voor vegetarisch koksonderwijs gelanceerd. Speciaal voor de presentatie kookten Vlaamse sterrenkoks diverse gerechten die in het lesmateriaal beschreven staan. Het aanwezige publiek, vooral docenten en onderwijsmanagers, waren bij iedere gang weer verbaasd over de onbekende smaken die ze voorgeschoteld kregen. Nee, dat dit kon wisten ze niet. De Belgische pers was enthousiast over het project, maar, zo werd een aantal maal opgemerkt, dat vegetarische eten was wel wat elitair.

Tsja, dat stempel heb je al snel als je meerdere sterrenkoks aan je weet te binden. Maar laten we bij de hoofdzaak beginnen. De gepresenteerde gerechten waren, zoals je bij dergelijke chefs mag verwachten, allemaal erg lekker. Gefermenteerde paddenstoelen, haverwortel in een pittig jasje en zoete uien in zoutkorst krijgen we niet iedere dag voorgeschoteld. Het recept voor dit laatste gerecht wil ik de lezer niet onthouden. Zulke exotisch klinkende (maar eigenlijk gewoon lokale) ingrediënten koop je misschien niet altijd even makkelijk bij de Albert Heijn, of voor de Belgen de Delhaize. Maar is het elitair? Als ik naar een restaurant ga dan verwacht ik iets voorgeschoteld te krijgen wat ik thuis niet zo snel zou maken. Ik wil me laten verrassen. Het is een heel normale wens voor een restaurantbezoeker, maar precies hierin wordt wie vegetarisch wil eten vaak teleurgesteld.

Het goedbedoelde advies van De Standaard is echter om minder elitair over de vegetarische keuken te praten: ‘Zoals met veel aspecten in onze samenleving zijn het vaak dezelfde groepen die de wijsvingers oppikken en vlot de weg vinden naar een gezondere, milieubewuste en soms iets duurdere levensstijl.(…) Kort samengevat: het zou best helpen mocht de communicatie over het thema zich niet alleen tot hoger opgeleiden richten. Mochten hotelscholen de vegetarische keuken onderwijzen, zodat ook brasseries het slaatje met appel en geitenkaas overboord kunnen gooien. (…) Want zolang de vegetarische keuken elitair wordt behandeld, zal ze enkel een elite bereiken’

Hoe wil De Standaard dan de vegetarische keuken op een hoger niveau brengen? Het is opmerkelijk dat de vegetarische keuken ook hier weer als elitair bestempeld wordt. De vegetariër laat toch in de eerste plaats iets na: het eten van vlees, wat over de hele wereld als statussymbool wordt gezien. Dat hij vervolgens op zijn zoektocht naar een smakelijke maaltijd af en toe eens iets nieuws wil uitproberen zou toch niet als elitair opgevat moeten worden. Dat hij daarbij bijvoorbeeld terecht komt bij de onvolprezen, niet exotische en zeer betaalbare ui heeft toch niets snobistisch? Is het al elitair als je jezelf een nieuwe techniek aanleert? Iets verandert? Zolang de supermarkt karig is in vegetarische kant- en klaaroplossingen heb je sowieso geen keuze. Maar misschien moeten we de zaak omdraaien en de aantijging als compliment opvatten. Vegetarisch eten is echt niet moeilijk, maar het opent nieuwe mogelijkheden die je kunt verkennen. Beschouw jezelf daarom als een avant-gardist of als een trendsetter. Heus, de toekomst is op korte of langere termijn overwegend vegetarisch. Er is namelijk geen andere mogelijkheid.

Kastanjesoep met zoete ui in zoutkorst

Van: Seppe Nobels, Graanmarkt 31 Nobels
Voor 30 hapjes
  • 6 zoete uien
  • 1,5 kg grof zeezout
  • 100 g mosterdzaad
  • 2 el witte wijnazijn
  • 4 laurierblaadjes
  • 2 takjes tijm
  • ½ kg gestoomde kastanjes
  • 80 g boter
  • 3 preien
  • 2 teentjes knoflook
  • 2 uien
  • 100 ml cognac
  • 3 l groentebouillon
  • peper en zout
  • piment d’espelette
  • 1 sinaasappel
  • 1 limoen
  • 6 popjes (Mechels) witlof
  • ½ kg enoki paddenstoelen
  • 4 el olijfolie
  • 2 doosjes rode nerf zuring

Bedek de zoete ui met grof zeezout en plaats gedurende 40 minuten in de oven op 160 °C.
Kook het mosterdzaad in 15 minuten gaar in gezouten water met de witte wijnazijn, laurier en tijm.
Giet af en zet weg tot gebruik.
Stoof de gestoomde kastanjes aan in 30 g boter met de grove stukken wit van de prei, de tenen knoflook en de uien.
Flambeer met cognac en voeg de groentebouillon toe.
Breng op smaak met peper, zout en piment d’espelette.
Doe alles in de blender en mix het geheel luchtig met 50 g boter.
Maak zeste van de sinaasappel en limoen en pers de limoen uit.
Was het witlof, snijd de enoki paddenstoelen en het witlof in julienne en breng op smaak met de zeste van sinaasappel en limoen en het sap van de limoen.
Haal de uien uit de zoutkorst, snijd in vieren en trek de rokken los. Schik ze op het bord samen met het mosterdzaad, salade van enoki en witlof en werk het geheel af met olijfolie en zuring.
Serveer met de luchtig gemixte soep.

10-2-2015 | Boerenkool anders

BoerenkoolHet ziet er uit als boerenkool, het ruikt als boerenkool en het smaakt als boerenkool. Zou het dan misschien… boerenkool kunnen zijn? Een voor de hand liggende conclusie. Maar volgens een oud-examinator in het koksonderwijs is het voor veel leerlingen toch nog moeilijk om een boerenkool te herkennen als deze niet gesneden, gewassen en verpakt is met een opschrift ‘boerenkool’.

We stellen altijd dat de vleesindustrie zo’n ontluisterende omvang aan heeft kunnen  nemen omdat het hele proces van fok, transport en slacht zich anoniem voltrekt. Omdat je als consument geen binding meer hebt met wat je eigenlijk eet. Maar met groenten is precies hetzelfde gebeurd. Nu zal ik er niet direct voor pleiten om de voorgesneden groenten uit de supermarkt te verbannen en de boerenkool alleen nog maar vers van het land te halen en zelf eerst in zout water te weken om de slakken verwijderen. Een mens wil ook gemak, zeker door de week. Maar als we uit eten gaan verwachten we toch dat de kok helemaal thuis is in de ingrediënten en het beste er uit naar boven tovert. In dit geval dus uit die boerenkool, wat dan meteen weer illustratief is, want welk restaurant durft er boerenkool op het menu te zetten? Onze onvolprezen boerenkool, die in de VS geldt als ‘superfood’. Niet zo puur Nederlands als we soms wel denken, want ook in Afrika wordt hij gegeten en bereid, al zijn recepten hiervoor zeldzaam (maar ze bestaan wel) .

Maar om kort te gaan, van een restaurant verwachten we een hogere trede in de kookkunst dan van onszelf. Wie geen vlees wil eten wordt hierin echter regelmatig teleurgesteld. Gelukkig is er heugelijk nieuws: volgende week vindt de officiële lancering van ‘Vegucation’ plaats. Dit is een Europees project waarin de Vegetariërsbond met zusterorganisaties en onderwijsinstellingen uit Duitsland, België en Oostenrijk een honderd-urige lesmodule voor het koksonderwijs ontwikkelt. Het studentenhandboek is een kloek werk van honderdvijftig pagina’s geworden. Dit is veel, maar bij lange na nog niet genoeg om de oneindige mogelijkheden van de vegetarische keuken te beschrijven. Een spannend boerenkoolrecept zul je er tevergeefs in zoeken. Kennis, vaardigheden en creativiteit zijn de pijlers voor een goede keuken. Aan het eerste en eventueel het tweede kan de Vegetariërsbond wat bijspijkeren. De creativiteit moet toch echt bij de kok zelf vandaag komen.

Op onze site vind je trouwens wel twee inspirerende boerenkoolrecepten: een quiche en een stamppot

13-1-2015 | Drankovergoten vegetarisch

Acht recepten kent en gebruikt de gemiddelde Nederlander. Vanuit dat oogpunt is er in 2014 een lawine aan nieuwe vegetarische recepten over ons uitgestort. Maar liefst vijftien nieuwe titels rolden van de pers, samen goed voor vele honderden pagina’s. Zit er echt iets vernieuwends tussen? Het antwoord is: ‘Ja’. 
Bovenop die lawine viel in december op het nippertje ook nog het meest obscure vegetarische kookboek in decennia. Een kookboek overgoten met drank, aangeprezen met de leuze ‘beacause no great story ever started with someone eating a salad’. Voor zover alcohol verfrissend kan zijn is dat in ‘de dronken vegetariër’ geval. Zo wordt het toch nog moeilijk om te kiezen voor het ‘lekkerste vegetarische kookboek van 2014
De dronken vegetariër is geschreven voor de groeiende vega-community, die bestaat uit jonge levensgenieters die weinig of geen vlees eten. Ze houden van drinken en uitgaan, zijn slim, empathisch en hebben de kant van het onderdrukte dier gekozen. Het zijn romantische revolutionairen die ijveren voor een plantaardig bewind. Hun minirevolutie speelt zich af in kamers, cafés en restaurants waar whisky, wijn en bier op tafel staan.’ De revolutie is dus in volle gang, wat overigens ook de titel van éé van de andere genomineerde boeken, ‘de Vegarevolutie’ beaamt.

De woorden van de vegetarische drankorgels klinken heel wat anders dan het voorwoord uit het kookboek van den Nederlandschen Vegetariërsbond uit 1911: ‘Wij hebben rust noodig na vermoeiende inspanning, maar wij verdooven het gevoel van vermoeidheid door bedwelmende of prikkelende middelen, zoowel bij het rooken van tabak als bij het drinken van koffie, thee en alcoholische dranken.
Laten we het er op houden dat de dronken vegetariër een doelgroep weet te bereiken en aan te spreken die in 1911 nog niet door ons bediend werd. En dat is op zich goed nieuws, want dronkenlap of asceet, iedereen vaart wel bij vegetarisch.

Nu wordt met de dronkenlap nog een brede doelgroep aangesproken (volgens de normen van het CBS is half Nederland alcoholist). Marketingstrategen zullen moeten toegeven dat dit op papier een fantastische doelgroep is, waarvoor tot op heden wel allerlei zelfhulpboeken waren, maar waar een vegetarisch kookboek nog ontbrak. Er zijn echter ook boeken verschenen voor een echt klein lezerspubliek zoals wildplukkers, topchefs en zelf kokende kinderen. Er valt dus voor de lezer echt iets te kiezen, en dat treft, want samen met de boekhandelsketens Libris en BLZ. organiseert de Vegetariersbond deze maand de verkiezing van het Lekkerste Vegetarische Kookboek 2014.

9-12-2014 | Kerst: kalkoen en varken liggen te zwaar op de maag

Het is toch een vreemde gewoonte om ieder jaar met kerst weer drie keer zoveel dieren te eten als ‘normaal’. Blijkbaar roept een stuk vlees op tafel nog steeds een gevoel van warmte en gezelligheid op. Die gezelligheid heeft dan wel uitsluitend betrekking op het kerstmaal zelf, want de voorgeschiedenis van het hoofdgerecht is natuurlijk allesbehalve gezellig. Dit in schril contrast tot de ingrediënten die een vegetarisch kerstmaal vormen: ik stel me voor dat de paprika’s en aubergines in alle rust in de zon hebben mogen rijpen en vervolgens met zorg geplukt zijn en voor het transport op een zacht kussentje zijn gelegd om ze maar ongeschonden bij de klant te laten komen. Zo idyllisch zal het in de regel ook wel niet zijn, maar het verschil is duidelijk.

Wat correspondeert er nu het meest met de kerstgedachte, en wat moeten we daarbij eten? Het is een bijna retorische vraag, maar gezien de tijd van het jaar stel ik hem toch nog maar even. De kerstgedachte is ’vrede’, wordt alom gezegd. Dat klinkt aardig, maar meer precies is kerst de tijd van de geboorte van het nieuwe licht. Hetzij fysiek en aansluitend op de zonnewende van de langste dag (21 december), voortbouwend op heidense tradities, hetzij spiritueel en aansluitend op de christelijke traditie. Het zijn beide momenten die je bewust zou willen beleven. Om ze te markeren is er een feestdag van gemaakt. Wat is nu logisch om daarbij te eten? Eigenlijk is iedere overdreven zware maaltijd hierbij uit den boze. Maar maaltijden met veel (dierlijke) eiwitten zijn eigenlijk te zwaar te verteren. Ooit van iemand gehoord die een spirituele ervaring had na een copieuze maaltijd? Kalkoen en kip, laat staan biefstuk of varkensrollade horen alleen daarom al niet bij kerst. Een goede vegetarische maaltijd daarentegen voedt de mens maar houdt het hoofd helder, en is niet te zwaar te verteren. Topkoks weten dat: de zakenclientèle die nog moet vergaderen (en dus zijn hoofd er bij moet houden) schotel je geen zware vleesmaaltijd voor. Het feit dat er straks met kerst weer 2,4 miljoen geslachte dieren op de Nederlandse tafels zullen staan berust dus in alle opzichten op een dwaling. Gelukkig verzet niets zich op deze feestdagen tegen lekker eten. Dat maakt een feest immers tot een feest. Wie hiervoor inspiratie op wil doen kan een kijkje nemen in onze nog immer groeiende receptenoverzicht.

11-11-2014 | Superfoods: Knollen voor citroenen

Superfoods zijn de nieuwe belofte van een gezond en gelukkig leven. Wat tot voor kort alleen als vogelvoer te koop was (chiazaadjes) vindt vandaag de dag gretig aftrek in kleine prijzige en hip vormgegeven zakjes. De prijs van Quinoa is zelfs zo gestegen dat de bevolking in de Zuid Amerikaanse gebieden waar dit pseudo-graan geteeld wordt het zelf niet meer kan betalen. Zijn deze superfoods echt onmisbaar of hebben we genoeg aan superfoods van eigen bodem, wat zeg ik… uit eigen bodem. Huh? Hollandse superfoods?
koolraap
Afgelopen weekend heb ik een koolraap uitgehold om als lampion te dienen voor de st Maartensoptocht vandaag (11 november). Het lampionnetje symboliseert het innerlijk licht dat we moeten laten ontbranden in de donkere dagen die we ingaan. Traditioneel werd hiervoor de koolraap gebruikt. Deze knol, uit de koolfamilie, heeft ons wel vaker in donkere dagen begeleid. In de oorlogsjaren stond er regelmatig knolraap op het karige menu en dat heeft de bevolking voor veel ergers behoed. Tegenwoordig wordt de raap vooral als veevoer gebruikt. Mede door deze associatie met de oorlogsjaren raakte hij de jaren daarna in onbruik. Maar volgens mijn oom die die jaren nog bewust heeft meegemaakt was de knol prima te eten. De term ‘superfoods’ bestond in die jaren nog niet, maar ze is op deze knol zeker van toepassing. Per gewichtseenheid bevat de knol zeven keer zoveel vitamine C als een appel, en evenveel als een citroen. Hoe het gezegde ‘knollen voor citroenen verkopen’ precies is ontstaan weet ik niet, maar de geestelijk vader van de uitspraak had duidelijk geen weet van de voedingskundige eigenschappen van de koolraap.

Alsof we in oorlogstijd leven werd de inhoud van de uitgeholde knol afgelopen zondag niet weggegooid maar zorgvuldig apart gehouden. Je kunt het namelijk gewoon rauw eten. Wie van radijs houdt moet het zeker eens proberen. Het leeuwendeel van het schraapsel werd gestoofd met rozijnen en kokosmelk. Met vegetarische shoarmareepjes en rijst en andijviesalade ontstond zo een Hollandse maaltijd met een exotisch tint. (ter inspiratie: koolraap met kokos)  Ga zelf maar eens aan de slag met koolraap. Het heeft een uitgesproken karakter en smaak. Wie daar niet bang voor is zal het zeker gaan waarderen. Met eten en groenten is het al niet veel anders dan met honden en hun baas: ze lijken op elkaar. En voor wie zich er toe kan zetten om uit naam van zijn gezondheid de drap van geweekte chiazaadjes naar binnen te werken zou het eten van koolraap toch een eenvoudige opgave moeten zijn. Laat het de Zuid-Amerikaanse middenklasse maar niet horen. Als die ooit achter de smaak en kwaliteiten van onze super raap komen dan is de koolraap hier straks niet meer te betalen.

07-10-2014 | Groeispurt vegetarische keuken verdient aandacht

Er zit volop vaart in de vegetarische keuken. De vraag is nog slechts hoe we dit zo goed mogelijk bij een breed publiek onder de aandacht brengen. Om de zaak een steuntje in de rug te geven eet een zestal BN’ers vanaf maandag 6 oktober twee weken vegetarisch. We bereiken zo een publiek dat meestal weinig van ons hoort: RTL boulevard schonk er al bijvoorbeeld aandacht aan. Om meteen goed van start te gaan werden de BN’ers door ons uitgenodigd voor een diner in restaurant Vork & Mes, waar men bijna alle ingrediënten uit de directe regio betrekt. Niet geheel toevallig was het ook de eerste dag van de Vegetarische Restaurantweek. Op tafel kwam, vanzelfsprekend, het gerecht dat het restaurant  tijdens de restaurantweek serveert. De aanwezigen waren unaniem onder de indruk van het diner, waarbij de meloencarpaccio het meeste respect afdwong. De souschef werd zelfs gevraagd het recept toe te lichten. ‘wacht maar op ons tweede boek’ grapte hij, maar onthulde uiteindelijk toch welwillend het keukengeheim.

Chefkok, boek, vooral groente, regionale herkomst… Ik had een déjà vu gevoel. Een week eerder was ik voor radio opnamen bij Niven Kunz, die met zijn 80-20 filosofie precies hetzelfde met dezelfde middelen uitdraagt. Opvallend was ook dat beide koks stellen dat duurzaamheid een belangrijke drijfveer is. Zoals we het nu doen kan het niet langer. Vorige maand (zie hieronder) stapte ook de franse topkok Alain Ducasse met zijn restaurant Plaza Athénéé over op voornamelijk groente. Zelfde verhaal, zelfde motief,  alleen getooid met drie Michelin sterren. Er zit dus beweging in. Chefs die kiezen voor kwaliteit en daar geen concessies aan willen doen helpen het fundament onder de vegetarische keuken flink te verstevigen. Mooier kunnen we het ons niet wensen. De taak die ons rest is hier zoveel mogelijk aandacht voor te vragen.

De BN’ers die bereid zijn om de stap te zetten om twee weken vegetarisch te eten zijn Anita Witzier, Johan van den Gronden (directeur WNF), Sytske van der Ster, Nilgun Yerli en Eddy Terstall. Op de valreep sloot zich ook Sanne Wallis de Vries aan. Voor vegetariërs lijkt het misschien een peulenschil om twee weken vegetarisch te eten en het is waar, veel van de deelnemers zijn al bewuste eters, maar evengoed heeft het impact: ‘ik moest bij de lunch toch even twee keer nadenken’. En daar gaat het om.

Wie het met de BN’ers en de Michelinsterren allemaal een beetje te veel glamour vindt worden kan ik verder gerust stellen. Er doen dit jaar bijna honderd restaurants mee aan de week en u kunt er in alle rust en ongestoord dineren. Hoewel… een aantal van de BN’ers gaf aan zeker terug te komen bij Vork & Mes.
Dan nog het recept van de meloencarpaccio: meloen schillen, in plakken van 4 centimeter snijden, beetje olijfolie en peper (geen zout) erover, oven op 180 graden, in laten dikken (afhankelijk van de oven lang of kort), enkele keer omdraaien, tot randen donker worden. In de koelkast een halve dag tot rust laten komen (wel zo dat het uit kan lekke) en dunne plakjes snijden (‘zoals je een zalm fileert’), peper er overheen, klaar. De sous chef kondigde aan dat er een tweede boek met het recept zal verschijnen, maar beter is natuurlijk eerst het origineel te komen proeven.

09-09-2014 | Gevaar voor Europa kiest voor meer groente

Frankrijk staat te boek als oerconservatief. De Fransen zijn niet van hun tradities en gewoonten af te brengen. Dat merken ze ook in Brussel en Berlijn, waar Frankrijk vanwege zijn gebrek aan begrotingsdiscipline en hervormingen al ‘een gevaar voor Europa’ wordt genoemd. Voor eetgewoontes geldt deze houding al evenzeer. Het laatste wat een conservatief persoon zal veranderen zijn zijn eetgewoontes. Wat dat laatste betreft is het in Frankrijk droevig gesteld. Een Franse huisgenoot van mij meende ooit met enkel aardappels al ruim voldoende groentes te eten. De Franse overheid verbood veganistische maaltijden op scholen. Het land lijkt wel haast aan een vegafobie te leiden.

Ronduit verrassend was daarom het nieuws dat de meest bekende kok ter wereld, Alain Ducasse, in één van zijn Franse restaurants overstapt op groentes. Toegegeven, er wordt nog vis opgediend, maar de verhoudingen zijn radicaal omgekeerd. Het lijkt op 80-20 uit te komen. "De natuurlijke bronnen op de aarde worden in snel tempo schaarser. Dus we moeten ook ethischer en eerlijker gaan consumeren." verklaart het fenomeen zijn keuze.

Als zelfs die koppige Fransen het roer omgooien, dan is er echt iets aan de hand en mogen we verwachten dat er definitief een andere weg ingeslagen wordt. Tachtig-twintig, het is een verhouding waar de Nederlandse kok Niven Kunz al eerder furore mee maakte en ook het Koksgilde is er onder de naam ‘Hollandse School’ een warm pleitbezorger van. Wie weet komen de Fransen binnenkort naar Nederland om te zien hoe het ‘moet’. Dat bij zo’n excursie de Librije in Zwolle aangedaan wordt spreekt voor zich. Maar waar vinden we verder restaurants die weten wat er buiten de vleeskeuken mogelijk is? Als ze op tijd zijn dan kunnen ze gebruik maken van de Vegetarische Restaurantweek om te zien wat er zoal mogelijk is. In deze week maken de betere restaurants een speciaal voor de week gecreëerd Vegetarisch menu voor een vaste prijs van 27,50 euro. Dat zal de berooide Fransen als muziek in de oren klinken. Daar kun je ten minste op begroten! Ikzelf zou ze de restaurant Nieuwe Winkel in Nijmegen aanbevelen, die vorige jaar het lekkerste vegetarische gerecht van Nederland maakte. Maar er is meer…

Natuurlijk, met 80-20 zijn we er nog niet, maar de verandering van focus zal ontegenzeggelijk bijdragen aan betere vaardigheden en betere vegetarische gerechten. Omdat de wereld nu eenmaal geen 7 miljard vleeseters kan voeden en de wereldbevolking voorlopig verder zal groeien, zal vegetarisch hoe dan ook steeds normaler worden. Vegetarisch heeft de toekomst, en die toekomst wordt steeds lekkerder nu zelfs chefs als Ducasse er aan deel gaan nemen.

Niet alleen de Fransen, heel Nederland heeft nu een uitgelezen kans om de toekomst mee te proeven: van 6 tot 16 oktober vindt de vierde Vegetarische Restaurantweek plaats met deelnemende (sterren)restaurants door het hele land. Wie er precies deelnemen kun je zien op www.devegetarischerestaurantweek.nl. Check de site regelmatig, want er komen dagelijks restaurants bij!

12-08-2014 | Gezonder leven dankzij Putin?

President Putin wordt in de media aan de schandpaal genageld, maar dankzij hem zouden we nu eindelijk zicht hebben op een lang en gezond leven. Door de boycot van groente en fruit blijft de handel met grote partijen zitten. “Als iedereen zich gewoon aan de voorgeschreven hoeveelheden houdt is er niets aan de hand” roept het bedrijfsleven. Omarmt Nederland door de gedaalde prijzen massaal de groenten?

In recent onderzoek van bureau Schuttelaar en Partners noemt 31 % van de consumenten dat de prijs van groente en fruit een obstakel is om er meer van te eten. Deze mensen worden nu op hun wenken bediend, want door de Russische boycot van Europese landbouwproducten zijn de prijzen van deze producten flink gedaald. Analisten en zelfbenoemde deskundigen verwachten dat de consumptie daarom wel flink zal toenemen, maar mij lijkt het sterk. De meeste mensen hebben geen flauw benul wat een stuk groente of fruit moet kosten. Dan weet je dus ook niet of het duur of goedkoop is. ‘Te duur’ is gewoon het standaard antwoord van de consument, maar in dit geval geheel ongepast. Als we zien wat mensen naast het vaak bescheiden portie groente of fruit aan ‘gemaksproducten’ op de band in de supermarkt leggen dan kunnen we onmogelijk beweren dat de prijs van groenten en fruit onze boodschappen onbetaalbaar maakt.

Gemak en kennis zijn naar mijn idee minstens zo belangrijke factoren. Dat is overigens geen typisch Nederlands fenomeen. Zo was ik hogelijk verbaasd toen ik tijdens een verblijf in Rusland een ruim gesorteerde supermarkt bezocht. Mijn gastvrouw had geen idee wat ze met een rode kool zou moeten beginnen. Kool is toch een typisch Russisch product, zou je denken. Je kan in Rusland overigens vrij redelijk vegetarisch eten, als je maar goed op de prijs let: hoe goedkoper, hoe groter de kans dat het vegetarisch is. Wie onooglijke marktstalletjes bezoekt kan prima (lekker) vegetarisch eten en hoeft alleen de onsmakelijke oploskoffie voor lief te nemen. En waarom ook niet? De Russische keuken is een volkskeuken waar lang niet altijd vlees voorhanden was. Met kool en bieten kent de keuken haar eigen ‘superfoods’ (bietensap is het afgelopen half jaar al razend populair geworden onder duursporters), en de kasha (geroosterde boekweit) zal quinoa voorbijstreven in populariteit zodra de Westerse consument bekend raakt met haar smaak en gebruiksgemak.

Ik verwacht dus geen grote omslag in de Nederlandse keuken. Als troost daarom een tip voor het maken van  borsjt (bietensoep). Russisch? Helaas, voor Putin: borsjt is een traditioneel Oekraïens gerecht, voor zover je de grenzen zo scherp kan trekken. Borsjt is uitstekend geschikt voor de vegetarische keuken, want je maakt het van wat je op dat moment in huis hebt, als er maar biet bij zit. Kies daarom een willekeurig recept en voeg toe wat je lekker lijkt. Maar: fruit de in reepjes gesneden biet en smoor het tien tot vijftien minuten in een bodempje azijn en tomatenpuree en voeg het daarna toe aan de soep. Het is één van de best bewaarde geheimen van de Russische keuken.

08-07-2014 | Langste vegetarische boodschappenlijst

Volgende week vrijdag vindt de vierde editie van de Langste Vegetarische Tafel plaats. Met 1500 mensen gaan we een nieuw record vestigen. In de voorbereiding van het event worden wellicht ook de nodige andere records achteloos verbroken. Zoals het record langste vegetarische boodschappenlijst.

Honderd kilo biet, 100 kilo waspeen, 70 kilo champignons, 60 kilo paprika 50 kilo seitan en 60 kilo bulgur prijken op de boodschappenlijst die nodig is om het evenement tot een succes te maken. Opgeteld net geen 1000 kilo aan ingrediënten. Daar hangt dan ook weer een prijskaartje aan. Omdat de Langste Vegetarische Tafel opnieuw gratis (we vragen wel een vrijwillige donatie) is blijft het zaak om kritisch naar de kosten te kijken. Toch is er uiteindelijk met sponsor EkoPlaza besloten om niets te schrappen. Aan smaak willen we geen concessies doen!

De website GeenStijl, bekend om haar kritische meedenken, schamperde vorig jaar nog dat tijdens de Langste Vegetarische Tafel 1200 mensen heerlijk geen vlees hadden gegeten. Inderdaad, negatief geformuleerd is het een merkwaardig gebeuren. Zo beschouwd is het ook helemaal niet bijzonder dat de Langste Vegetarische Tafel gratis is. Gratis geen vlees weggeven doen we allemaal de hele dag. Wie echter vorig jaar aanwezig was kan er van getuigen dat er een uitstekende culinaire maaltijd geserveerd werd. De opmerking van GeenStijl drukt ons met de neus op de feiten: we moeten het bij vegetarisch minder hebben over wat we weglaten, maar vooral over de kwaliteit van wat we wel serveren. De term ‘vegetarisch’ betekent dan alleen nog dat het waarschijnlijk gezonder en goedkoper is en dat iedereen en alles er baat bij heeft. Een soort garantiebewijs dus.

Tijdens de Langste Vegetarische Tafel serveren we een menu met een verrassend Hongaars thema, waaronder Stroganoff. Eet smakelijk!

02-06-2014 | Smakelijke chemie

De barbecue is om de één of andere reden omgeven met clichés: de man staat achter de barbecue stoer het vlees te braden. Het is maar door welke bril je kijkt.  Ik zie vooral een muffe scheikundeleraar aan het werk. Ik had nooit veel met scheikunde. De proeven op school waren vooral saai en werden  pas leuk als ze mislukten met veel rook of een harde knal. Ik weet zeker dat die mannen die nu met ontbloot bovenlijf het vlees op het rooster wentelen daar in de schoolbanken nog precies hetzelfde over dachten als ik, maar in de loop der tijd zijn ze zelf die leraar geworden die ze verachtten, met steeds hetzelfde gecontroleerde experiment.

Want wat is het jaarlijkse barbecue seizoen minder dan een gigantisch chemisch experiment? Zodra de temperatuur boven de vijfentwintig graden uitstijgt worden in elke straat mobiele chemische laboratoria naar buiten gereden. Ze worden aangestoken en vervolgens gaat iedereen als door een onzichtbare hand gedirigeerd hetzelfde experiment uitvoeren.

Dit experiment staat al sinds 1913 bekend onder de naam ‘Maillard reactie’. Het is een complexe serie van reacties tussen aminozuren en gereduceerde suikers en vindt plaats bij het ‘bruinen’ van voedsel, vaak onder hogere temperaturen. Tijdens het proces worden honderden verschillende smaakcomponenten gevormd. Ja, het vindt plaats bij het roosteren van vlees op de barbecue, maar daar niet alleen. Elk soort voedsel heeft zijn eigen set van smaakcomponenten die tijdens het proces gevormd wordt. De reactie is mede verantwoordelijk voor de smaak van koek, bier, chocolade en popcorn.

De maillard reactie kan een fantastische smaak aan alle soorten eten geven. Ikzelf kwam er achter dat geroosterde gierst aanzienlijk spannender smaakt dan ‘gewone’ gierst. Helaas is dit een voor de barbecue een onbruikbare tip, maar punt is dat wie experimenteren wil zich op de barbecue volledig met andere zaken dan vlees kan uitleven. Wie bij het wachten tijdens het barbecueën (want barbecueën is toch vooral lang op je eten wachten) achteloos de term ‘Maillard reactie’ laat vallen maakt bovendien een zeer ontwikkelde indruk op het gezelschap en zal de rest van de avond niet meer tegengesproken worden.

Schroom niet om de culinair wetenschapper in u te doen ontwaken. Veel varianten van de Maillard reactie zijn zo complex dat de wetenschap ze nog niet ontrafeld heeft. Hoe zou dit wetenschappelijke terra incognita smaken? Voor wie wel eens iets anders wil maar de teleurstelling van mislukkingen graag bespaard blijft (de meerderheid van de bevolking dus) is de VegeQ op 7 juni in Rotterdam een uitkomst. Opgeven hiervoor kan nog steeds. Tot ziens op de VegeQ!

13-05-2014 | Decadent vegetarisch?

Als het goed gaat komt ook de kritiek los. Veganisme is in Duitsland ‘booming’, dus laten de critici nu ook van zich horen. ‘Veganisme is moralistisch totalitarisme’ schrijft filosoof Alexander Grau.  Het zou decadent zijn. Duizenden jaren waren de mensen blij als ze überhaupt iets te eten hadden en voor een deel van de wereldbevolking geldt dit nog steeds.

De Vegetariërsbond legt in haar uitingen steeds meer de nadruk op smaak. We laten zien hoe lekker vegetarisch kan zijn. Is dat dan ook decadent? Wel degelijk zijn er de nodige geschiedschrijvers die het verband leggen tussen een sterke nadruk op een verfijnde eetcultuur en het verval van de samenleving. In de nadagen van het Romeinse Rijk verschenen talloze kookboeken en hielden hooggeplaatste personen zich bezig met de gastronomie. Keizer Vitellius stond als veelvraat bekend. Hij organiseerde een feestmaal waarbij 2000 vissen en 7000 vogels werden opgediend. Ook tegen het einde van de Franse barokcultuur zien we een grote belangstelling voor de eetcultuur opleven. De koninklijke maarschalk Condé was even bedreven in de krijgskunst als in het koken. In Parijs werd aan de vooravond voor de revolutie aan het hof nog een maaltijd opgediend van negen gangen. Hiervoor werd slechts één vleessoort gebruikt, die echter op 22 verschillende manieren was bereid. Dat geeft te denken… Vorig jaar organiseerde de Vegetariërsbond een vegetarisch 40 gangen diner in de Keuken van Floris in Rotterdam. De escapades aan het Franse hof werden hiermee ruimschoots overtroffen, een hedendaagse variant van de Franse Revolutie bleef echter uit. 

De beschuldiging van decadentie is weer eens iets anders. De afgelopen 120 jaar werden vegetariërs vooral gezien als bleekneusjes die vooral wortels en kleffe rijst aten. Maar inderdaad, als het de Vegetariërsbond er alleen om te doen was om ons gezamenlijk te verlustigen aan lekkere maaltijden dan zou het allemaal wat plat zijn. ‘Lekker’ is voor ons de manier om in gesprek te komen over eten. Onze voeding en alle vragen daarom zijn super actueel. Lekker en smaak zijn daarbij geen gelegenheidsargumenten, maar onlosmakelijk verbonden met de meeste vraagstukken rondom voeding. Goed proeven is een weg van bewustwording. Het leert ons onderscheid te maken en na te denken over ons eten en de herkomst daarvan. En dat is precies wat er op dit moment nodig is.

08-04-2014 | De toekomstbestendige vegetarische keuken

I love groente van Janneke Vreugdenhil werd vorige week verkozen tot het lekkerste vegetarische kookboek van 2013. Er dongen maar liefst zeventien vegetarische kookboeken mee naar de titel. Dat is een flinke aantal nieuwe boeken, maar maken ze de vegetarische keuken ook toekomstbestendig?

In dezelfde week verscheen het bericht dat we meer groente en fruit zouden moeten eten. Brits onderzoek toont aan dat wie dagelijks 400 gram groente en vier stuks fruit per dag eet zijn sterftekans met 40% verlaagt. Dat is echt substantieel. Goed nieuws dus voor vleesminderaars en vegetariërs. Want met zulke enorme hoeveelheden groente en fruit kan het niet anders of we spreken hier over een vleesloze of vleesarme voeding. Er is eenvoudigweg nauwelijks ruimte op het bord over. Natuurlijk is er ook kritiek op het onderzoek. Het zou niet wetenschappelijk genoeg zijn. Wie een dergelijk onderzoek uitvoert moet met een controlegroep werken, en dat is hier niet gebeurd. In de jaren ’80 is een dergelijk onderzoek opgezet en mislukt. Het bleek onmogelijk om mensen consequent zoveel groente te laten eten.

Zou dat met de vegetarische keuken van vandaag wel lukken? Is het tijdperk Vreugdenhil anders dan de jaren ’80? Ik trek uit onze boekenkast een kloek kookboek uit die periode en lees de achterzijde: ‘dit boek is het bewijs dat vegetarisch eten niet alleen gezond is, maar voor iedereen een verrukkelijke leefwijze in eten’. Niet mooi geformuleerd, maar inhoudelijk dezelfde retoriek als wij nu gebruiken. Vooral het fotowerk oogt gedateerd. Steeds weer hetzelfde paar handen dat roert en kneedt, met daarachter een plooirok. Ik tel in het boek twaalf verschillende plooirokken. Alleen bij de pasta’s zie ik steeds dezelfde rok terugkomen. De presentatie was destijds ongetwijfeld eigentijds.

De recepten zijn degelijk, en klinken ook nu nog lekker: rabarber met cashewnotencreme, bloemkoolmoussaka en spinazienoedels. Maar zijn ze snel en makkelijk? Daar zal, zoals ik al vaker geschreven heb, veel van afhangen. Getuigende de niet aflatende stroom kookboeken en kookprogramma’s is er grote belangstelling voor eten. Maar uitgebreid koken is voor in het weekend, vooral voor de zaterdag. De nieuwe keuken mag rustig 15.000 euro kosten (dat is over tien jaar dertig euro per zaterdag), door de week staan alle fonkelende messen en snijplanken ongebruikt en draaien de magnetron en de wok overuren.

Als vegetarisch voedzaam, snel en lekker kan zijn dan maken we een goede kans. Het moet op zijn minst makkelijk lijken. Het is mij bijvoorbeeld een raadsel waarom voorverpakte appelschijfjes beter verkopen dan de appel zelf. Maar het ziet er makkelijk en snel uit en dat is blijkbaar voldoende. De trend is dat we steeds ‘makkelijker’ voedsel eten dat we minder hoeven te kauwen. Ikzelf zie daar vooral een proces van degeneratie in waarbij we straks eindigen bij een volwassen variant van Olvarit, met alleen wat meer zout en vet. Tegen deze ontwikkeling kan een snelle maar verse en lekkere vegetarische keuken gunstig afsteken. Het eerste gebeurt hoe dan ook, aan het tweede kunnen we zelf werken.

10-3-2014 | Vegetarisch kant- en klaar

Kookboeken is een uiterst populair genre. De boekenwinkel ligt er vol mee en ook het vegetarische kookboek deelt in de zegetocht. Het afgelopen jaar zagen ten minste zeventien titels het licht. Lekker eten en boeken over eten roepen passie op. Dat blijkt ook uit het hoge aantal stemmen dat we ontvingen voor de  verkiezing van het lekkerste vegetarische kookboek. Er kan trouwens nog tot eind deze maand gestemd worden.

Eten staat volop in de belangstelling. Authentiek, slowfood, regionaal voedsel, vergeten groenten, de kranten staan er bol van. Er worden conferenties belegd over de vraag hoe we ook de achterstandswijken aan de lekkere en gezonde voeding kunnen helpen, of liever nog, aan hun eigen stadstuintje. Het lijkt inderdaad geen overbodige luxe om ook de minder bedeelden mee te krijgen in ons verlangen naar goed voedsel. Immers, het verschil in levensverwachting tussen ‘goede’ en ‘slechte’ wijken kan zomaar tien jaar bedragen, mede door een verschillend voedingspatroon. Afgemeten aan het enthousiasme waarmee er over voeding gepraat wordt is het nog maar een kwestie van tijd of heel Nederland eet gewoon weer gezond, en misschien ook wel veel minder vlees.

Maar toch. Authentiek mag dan hip zijn, convenience (gemaksvoeding) heeft de toekomst. Als we kijken naar hoe we onze tijd besteden dan zijn we de afgelopen jaren veel minder gaan koken. Drieënveertig procent van de mensen ‘kookt’  in minder dan 30 minuten, 88% doet het in minder dan drie kwartier. Noordelingen doen er wat langer over. Praten over koken valt helaas niet onder koken zelf. Omdat we ook minder tijd aan sociale contacten zijn gaan besteden mag ik veronderstellen dat we vooral meer tijd zijn gaan besteden aan praten over koken in de (sociale) media. Aan mediagebruik zijn we steeds meer tijd kwijt (nu 21 uur per week).

We kunnen dus als Vegetariërsbond de gemaksvoeding niet helemaal over het hoofd zien. Vandaar dat ons magazine Leven dat deze week bij de leden op de mat valt een aantal ‘vaatwasserrecepten’ bevat.  Daarmee kun je vegetarisch koken in de vaatwasser, tijdens het wassen. Handig. De bespaarde tijd kun je in weer in je mediagebruik steken, bij voorkeur om te praten over vegetarisch koken.

Maar als we naar de kant- en klaarmaaltijden in de winkel kijken dan is het vegetarische aanbod vaak marginaal. Een tot nu toe gemiste kans dus. Weet iemand een supermarkt waar je lekkere vegetarische kant- en klaarmaaltijden kunt krijgen, dan houden we ons aanbevolen. Zelfs de beste thuiskok slaat immers wel eens een dagje over…

11-2-2014 | Goede smaak is niet duur

Er lijkt langzaam een zoektocht naar goede smaak op gang te zijn gekomen. Sommige einzelgängers zoals Jonnie Boer deden het natuurlijk al langer, maar het begint steeds algemener te worden. Het Koksgilde lanceerde vorige maand ‘Dutch Cuisine’, gebaseerd op tachtig procent groente. De foto bij het krantenbericht toont een kok die druk bezig is een duurzame ui te prepareren.


Culinaire experimenten

Martin Kullik van Steinbesser gastrnomonical experiments pakt het nog grondiger aan. Eens per maand wordt het Lloydhotel in Amsterdam verbouwd tot een waar vegetarisch culinair laboratorium. Er wordt experimenteel gekookt en gegeten met door een kunstenaar speciaal voor deze gelegenheid ontworpen bestek. Dat laatste lijkt wellicht bijzaak, maar smaak wordt voor de helft bepaald door de aanblik van het voedsel en de entourage, las ik onlangs. Smaak is zwaar ondergewaardeerd in het publieke debat. Over smaak valt niet (of juist heel veel) te twisten, zo zal de gedachte wel zijn. Geen zinnige wetenschapper of ambtenaar die het aan durft om op het belang van smaak te wijzen. Je verdere carrière zou ten dode opgeschreven zijn.


Proeven als dieet

Toch zou smaak wel eens een belangrijke gids naar een betere wereld en een prettiger leven kunnen zijn. Obesitas is zo langzamerhand volksvijand nummer één geworden. Meer bewegen! Luidt het parool. Ons land kent prachtige ongebruikte sportvoorzieningen bij scholen. Wel aangelegd, maar de docenten bleken na realisatie wegbezuinigd. De discussie is dus of ze weer in gebruik genomen moeten gaan worden, en wie dat moet betalen. We kunnen er maanden over discussiëren, Kamervragen stellen zelfs… Maar smaak?! Dan maar de nieuwste dieethype volgen? De beste methode om niet te veel te eten is kinderlijk eenvoudig... door goed te proeven. Dan merk je vanzelf of het eten je nog wel aanstaat en in de praktijk stop je eerder –maar meer voldaan- met eten.


Smaak tegen voedselverspilling

De kranten staan –terecht- vol over de kwalijke voedselverspilling tijdens het productieproces, transport en de bereiding bij de consument. Maar de voedselverspilling die door de maag gaat, daar hoor je bijna nooit iemand over. Terwijl ons lichaam toch vaak als onvolprezen vuilnisvat wordt gebruikt.  Er is nog wat over. Weggooien dan maar? nee dat is zonde. 'Joh, eet dat laatste restje ook nog even op'. En dat terwijl een kind kan bedenken dat ‘baat het niet dan schaadt het niet’ hier niet opgaat. Goed proeven dus, dat behoedt je voor overeten. Je hoeft daarvoor echt geen ‘connaisseur’ met dito vocabulaire te zijn. Thuis proberen wij het soms door het eten als persoon te beschrijven, met woonplaats en woningtype er bij. Verrassend genoeg bestaat er vaak snel overeenstemming over het profiel. ‘Dit eten smaakt naar Gerard uit een rijtjeswoning in Almere, maar met een uitgebreide collectie jazzmuziek in de kast.’ Naar believen kunnen kenmerken als haardracht, kleding, beroep of hobby’s toegevoegd worden. Het helpt je om goed en bewust te proeven wat je nu eigenlijk eet.

Iedereen kan proeven

Het klinkt misschien elitair, maar dat is het allerminst. Om goed te proeven heb je geen vooropleiding nodig. Het is weggelegd voor iedere culturele achtergrond. Bereikbaar voor iedere portemonnee. De zak uien die ik op de lopende band bij de supermarkt leg, draagt een schat aan verschillende soorten smaken in zich. Het kost evenveel als de zak chips van de persoon voor mij en na mij. Iedereen kan meteen aan de slag en verrassende resultaten bereik. Wel zijn de meest verfijnde smaken een vorm van hedendaagse alchemie. Wie echt smaken wil ontdekken zal al snel inzien dat het repertoire dat de vegetariër ter beschikking staat een goudmijn vormt. Op deze zoektocht wil de Vegetariërsbond graag helpen.

14-1-2014 | Een betere wereld begint klein

Wie terugblikt op het afgelopen jaar moet zich altijd de vraag stellen wat nu echt belangrijk is geweest. Zijn dat de grote gebeurtenissen, de mooie cijfers of juist de kleinere gebeurtenissen.
Als we alle gedrukte media optellen dan is de Vegetariërsbond het afgelopen jaar meer dan 13 miljoen keer genoemd. Een mooi cijfer, en weer beter dan het jaar ervoor.

Maar media is vluchtig. Wat beklijft er nu van de acties en persberichten die we de wereld inzenden?
Het heeft allemaal pas zin als mensen de boodschap oppakken en in hun eigen leven een plaats geven. Als het mensen tot handelen aanzet. Dat is een begin, en een begin is altijd klein. Vaak hoor je daarom pas later dat je ergens de aanzet toe hebt gegeven.
In de aanloop naar De Vegetarische Restaurantweek bracht de Vegetariërsbond het nieuws dat er in het Zuiden des lands geen Vegastad te benoemen was. Dit spoorde Pien Den Dekker aan om extra vaart te zetten achter een vegetarische theekamer in Breda. Ze probeert haar project nu via crowdfunding te financieren en legt in een filmpje op youtube uit wat het belang is van haar project.  Het is dat haar project wat kleinschalig is, anders had het door haar beloofde rendement (15% over drie jaar) al lang het durfkapitaal aangetrokken. 

Uiteindelijk kreeg Den Haag de titel Vegastad van Nederland. Maar of dat volgend jaar nog zo is? Natuurlijk, met één theekamer ben je nog geen Vegastad, maar ook elders in het land wordt flink aan de weg getimmerd. Zo ging  rond kerst in Apeldoorn de Apeldoornse ‘Vega Vrijdag’ van start.  De aftrap hiervoor werd  gegeven in restaurant Leienplein 10. Het restaurant heeft haar kaart tijdens de Vegetarische Restaurantweek op een hoger niveau gebracht.  Het zijn allemaal kleine maar belangrijke bouwsteentjes.  De gloednieuwe Sexy Vegetariër 2013, Maryam Hassounni, wist tijdens een radio-interview over haar nieuw verworven status de presentator te overtuigen ook een week het vlees te laten staan. Samen maken deze stenen het grotere bouwwerk: Trendbox signaleert de afgelopen jaren een spectaculaire toename van de belangstelling voor vegetarische voeding. En, dat is hoopvol, vooral onder jong-volwassenen.

10-12-2013 | Sexy Vegetariërs of Beter Leven

De Vegetariërsbond organiseert dit jaar de achtste editie van de Meest Sexy Vegetariër verkiezingen. Illustere personen hebben de titel al mogen ontvangen. Toch krijgen we een enkele keer de opmerking dat de verkiezing een ordinaire vleeskeuring is, maar dan vegetarisch.

Misschien is het appels en peren vergelijken, maar een echte vleeskeuring is toch wat heel anders. Zaterdag maakte de Telegraaf bekend dat bij ’s lands grootste slachtbedrijf VION ‘gewoon’ vlees omgekat werd naar biologisch vlees. De Dierenbescherming haastte zich te zeggen dat het om een incident ging. Dat is toch vreemd, dat de Dierenbescherming het opneemt voor de slager en zijn vleeskeuring. De Dierenbescherming heeft samen met de vleessector het Beter Leven keurmerk opgezet, en daarom heeft de organisatie belang bij het beeld dat er bij de VION niets mis gaat. Helaas, het gaat wel mis. In dit geval gaat het echter om fake-biologisch vlees dat door de biologische keuringsinstantie SKAL gekeurd zou zijn. SKAL heeft dus onvoldoende garanties kunnen bieden. Voor de consument is fraude gewoon fraude, of het nu om vlees of komkommers gaat. De geloofwaardigheid van SKAL is daarom in het geding. In het ergste geval sleurt de val van SKAL de geloofwaardigheid van de hele biologische sector, inclusief de komkommers en aubergines mee. Het vertrouwen in duurzaamheidkeurmerken neemt toch al af en dit soort incidenten versnellen dat proces.  Dat heb je met gewone vleeskeuringen, waar de slager zijn eigen vlees mag keuren.

Geheel anders is het met onze ‘vleeskeuring’ gesteld. Ze is democratisch en, belangrijker, een Beter Leven hangt er niet zoals het keurmerk van de Dierenbescherming halfslachtig bij. Bij de Sexy Vegetariër verkiezingen vormt het Beter Leven het begin. Iedere vegetariër heeft op een zeker moment een keuze gemaakt om anders, beter te leven. De motivatie hiervoor kan heel verschillend zijn: gezondheid, milieu, spiritualiteit of dierenrechten. Het mooie is dat het niet veel uitmaakt vanuit welk motief men kiest. Het gevolg is hoe dan ook dat ook de andere gebieden mee ‘omhoog getrokken worden’. Daar willen we reclame voor maken en dat doen we door mensen te laten zien die deze keus gemaakt hebben en die daar duidelijk wel bij varen. Er kan nog steeds gestemd worden en sterker nog, u bent op 18 december van harte welkom bij de uitreiking van de prijs in de Amsterdamse Melkweg.

12-11-2013 | ‘Vlees mevrouw, u weet wel waarom’

Vanaf 1 januari volgend jaar is het dan eindelijk zover: de productschappen worden (de facto) opgeheven. De productschappen hebben flink bijgedragen aan de gestage groei van de vlees- en zuivelconsumptie sinds het begin van de jaren vijftig. ‘Kip. het meest veelzijdige stukje vlees’, ‘Vlees mevrouw, u weet wel waarom’ en ‘Melk de witte motor’ zijn reclameslogans die in het collectieve geheugen gegrift staan.

Er is dankzij deze reclamecampagnes aan beeldvorming gewerkt waar we nog decennia last van zullen hebben. De beeldvorming zal de productschappen dus ruim overleven. De taken van de productschappen worden ondergebracht bij het Ministerie van Economische Zaken, waarin eerder al het boerenlobby bolwerk LNV in opging. Vrijwel alle taken, behalve de productpromotie. Die wordt al sinds een aantal jaren door de brancheorganisaties in de sector zelf uitgevoerd, en sindsdien horen we er een stuk minder van. Of toch niet? Recht-toe-recht-aan productpromotie horen we nog maar weinig, de sector is vooral bezig met het herstellen van imagoschade. Maatschappelijke acceptatie, ofwel ‘licence to produce’ in termen van de managers zijn nu de speerpunten. De weidemelkcampagne is daar een mooi voorbeeld van. Op zich geen onverstandige keus van de sector. Ik denk dat de sector de conclusie heeft getrokken dat een verdere groei van de consumptie van vlees en zuivel niet realistisch is. De markt is verzadigd. ‘Houden wat je hebt’ is het devies, en dat lijkt aardig te lukken. Want ondanks het snel groeiende aantal flexitariër is de consumptie van vlees en zuivel vrij stabiel. Hoe kan dat? Wetenschappers en trendwatchers breken zich er het hoofd over. Is de verstokte vleeseter nog meer vlees gaan eten? Neemt de flexitariër op de dagen dat hij wel vlees eet een onsje meer? We weten het niet. Het is duidelijk dat er voor de Vegetariërsbond nog een hoop werk te verzetten valt. Vriend en vijand zijn het er in ieder geval over eens dat er een groeiende groep mensen is die vaker een paar dagen geen vlees eet. Deze mensen weten hoe ze vegetarisch kunnen eten en zetten toch vaak, zij het langzaam, de stap naar een (vrijwel) vleesloze keuken. Dat was in de dagen dat ‘vlees mevrouw, u weet wel waarom’ de ether in werd geslingerd nog ondenkbaar.

1-10-2013 |Toprestaurant kookt kool en onkruid

Het gaat matig in de horeca. Iedere maand gaan er ongeveer veertig restaurants failliet. Als vegetariër vind ik dat eigenlijk niet zo gek. Na een restaurantbezoek ga ik in de regel naar huis met het gevoel dat ik thuis lekkerder, maar vooral ook heel veel goedkoper kook. Veel restaurants zijn dan ook niet zo goed in maken van vegetarische maaltijden. Weinig verrassend als je bedenkt dat het lesmateriaal dat in het koksonderwijs gebruikt wordt slechts één pagina over vegetarische voeding bevat. Ik geloof niet dat de Den Blijkers van deze wereld de horeca gaan redden. Passie voor koken wel. Dat is precies wat we met de Vegetarische Restaurantweek willen stimuleren.

Leerlingen die het onderwijs verlaten kunnen dan ook slecht overweg met groenten. ‘Ik moet ze hier zelf opleiden’, zegt Chris Naylor, chef kok van het sterrenrestaurant Vermeer in Amsterdam.  We zitten in restaurant Vermeer om ‘voor te proeven’ voor de aanstaande Vegetarische Restaurantweek van 7-13 oktober. De week is bedoeld om restaurants uit te dagen een verrassend vegetarisch menu te serveren. En dit lukt. Zelfs Chris Naylor weet zichzelf te overstijgen. Hij serveert tijdens de week een menu dat uitsluitend uit lokale seizoensgroenten en (on)kruiden bestaat. Voor wie zijn neus ophaalt voor producten van eigen bodem en denkt dat de Nederlandse grond slechts kool te bieden heeft gaat hier een nieuwe wereld open.  Naylor dient een uitgebreid pallet aan onvermoede  smaken op met – inderdaad- ook een rol voor de kool.

‘Kool is de meest ondergewaardeerde groente in de Nederlandse keuken, maar als je hem suf kook is hij inderdaad niet lekker’. Gepekeld en zeven minuten in boter gekookt blijkt de kool zijn verfijnde smaak wel prijs te geven. Ik vraag  Chris Naylor waarom veel restaurants zo matig vegetarisch koken en er –naar mijn eigen mening- ook bij veel vegetarische restaurants nog veel te verbeteren valt. In zijn antwoord doet hij zichzelf wat tekort. ‘Het gaat om de toevoer van goede verse producten. Als je met goed materiaal werkt en aandacht voor het koken hebt kan het eigenlijk niet fout gaan’. Zelf haalt hij zijn ingrediënten bij een vaste leverancier uit Osdorp. Wat het seizoen biedt is daarbij leidend. ‘Het is toch zot dat je als kok bedenkt wat je wilt koken en dat de boer dit vervolgens moet leveren. Zo kom je nooit aan ingrediënten van topkwaliteit.’ Honing oogst hij zelf. Op het dak van het restaurant staan, tussen het Centraal Station en de rosse buurt,  twee bijenvolken.

Voor Chris draait alles om betrokkenheid bij zijn producten. ‘Hoe kun je als kok koken als je niet geïnteresseerd bent in de herkomst van je ingrediënten? ‘Overigens moet hij constateren dat vooral buitenlanders belangstelling hebben voor deze insteek. Er valt dus op het gebied van smaak en bewustzijn nog een hoop werk te doen in Nederland. En precies daarom ben ik blij dat we dit jaar weer ruim tachtig restaurants hebben kunnen vinden die zichzelf willen overstijgen tijdens de Vegetarische Restaurantweek. Voor een aantal restaurants is dit de enige restaurantweek waar ze aan meedoen. Omdat het in de Vegetarische Restaurantweek niet in de eerste plaats om goedkoop draait, maar om de smaak.

10-9-2013 | Poepvlees en dode witlof

‘Imago vlees kert in rap tempo’ kopte dagblad Trouw deze week. Aanleiding voor het artikel waren de onthullingen in de documentaire van Zembla over ‘poepvlees’ en de beschuldiging dat ‘gewoon’ vlees stiekem verkocht wordt met het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming. Het is allemaal exemplarisch voor de manier waarop wij met ons voedsel omgaan.

Wat betreft het poepvlees; bij de slacht worden de darmen doorgeprikt en komt mest uit de darmen op het vlees  Hierdoor kunnen bacteriën als E.coli. op het vlees komen. De mest wordt vluchtig met water van het vlees gespoeld, maar dit is uit hygiënisch oogpunt volstrekt onvoldoende. Volgens één van de keurmeesters van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector in de uitzending zit er poep op ongeveer 60 procent van de karkassen. Het moet allemaal snel, snel. Ook krijgen de keurmeesters eenvoudigweg te weinig tijd om ziektes te constateren, zodat vlees van zieke dieren op het bord van de consument belandt.

Het zijn de meest recente voorbeeld van wantoestanden bij onze voedselproductie. Wat betreft het vlees zullen er de komende tijd ongetwijfeld nog vele schandalen volgen. Voor de Vegetariërsbond is het natuurlijk geen probleem dat de vleesproductie in een kwade reuk komt te staan. Ieder schandaal lijkt ons gelijk immers te bevestigen.
Het is hoopvol dat het voor een breder publiek steeds duidelijker wordt dat vlees geen geschikt voedingsmiddel is.  Maar wat wel zorgwekkend is, is dat een deel van de schandalen een oorzaak hebben die niet exclusief is voor vlees. Achterliggend probleem is natuurlijk de manier waarop wij met ons voedsel omgaan. Het moet goedkoop zijn en het liefst volledig gestandaardiseerd. Alles draait om efficiency. Dat is voor de productie van suikerbieten of witlof niet anders dan voor varkensvlees. Maar ‘leven’ en standaardisatie staan vaak op gespannen voet met elkaar en ik heb de stellige indruk dat de kwaliteit van ons voedsel hierdoor sterk achteruitloopt. Neem bijvoorbeeld de aanwezigheid van vitamine C in groente, dat gaat al decennia met sprongen achteruit:
 
Vitamine C in groenten
  2013 1980
broccoli 47 110
spinazie 1 25
andijvie 1 4
witlof 0 5
Mg per 100 gram. Bron Nevo, (Nevo waarden 1980 opgegeven door Paul Blokker)

Witlof bevat dus vrijwel geen vitamine C meer. Waarom wordt natuurlijk nauwelijks  onderzocht, maar het heeft ongetwijfeld te maken met de manier waarop we landbouw bedrijven. Alle witlofjes moeten hetzelfde er uit zien, de bittere smaak is eruit geteeld en alles wordt snel opgekweekt en te vroeg geoogst. Vervolgens ligt het in de winkel voor een prijs waar je het in je eigen moestuin niet voor kunt verbouwen.

We vinden ons eten duur, maar in werkelijkheid is ons voedsel door de decennia heen alleen maar goedkoper geworden. Een ei kost al sinds de Tweede Wereldoorlog ongeveer een dubbeltje.  Toen een hoop geld, nu nog niet eens een fooi. We geven ons voedsel te weinig prioriteit en hebben er te weinig voor over.

Onze kijk op voeding behoeft aanpassing. De kostenefficiency en keuze voor bulk in plaats van kwaliteit levert niet alleen vleeseters aan kwaadaardige bacteriën uit, het belemmert evengoed de ontwikkeling van een gezonde vegetarische keuken. We zullen bereid moeten zijn reële prijzen voor ons voedsel te betalen.  Dus kiezen voor minder maar voor kwaliteit. Dat geldt niet alleen voor vleeseters, maar ook voor vegetariërs.

13-8-2013 | Vegetariër: Mike Tyson of Boeddha?

De gemiddelde Brit is 32 jaar op dieet (6 maanden per jaar). Het is eigenlijk een typische uitwas van de Angelsaksische cultuur, waarin alles beheerst en gecontroleerd moet worden. Engeland wordt geteisterd door een veiligheidsobsessie. Wie door het land reist wordt bij elke stap met waarschuwingen begeleid (let u op de roltrap, struikel niet over de drempel, het kan hier glad zijn etc. etc.) Het lijkt een totaal andere zaak, maar het toenemend aantal mensen dat vooral in Engeland en Amerika publiekelijk het veganisme belijdt past hier ook in, net als het hoge aantal meisjes met anorexia. Wie dit doet is, schijnbaar, ‘in control’. Niet voor niets laten talloze celebrities door hun keuze voor veganisme zien dat ze ‘in control’ zijn. Iets wat in het drukke leven van een bekendheid, waarin je door deadlines en de verwachtingen van anderen geleefd wordt, ook wel prettig is om van jezelf te denken. Mike Tyson, Brad Pitt, Russell Brand, Ellen DeGeneres de lijst is eindeloos.

Het merkwaardig is eigenlijk dat vegetariërs, veganisten en anorexiapatienten helemaal niets doen. Ze laten vooral iets na: eten van het gedode dier of zelfs afzien van dierlijke producten überhaupt. Maar in onze prestatiecultuur is niets doen geen optie, er moet altijd gehandeld worden. Dus ‘doe je een dieet’ of ‘ben’ je veganist of vegetariër. Het nalaten wordt als actieve handeling gepresenteerd en beleefd.

‘Niet handelen’ getuigt van incompetentie. Maar historisch ging vegetarisme vooral over een keuze. Hoeveel sterker is de degene die er van afziet om vlees te eten omdat hij daarvoor kiest. Een keuze staat vast, totdat eventueel voortschrijdend inzicht je een ander besluit doet nemen. Een keuze getuigt van karakter.  Niet om jezelf te positioneren en te profileren, maar om ruimte te scheppen. Voor jezelf en voor anderen. Zo schept het traditionele vasten ruimte voor verdere (geestelijke) groei.

Deze passieve variant valt echter moeilijker aan de man te brengen. Te saai. Toch zou de Boeddhist zeggen dat de passieve variant die op een innerlijke keuze gebaseerd is vrij maakt terwijl de actieve variant ons slaaf houdt. Want wie obsessief met diëten of een andere voedingsvoorschrift bezig is, lijkt wel vrij en ‘in control’, maar zijn leven wordt nog steeds door zijn lichaam en verlangens gedicteerd.

Voor de Vegetariërsbond, het milieu en de dieren maakt het niet zoveel uit op welke manier mensen voor vegetarisch kiezen. We zullen daarom alle vormen wel willen aanmoedigen.  Toch denk ik dat het hedonistisch vegetarisme niet uitsluitend, maar wel vooral Angelsaksisch is. Het Nederlandse recept bevat naar mijn smaak een vleugje meer keuze en overtuiging.

9-7-2013 | Vlees is niet leuk

Onze samenleving kan geen leed verdragen. We hebben er geen zelfs geen woorden meer voor. Sinds facebook is onze vocabulaire vernauwd tot ‘vind ik leuk’ of ‘vind ik niet leuk’. Wie bezigt er nog zulke prachtige termen als ‘wroeging’ of ‘gramschap’?  Voor leed of tegenslag is geen plaats.
Alles draait om leuk, om vermaak. Wie kinderen wat wil leren ontwikkelt een app met een dom spelletje waar je de boodschap op een geslepen manier in verpakt. De kunst van het belangstelling wekken zijn de meeste leraren en pedagogen al lang verleerd. Ze zien er het nut niet eens van in. Wat is dat overigens ‘belangstelling’?  ergens belang- in- stellen, je er mee verbinden, waarbij zowel de leuke als de niet leuke elementen zinvol en belangrijk zijn.
Ondank dat we alleen maar in de categorie leuk- niet leuk kunnen denken zaten er nog nooit zoveel mensen aan de Prosac en kregen nog nooit zoveel mensen de diagnose ‘depressief’. Dat is het ware gezicht van een samenleving die alleen maar ‘leuk’ als categorie erkent.

Je zou je in dit verband kunnen verbazen over het feit dat we in ons land nog steeds zo’n omvangrijke vee-industrie huisvesten en daar vrolijk van mee-eten. Het leven in de vee-industrie en het slachten zijn namelijk helemaal niet ‘leuk’. En, anders dan het leed dat we persoonlijk meemaken, is het ook nog eens volslagen zinloos. Niemand of niets leert er iets van, wordt er wijzer van. Het is gewoon voor niets.
Blijkbaar hebben we voor dat wat ‘niet leuk’ is een blinde vlek. We kunnen en we willen er niets mee, staan hulpeloos.  Dat is ook niet zo gek, want wie heeft ons ooit geleerd ons ergens belangstelling voor te hebben, ons ergens mee te verbinden? Alles mocht immers alleen maar leuk zijn.

De vee-industrie en de slacht zijn te anoniem. Wat er gebeurt als we de slacht en ‘leuk’ met elkaar confronteren was afgelopen weekend te zien op het theaterfestival ‘Deventer op stelten’ . Daar was een act te zien van Boucherie Bacul. Een Vlaams gezelschap dat in een slagerskraam op het festival stond en allerhande knuffels en barbiepoppen op gruwelijke wijze en met veel omhaal tot ‘vlees’ verwerkte. Bloedvlekken tot op het plafond en kleine meisjes moesten huilen. Het is duidelijk, hier werden vlees en slacht uit de anonimiteit gehaald en drongen ze op gewelddadige wijze de wereld van ‘leuk’ binnen.  

Het is te controversieel voor een officieel standpunt van de Vegetariërsbond, maar aan de borreltafel ben ik een warm pleitbezorger van de thuisslacht. Een gebod op de thuisslacht wel te verstaand. Vlees eten oké, maar dan wel zelf thuis geslacht. Voor de dieren is het een tijdelijke achteruitgang, maar het aantal vegetariërs zou er tot ongekende hoogte door stijgen. Of het nu uit de onze tijd kenmerkende weekhartigheid is, uit medelijden of uit ethisch besef, ik schat dat ongeveer tachtig procent van de bevolking vegetariër zou worden en genoegen zou nemen met de producten van de Vegetarische Slager, die qua smaak nie

10-6-2013 | Vegetariërs leven vaak langer

Vegetariërs leven (iets) langer. Dat meldde de Volkskrant vorige week naar aanleiding van een groot onderzoek onder Zevende Dagadventisten in Canada. Dat vegetariërs over het algemeen langer leven was al bekend. Onduidelijk was af dat door hun keuze voor vegetarische voeding of door hun verder vaak gezondere leefstijl komt. Ze bewegen meer en drinken weinig, is een vaak gehoorde klacht uit de horeca. ‘Vegetarisch past binnen een gezonde en bewuste levensstijl’ is het motto van de Vegetariërsbond.

Een eerder grootschalig onderzoek van de Harvard University had al aangetoond dat vegetariërs gemiddeld acht jaar langer leven. Het verschil tussen vlees eten en vegetarische eten zou daarmee voor de levensverwachting even groot zijn als tussen roken en niet-roken. Nieuw aan het Canadese onderzoek is dat het allemaal mensen uit eenzelfde geloofsgemeenschap betreft die –naar de veronderstelling van de onderzoekers- een redelijk vergelijkbare levensstijl hebben. Beide studies spreken dus over een langere levensverwachting voor vegetariërs, zij het dat de ene studie het over acht jaar heeft en de andere over ‘iets langer’.

Het belangrijkste van deze nieuwe studie is zonder meer dat opnieuw bevestigd wordt dat vegetariërs niets missen en niet minder gezond zijn, integendeel. Deze angst voor een tekort aan voedingsstoffen is een groot obstakel in een cultuuromslag naar minder vlees eten. Veel mensen zouden wel minder of geen vlees willen eten maar denken dat het qua voedingswaarde niet kan. Bovendien is het idee aan voedingsstoffen tekort te komen de belangrijkste reden dat mensen een poging om over te stappen op vegetarische voeding opgeven.

Zolang deze mythe blijft bestaan is een massale overstap op vegetarische voeding kansloos. Groot probleem: ook veel vegetariërs geloven hier stiekem in. Uit eigen onderzoek van de Vegetariërsbond blijkt dat vegetariërs bovengemiddeld veel voedingssupplementen slikken. Vaak onnodig.

Onze kijk op voeding is, net als gezondheid in het algemeen, nogal  ‘gemedicaliseerd’. We denken dat de mens een machine of chemische fabriek is en dat overal een medicijn of supplement voor is om dit te reguleren. Alsof het gaat om de juiste afstelling van de machine. In die optiek is het ook belangrijk om precies te weten wat het effect van welke maatregel is.
Onze gezondheid zou dan, bij wijze van spreken, voor 5% bepaald worden door vegetarische voeding, 7% door voldoende beweging, 9% door afwezigheid van stress, 3% door voldoende frisse lucht, etc. etc. Onzin in mijn ogen, je kunt het niet zo opknippen. De mens die de keuze voor vegetarische voeding maakt en het effect van deze voedingskeuze vallen niet te scheiden.

De Canadese studie onderzocht met de Zevende Dagadventisten mensen die een gelijke leefstijl hanteren en kwam op kleine verschillen in levensverwachting. Maar is dat wel hetzelfde als de bewuste leefstijl die veel vegetariërs hebben en die wellicht in de studie van Harvard onderzocht werd, en waar veel grotere verschillen in levensverwachting werden gevonden?

De keuze voor vegetarisch komt veelal voort uit een houding en leefstijl, een idee hoe je je leven inricht. Vegetarisch past in een bewuste leefstijl. Ik zou in het algemeen willen stellen dat wie gezond wil leven eerst maar eens begint met na te denken over zichzelf en zijn verhouding tot de omgeving. Als autonoom individu.  Naast een heleboel andere keuzes die de gezondheid blijken te bevorderen zal dan ook vaak de keuze gemaakt worden om minder of geen vlees te eten. De vraag hoe we elkaar tot bewuste mensen kunnen maken is eigenlijk veel interessanter dan de vraag of vegetarisme voor 3% of voor 8% aan een gezonde leefstijl bijdraagt. Daar komen we namelijk nooit uit.

Wat wel belangrijk is, is dat de mensen die bewust hun voedingsgewoontes en leven vorm willen geven niet gehinderd worden door mythes. Het is een belangrijke taak van de Vegetariërsbond om de mythe weg te nemen dat vegetariërs voedingsstoffen tekort komen.

14-5-2013 | Doorbraak in de supermarkt

Het is ze weer gelukt. Opnieuw verslaat de Albert Heijn de concurrentie. Ditmaal in de categorie ‘goed nieuws voor de vegetarische zaak’.

Aanvankelijk leek het dat de Jumbo de beste kaarten zou hebben. De supermarkt deelde de afgelopen weken één miljoen vleesvervangers uit, samen met stichting Natuur en Milieu. De actie werd gefinancierd door de Postcodeloterij en werd begeleid door een reclamecampagne met uitingen in kranten en op stations. De actie had tot doel om het  publiek kennis te laten maken met vleesvervangers en zo te stimuleren in ieder geval af en toe de overstap naar vleesloos te maken.
Sympathiek, al doet het feit dat er zo massaal wordt weggegeven wel wat af aan waarde die het product uitstraalt. Voor iets dat echt goed is ben je altijd bereid om te betalen.

Toch kwam het grootste nieuws wat mij betreft van Albert Heijn. Deze maand heeft de Allerhande als thema ‘100% groente’. En inderdaad, geen vleesrecept te bekennen. Het is een mijlpaal. De Albert Heijn is een echte grutter. Het bedrijf doet niets uit idealisme, alles is weloverwogen gericht op winst.
Waarschijnlijk heeft een marketingafdeling geanalyseerd dat er een groeiende belangstelling is voor vegetarisch. Concurrent Jumbo kaapte aandacht door vleesvervangers uit te delen. Ik stel me voor dat ze bij Albert Heijn de term ‘vegetarisch’ toch nog wat te gewaagd, lees: te alternatief vonden. Het werd dus niet vegetarisch, vega of vleesloos, maar 100% groente.
Fantastisch. Albert Heijn mikt echt niet op een elitepubliek: op de website van Allerhande wordt stap voor stap uitgelegd hoe je een ui moet snijden.

Het corporate-blad geheel vegetarisch. Zo ver was Ekoplaza nog niet eens. Onlangs kreeg ik nog een klacht binnen dat bijna alle recepten in hun blad Smaakmakend op vlees zijn gebaseerd. Maar geen nood, ook dat gaat allemaal goed komen. Ekoplaza wordt namelijk de sponsor van de komende editie van de Langste Vegetarische Tafel. Met de kwaliteit van de ingrediënten zit het op dit evenement dus wel goed.

De winstmarges op vleesvervangers zijn hoger dan op vlees. De wijsheid in supermarktland is dat je vlees en melk goedkoop moet houden. Dit is bij veel mensen vast onderdeel van de boodschappen en op basis hiervan is een supermarkt in de beleving duur of goedkoop. Het geld wordt verdiend met alles wat een klant, eenmaal in de supermarkt aan andere spullen in zijn wagentje gooit.

CourgetteDat supermarkten de duurdere vleesvervangers wel eens in het zonnetje willen zetten is niet zo verwonderlijk. Je moet in deze tijden af en toe kijken wat aan slaat en waar je groei kunt realiseren. Het opmerkelijke is dat er in het nummer van Allerhande geen vleesvervanger te bekennen is. Hoe dat komt? De redactie van Allerhande heeft de ruimte om tamelijk onafhankelijk van de rest van het concern te opereren. Overwegingen over korte termijnresultaten in de verkoop spelen daarbij minder een rol. De overweging van Allerhande om een geheel vegetarisch magazine te maken is waarschijnlijk heel simpel: het is hip en het publiek is er aan toe. Dat is de beste reden die we ons wensen kunnen.

10-4-2013 | Vleesch noch visch

Het zal je gebeuren. Lig je als vegetariër in een ziekenhuis, krijg je iedere week een maaltijd met vis aangeboden. Als je dat vriendelijk maar beleefd afslaat en het personeel er aan herinnert dat je vegetarisch eet krijg je te horen dat vegetariërs ook vis eten. Na een woordenwisseling over wat nu wel of niet vegetarisch is komt de verpleger met een exemplaar van de Dikke van Dale uit de directiekamer aanzetten en leest hieruit voor dat volgens het woordenboek een vegetariër iemand is die geen vlees en soms ook geen vis eet. Discussie afgelopen.

Inderdaad, discussie afgelopen. Want de Dikke van Dale heeft vaak uiteindelijk het laatste woord.
De Van Dale beslecht niet alleen hoogoplopende ruzies bij het spelen van scrabble. Nederland balanceerde in de jaren ’80 op de rand van een politieke crisis over de uitspraken van de koningin in de troonrede. Centraal stond het gebruik van de term ‘met name’. Het bleek uiteindelijk dat er in het torentje een oudere versie van de Van Dale stond dan die de oppositie gebruikte. De positie van premier Lubbers was gered. Wie de Van Dale raadpleegt mag in de veronderstelling verkeren het definitieve gelijk aan zijn kant te hebben.

Nu heeft het opgediend krijgen van vis op je ziekbed wel niet de ernst van een kabinetscrisis, het is toch wel een seriezere zaak dan het spelen van een potje scrabble. Zaak dus om de definitie van het woord ‘vegetariër’ scherp te krijgen. Een vegetariër eet volgens de Vegetariërsbond niets van het gedode dier. Zo hanteren we de definitie al 119 jaar. Concurrent Wolters heeft het in haar woordenboek overigens keurig overgenomen.

Inderdaad is het zo dat er soms mensen zijn die zich vegetariër noemen en wel vis eten. Daar is het woord ‘pescotariër’ voor gereserveerd. Het bekt inderdaad niet lekker, maar dat moet je er als vis- eter voor over hebben.  Vaak introduceren de meestal-vegetarisch-maar-soms- vis etenden zich als  ‘Ik ben vegetariër maar eet wel vis’, waarmee men dan direct bevestigt dat het eten van vis afwijkt van de geldende opvatting over het woord vegetarisch. 

Overigens brengt de Van Dale zichzelf ook in de problemen door vlees te omschrijven als ‘spiermassa van dieren’. Daar vallen dus ook vissen onder. De beschrijving van het woord vegetariër wordt daarmee een ‘contradictio in terminis’.
Alles wordt op deze manier nodeloos ingewikkeld voor vegetariërs, pescotariërs, carnivoren, onschuldig verplegend personeel en vele anderen. Laten we de zaak eenvoudig houden en stellen dat een vegetariër niets van het gedode dier eet.

Een afschrift van deze blog gaat naar de redactie van de Dikke van Dale.

Update: uit de reactie van de uitgever blijkt dat de nieuwste druk de goede definitie hanteert. De internetversie is echter nog niet aangepast. Nu maar hopen dat de verpleger niet met een tablet aan komt zetten.

12-3-2013| De hete zomer van de streetfood

Zelden was het zo koud in maart, maar als de tekenen niet bedriegen staat er een hete zomer van de streetfood voor de deur.  De streetfoodinitiatieven die nu het licht zien zijn hip, creatief en vegetarisch. Maar denk maar niet dat je zomaar gezond voedsel aan de man kan brengen. Ze werken tegen de verdrukking in. Streetfood is guerilla

De meeste frisse vleesloze initiatieven komen we tegen bij de streetfood. Dus… misschien gebeurt het wel gewoon bij jou om de hoek. Of toch niet? Onder de naam ‘Vlees noch Visch’ rijdt met een hip mobiel cafetaria door Nederland. Griekse Pita's met vegetarisch gyros en zelfgemaakte tzatziki worden aan de man gebracht. Een vergelijkbaar  initiatief is The Food line Up van Lotte Wouters. Zij deelde op het Beursplein in Amsterdam gratis vegetarische lunches uit. In ons magazine Leven dat over een week bij de leden van de Vegetariërsbond in de bus valt komt Lotte uitgebreid aan het woord.

Vorige week werd de Vegetariërsbond nog benaderd door een startende ondernemer die vanuit een grote pompoen vegetarische en duurzame snacks wil verkopen. Alleen een sponsor ontbreekt nog.
Tenslotte gaat Stichting Natuur en Milieu deze zomer op pad met de mobiele ‘Flexitaria’, vanwaar ook weer vegetarische snacks uitgedeeld zullen worden.

Gewoon op straat je bedrijfje starten heeft natuurlijk als voordeel dat je relatief lage aanloopkosten hebt. Je kunt gewoon beginnen, iets wat de meeste creatieveilingen beter ligt dan het schrijven van een uitgebreid bedrijfsplan en het bedelen om een lening bij de bank die je toch niet krijgt omdat ze je initiatief niet snappen.

Helaas blijft Nederland angstvallig vasthouden aan de bitterbal en hamburger. Gelukkig  gaat het niet zozeer om het publiek dat na kennis gemaakt te hebben met de vegetarische snacks meestal erg positief reageert. Nee, het probleem ligt bij bureaucratie en gemeentelijke verordeningen. Alle bovengenoemde initiatieven staan op festivals of geven hun eten gratis weg. Op straat eten verkopen is momenteel aan strikte regels gebonden en het kan tot dertig jaar duren voordat je op een geschikte locatie voor een vergunning in aanmerking komt. Het uitdelen van gratis vegetarisch eten door The Food Line Up is dan ook vooral een ‘guerrilla’ actie.
Op internet is door Vlees noch Visch een petitie gestart om het probleem op de politieke agenda te krijgen. Je zou op het eerste gezicht zeggen dat er wel politiek draagvlak voor een gezonde snackcultuur te realiseren valt. Maar zoals gewoonlijk heeft de politiek en ambtenarij alleen oog voor langlopende convenanten met grote friet en –hamburgerbakkers.

Het zou mooi zijn als het lukt om de verkoop van  gezonde en vegetarische voedsel op straat de ruimte te geven.  Dat zou nog een extra feestelijk tintje geven aan de Langste Vegetarische Tafel die we in juli weer op het Museumplein willen organiseren. We willen dan met duizend deelnemers het wereldrecord Langste Vegetarische Tafel breken. Overigens houden wij de maaltijd gewoon gratis, maar wel in de open lucht, gezond, vegetarisch en erg lekker.

12-2-2013| Megadrama in de kinderschoenen

Het is zover: de Vegetariërsbond heeft zich genoodzaakt gezien een klokkenluiderpunt in te stellen. Een klokkenluiderpunt? Brengt de Vegetariërsbond binnenkort een nieuw schandaal onder de aandacht, waar de kranten niet over uitgeschreven raken en Pauw en Witteman hun avond mee vullen. Iets met omkoping of miljardenfraude? Ik kan u zeggen: de zaak die we nu willen aankaarten is vele malen ernstiger en ingrijpender. Het meldpunt gaat namelijk over ongezonde- en vleesvoeding op crèches en kinderdagverblijven.

‘O’ hoor ik de lezer denken. ‘dat klinkt helemaal niet zo groot en schokkend’, zoals alles wat met kleine kinderen te maken heeft op het eerste gezicht maar klein en onbeduidend lijkt. Maar heus: een korte rondvraag in onze eigen omgeving leverde al snel een aantal misstanden op: uitsluitend chips als tussendoortjes, kinderen die dagelijks leverworst krijgen en zo nog veel meer. Veel lezers zullen denken dat dit inderdaad niet helemaal de bedoeling is, maar of dit nu een klokkenluiderpunt rechtvaardigt? Er zijn belangrijkere zaken om ons druk over te maken, nietwaar?

De meeste ziekten en ongemakken ontstaan niet door wat we aan eten of voedingsstoffen tekort komen, maar door wat we teveel eten. Dat geldt niet alleen voor onze Westerse samenleving. Ook in de derde wereld sterven nu al meer kinderen aan obesitas gerelateerde ziekten dan aan de honger. Een bizar gegeven. We overeten ons en sterven er op termijn massaal aan.
Voor de Nederlandse overheid is obesitas een veelkoppig monster. Het is gesignaleerd, maar men heeft eigenlijk geen idee van hoe het effectief bestreden kan worden.

brochure Moeder en KindEen deel van de oplossing ligt naar mijn idee in het leren proeven. Heel eenvoudig, maar essentieel. Zoals ook in onze nieuwe brochure over kindervoeding te lezen valt, geeft ons lichaam het vanzelf aan als we genoeg gegeten hebben en kunnen we ook heel goed zelf ervaren waar ons lichaam behoefte aan heeft. Als we maar echt hebben leren proeven, vanaf het allereerste begin. Dit proeven leert een kind doordat het een variëteit aan voedingsmiddelen aangeboden krijgt die hun authentieke smaak behouden hebben. Chips en snoep en veel andere bewerkte producten en gemaksvoeding horen daar uitdrukkelijk niet bij. Het wordt tijd dat crèches gaan beseffen dat deze producten voor jonge kinderen wel makkelijk maar niet onschuldig zijn.

Stichting Kind en Voeding is een paar jaar geleden begonnen met smaaklessen op scholen. Voor veel kinderen gaat er een nieuwe wereld open. Het werk van de stichting is overigens niet gesubsidieerd of gesponsord. De overheid ziet het belang er niet (voldoende) van in, de industrie ziet niet hoe leren proeven de omzet kan doen stijgen. Sinds de lessen gratis zijn loopt de zaak als een trein. Scholen willen namelijk wel, maar voor zoiets als smaaklessen valt geen budget te reserveren.

Jammer en tekenend, want ik denk dat smaak en proeven ook op een abstracter niveau van belang zijn. Proeven is meer dan de ‘technische’ kant van de zaak: dat we 10.000 smaakpapillen hebben en vijf basissmaken kunnen onderscheiden, dat de papillen voor bitter achter op de tong gelokaliseerd zijn en die voor zoet voor op de tong. Proeven legt ook de basis voor onszelf verhouden met de buitenwereld, leren onderscheiden, leren een oordeel te vormen. Proeven is daarmee een belangrijk vormend onderdeel van de opvoeding waar nauwelijks aandacht aan besteedt wordt.

Ook hier kan een overwegend vegetarisch voedingspatroon helpen, omdat dit vaak wat minder vet en zout is dan het gemiddelde menu van de vleeseter. Hierdoor kunnen andere smaaknuances beter tot hun recht komen. En meer dan twee dagen per week paté op brood is voor jonge kinderen gewoon ongezond.
Met het klokkenluiderpunt hoopt de Vegetariërsbond bij te dragen aan een andere manier van denken over voeding, smaak en vlees voor jonge kinderen. Want zoals wel vaker ligt ook hier de oplossing voor grote problemen in eenvoudige veranderingen in ons dagelijks leven.

15-1-2013 | Vegetariërsbond of Vegaburgerbond?

Ik hoort het vaak om: ‘vegetarisch eten is nu zoveel makkelijker geworden met al die nieuwe vleesvervangers’. Als de vegaburger er inderdaad voor zorgt dat mensen massaal het vlees vaarwel zeggen is dat natuurlijk fantastisch, massaal promoten dus. Maar soms vraag mij af of we ons niet al te zeer blind staren op de vegaburger en er wonderen van verwachten die niet waargemaakt kunnen worden. Is de vegaburger echt het panacee?

De Vegetariërsbond doet op dit moment een breed onderzoek naar de manier waarop vegetariërs in hun eiwitten voorzien. De conclusies hiervan moeten nog worden getrokken, maar op basis van een vluchtige blik over de vragenlijsten krijg ik de indruk dat de vegetariërs van veertig jaar en ouder aanzienlijk minder vleesvervangers eten dan de jongere generatie. Op zichzelf heel logisch. Deze mensen kozen voor vegetarische voeding op een moment dat er nog nauwelijks commerciële vleesvervangers waren en hielden vast aan de kookgewoontes die ze destijds ontwikkeld hebben.

Maar ook de principiële kritiek tegen vleesvervangers komt veelal uit deze hoek. ‘Hoezo moet vlees vervangen worden? Het heeft ons niets bijzonders te bieden’ Een naam als de Vegetarische Slager is voor hen een gruwel. De jongere generatie ziet juist de humor van de naam in, die eigenlijk naar dezelfde opvatting verwijst: vlees heeft niets bijzonders te bieden dat ook niet op een andere manier verkregen kan worden. Zelfs de smaak is niet uniek, die kunnen we gewoon op plantaardige basis namaken. Lang leve de commerciële vleesvervanger dus, die een cruciale rol toegedicht wordt in de overstap naar vegetarische voeding. Het aantal Nederlanders dat ervoor kiest wel eens maar niet elke dag vlees te eten vanwege gezondheidsredenen, het milieu of dierenwelzijn (bewuste flexitariërs) is flink toegenomen: van 22% naar 35%. Maar als Nederlanders geen vlees eten, maakt maar 17% gebruik van kant-en-klare vleesvervangers. Een groot deel van de vleesminderaars laat het vlees gewoon weg, zonder er een burger voor in de plaats te leggen. (Motivaction, 2012) De omzet van de vleesvervangers groeit dan ook nauwelijks of krimpt zelfs.

De kant-en-klare vleesvervanger lijkt daarmee vooral van belang voor de jongere voltijd vegetariër. Zelf voel ik wel wat voor de kritiek van de oude garde. Een 51-jarige vegetariër merkt bij het invullen van onze voedingsvragenlijst:’ Commerciële vleesvervangers zijn hoog bewerkte, fijngeslagen en weer aan elkaar geplakte voedingsvezels die geen vitaliteit meer hebben. Ik kies voor 1e hands eiwitten. ‘ Dat we geen vlees eten is voor de Vegetariërsbond natuurlijk hoofdzaak. Maar vervolgens is de vraag wat we wel eten relevant. Wie kiest voor gezond en vitaal voedsel is in mijn ogen spaarzaam met allerlei bewerkte producten. Daar hoort misschien wel een andere manier van koken bij, waarbij de rol van de traditionele aardappel kritisch bekeken moet worden. Aardappelen hebben zelf weinig eiwitten en vragen om een extra eiwitbron er naast: traditioneel dus vlees en voor de vegetariër eventueel een vegaburger. Wie pasta, rijst of andere granen tot basis van zijn maaltijd kiest heeft deze behoeft al een stuk minder. De laatste decennia zijn de keukens die hierop gebaseerd zijn al een stuk gangbaarder geworden en hier geldt vaak: weglaten of aanvullen met bijvoorbeeld een handje noten is voldoende. Als Vegetariërsbond zouden we mensen niet alleen moeten oproepen om geen vlees te eten, maar ook een voedingspatroon adviseren dat gebaseerd is op gezonde en verse producten. De recepten in onze maandelijkse digitale nieuwsbrief helpen daarbij. De vegaburger is misschien een tussenstap naar volwaardige vegetarische voeding, soms gewoon makkelijk, maar zeker geen einddoel.

4-12-2012 | Twee haantjes vrij

De enige reden waarom de bio-industrie kan bestaan is omdat het in volledige anonimiteit gebeurt. Wordt die anonimiteit doorbroken en de slacht van dieren zichtbaar gemaakt, dan proberen we dit zo snel mogelijk weer weg te stoppen. Dat de praktijk intussen gewoon doorgaat lijkt daarbij minder belangrijk dan onze gemoedstoestand. De commotie rond de aangekondigde slacht van de haantjes Foppe en Paul illustreert dit pijnlijk.

Het Amsterdamse debatcentrum de Balie wilde de twee haantjes slachten als onderdeel van haar debatavond over voeding. De slacht had iets tussen kunst en maatschappijkritiek moeten zijn. Althans officieel. Wellicht was het niet meer dan een goedkope PR stunt. Zo heeft het in ieder geval wel uitgepakt. De aankondiging deed een storm van protest oplaaien. Uiteindelijk ging de slacht niet door. De vergunning werd geweigerd. Foppe en Paul wisten de dans te ontspringen en mogen de rest van hun dagen in vrede slijten op een boerderij. Wellicht een mooi scenario voor een kerstfilm voor volgend jaar.

De twee haantjes zijn dus gered. Al had het afblazen van de slacht dan een bureaucratische oorzaak, het voelde toch als een overwinning en dierenminnend Nederland kon weer overgaan tot de orde van de dag en zich bezighouden met het redden van huisdieren of andere dieren, liefst in het verre buitenland. Dat er in Nederland 500.000.000 dieren geslacht worden die op minder media-aandacht mogen rekenen hoort echter bij diezelfde dagorde.

Nee, natuurlijk is de Vegetariërsbond niet voor het slachten van twee hanen op het toneel van De Balie. Maar alle commotie deed vermoeden dat hier een ethische grens werd overschreden. Welke grens vraag ik mij dan af. Kan het dan werkelijk erger dan de dagelijkse gang van zaken in de bio-industrie? Het verwerpelijke aan de slacht in de Balie zou zijn dat het hier om ‘kunst’ zou gaan. In mijn ogen wordt in deze opvatting de rol en verantwoordelijkheid van kunst in het zichtbaar maken van de ware aard van onze samenleving tekort gegaan. Maar akkoord, waarschijnlijk hadden de critici een opvatting over kunst waarin kunst gelijk wordt gesteld aan ‘leuk’. Is het slachten van een kip in de Balie voor de ‘leuk’ werkelijk zoveel erger dan het eten van diezelfde kip voor de ‘lekker?’. Voor je gezondheid hoef je die kip in ieder geval niet te eten… Ikzelf zie geen doorslaggevend onderscheid tussen ‘leuk’ en ‘lekker’.

We hadden te maken met een korte golf van ‘feel good’ protest. Het protest geeft ons het warme gevoel dat we beschaafde mensen zijn. Er zijn twee kippen met een gezicht de dans ontsprongen. Hoeveel vegetariërs zouden er onder de protesterenden hebben gezeten, vraag ik mij af. En ook voor die vegetariërs geldt wat mij betreft de energie van de hype beter gestoken had kunnen worden in het bestrijden van de dier(en mens) onterende machine die de bio-industrie in ons land op dit moment is. Wat dat betreft kan ik mij wel vinden in de slotpassage uit de verklaring van De Balie:
Een laatste woord voor eenieder in de zaal. Als u vegetariër bent, buigt u dan over de massaslacht van 500.000.000 dieren per jaar in Nederland. En als u dat niet bent, heb dan het lef om uw voedsel in de ogen te kijken voor het sterft.

Om terug te komen op mijn beginzin. Het grote probleem van de bio-industrie is dat het zich in volslagen anonimiteit afspeelt. Rationaliteit en gevoel zijn hier volledig uit elkaar getrokken. En deze situatie stelt ons voor keuzes waar ratio en gevoel ook op gespannen voet met elkaar lijken te staan: waren Foppe en Paul wel geslacht, dan hadden twee of drie mensen uit de zaal wellicht voor kortere of langere tijd van het eten van vlees afgezien (de Vegetariërsbond heeft vorig jaar berekend dat een Nederlander in zijn leven 727 dieren eet). Nu is het leven van twee hanen gered. En o ja, we hebben er een prettig gevoel aan over gehouden dat we nog wel even vast kunnen houden, want er is nog geen enkele dierenbeschermingsorganisatie geweest die de commotie gebruikt heeft om het grotere drama goed onder de aandacht te brengen.

13-11-2012 | Oermens at weinig vlees maar dronk veel Heineken?

Zo af en toe kom je ze nog tegen: mensen die beweren dat het eten van vlees de meest natuurlijke voedingswijze is. Deze uitspraak is dan gebaseerd op het beeld dat de oermens zich hoofdzakelijk met vlees zou hebben gevoed. Dit voedingspatroon zou daarom eigenlijk ideaal zijn. Opnieuw blijkt hieruit dat onze voeding een heel eigenaardig terrein in onze beleven en denken is. Op alle andere vlakken doelen we met een verwijzing naar de oermens op lomp en onbeholpen gedrag. Wie vanaf het kantoor van de Vegetariërsbond de straat op gaat en zich als de verbeelde oermens gedraagt wordt binnen tien minuten in de boeien geslagen (elders in het land duurt dit misschien langer, hier in Amsterdam is veel politie aanwezig). Het vermeende gedrag van de oermens is in onze samenleving onhoudbaar.
Maar als het om voeding gaat zou de leefwijze van de oermens een ideaalbeeld vertegenwoordigen.

Interessant is daarom het recente onderzoek van de University of Cambridge waaruit blijkt dat de oermens helemaal niet zoveel, laat staan uitsluitend vlees at. Vlees bevat makkelijk te identificeren stikstof isotopen. Door de isotopen in 12.000 jaar oude botten te meten, kwamen de paleontologen van de University of Cambridge er achter dat vlees niet zo vaak op het menu stond als tot nu toe werd aangenomen. Slechts 40 tot 50 procent van alle eiwitten kwam uit vlees, zo concludeerden de onderzoekers.

Eerdere studies waren tot de conclusie gekomen dat 60 tot 80 procent van alle voedingsstoffen die mensen vroeger aten van vlees afkomstig waren. Het dieet van de mensen 12.000 jaar geleden lijkt sterk op dat van arme boeren in het huidige India, zeggen de onderzoekers in het American Journal of Physical Anthropology. Ook daar is vlees een luxe en is het dieet veel meer op groente en granen gebaseerd. De oermens at dus zoals de India, de bakermat van de vegetarische voeding. Wanhopig zal de verdediger van het vermeende vleesrijke oerdieet naar zijn snijtanden wijzen. Die zijn toch duidelijk bedoeld om stukken rauw vlees mee uiteen te rijten? Daar kun je ze inderdaad voor gebruiken (maar ook voor het eten van paprika of het doorbijten van plakband. Ik heb er zelfs mensen bierflesjes mee zien openmaken. Dat zal de woeste vleeseter zeker aanspreken, maar hieruit blijkt niet onomstotelijk dat de oermens over kroonkurken beschikte of dat ons lichaam ons nu eenmaal dwingt om bier te drinken). Ook fysieke bewijzen dat ons lichaam bedoeld is om vlees te eten houden over het algemeen geen stand. Ons gebit en ons darmenstelsel is ingericht als dat van een planteneter. We hebben een korte darm, beschikken over kiezen en een zachte tong.

Toch moeten we de verdediger van de oermaaltijd serieus nemen. Niet vanwege zijn pleidooi voor vlees, maar voor het verlangen dat hier achter ligt: vitale voeding in plaats van het bewerkte, geraffineerde en dode spul dat ons onder het mom voedsel aangesmeerd wordt.

11-9-2012 | Een halve worst is half werk

‘We moeten minder vlees eten’ kopt het dagblad Trouw groot op de voorpagina. Aan het woord is de tienjarige Casper van Kessel, die in het kader van een onderzoek vertelt over zijn idealen. We zien dat er op alle fronten beweging komt in de doorbraak van vegetarische voeding. Lange tijd hoorde de uitspraak dat er minder vlees gegeten moet worden vooral thuis in het wetenschappelijk debat over ‘eiwittransitie’. Maar deze uitspraak betekent nog niets als het alleen een droge aanbeveling is van onderzoekers en ambtenaren die tijdens de lunch gewoontegetrouw hun broodje met boterhamworst eten.

‘Minder vlees eten’ krijgt pas handen en voeten als de Turkse eigenaar van een lunchroom in het kansarme deel van Amsterdam Oost mij ongevraagd over zijn uitgebreide vegetarische aanbod begint te vertellen. Dat gebeurde mij gisteren, terwijl ik toch niet op mijn voorhoofd heb staan dat ik directeur van de Vegetariërsbond ben.
Een ander goed teken is het bericht dat Unilever een deel van zijn producten ‘hybride’ wil maken. Hybride wil zeggen dat er in een worst plantaardige grondstoffen (een mengsel van rijstebloem en zeewier) worden toegevoegd, terwijl het toch een worst blijft. Uit test blijkt dat de worst met plantaardige toevoeging soms zelfs beter smaakt dan het origineel. Dat laatste verbaast de rechtgeaarde vegetariër natuurlijk niets. Het bijvoegen kan in de ogen van Unilever zonder problemen tot dertig procent van het volume. En dat betekent bij een gigant als Unilever een forse stap in de goede richting.

Maar ook een worst die maar half worst is blijft een halve worst en daar kunnen we als Vegetariërsbond natuurlijk geen genoegen mee nemen. Als we toch beginnen met het bijvoegen van zeewier, waarom dan niet meteen ‘all the way’? Dat doet Lisette Kreischer met haar Dutch Weed Burger. De zeewierburger is uitontwikkeld tot de perfecte smaak en staat klaar als smaakvol alternatief voor de gangbare burger. Zo mogen we het van Lisette alleen niet noemen. Voor een goede ‘branding’ zijn woorden als vleesloos of vleesvervanger funest. De burger is gewoon een op zichzelf staand uniek product. ‘Het luister bij de branding van de weedburger heel nauw, mensen vinden de burger erg lekker als de marketing maar gelikt genoeg is’ Nu, hoe dat moet kan Lisette Kreischer dagelijks afkijken bij grote broer Unilever dat doet. Voor Vegetariers is ‘vleesloos’ echter geen diskwalificatie maar een aanbeveling. De enige vraag is: waar is de zeewierburger te koop? Vanaf De Vegetarische Restaurantweek van 1-7 oktober zal de burger bij een aantal restaurants voor het eerst voor de gewone consument te bestellen zijn. Raadpleeg de site kort voor het begin van de week voor het meest actuele overzicht.

14-8-2012 | Lekker dineren in crisistijd

Menig vegetariër zal bij terugkomst van vakantie het gevoel hebben pionierswerk te hebben verricht. Weken heeft hij geteerd op geïmproviseerde maaltijden bereid op het gasstelletje op de camping of in de keuken in het appartement. Wil je uit eten, wat toch ook een beetje bij vakantie hoort, dan wordt het knap lastig om een geschikt restaurant te vinden. Vakantie is fijn, maar voor vegetariërs culinair niet altijd even ontspannend. Maar of het thuis echt zoveel beter is? De Vegetarische Restaurantweek van 1 tot en met 7 oktober biedt in ieder geval de mogelijkheid om de schade ruim in te halen.

We hebben vaak het idee dat het buitenland op vegetarisch gebied achtergesteld is. De website Happy Cow kan de toerist uitkomst bieden. Het geeft een redelijk overzicht van het vegetarische aanbod wereldwijd. De website maakt in ieder geval duidelijk dat Nederlands massatoerisme niet automatisch tot een goed vegetarisch aanbod leidt. Benidorm kent één vegetariërsvriendelijk restaurant, Tenerife geen. Ibiza (ook onder Duitsers erg populair) vier en Kreta eveneens vier.

Ik vraag mij altijd af hoe de keuken in deze landen er enkele decennia geleden uitzag. Spanjaarden vormden tot vier decennia geleden nog een berooid volk, waar lang niet altijd vlees op tafel kwam. Het kan toch niet zijn dat er in die tijd nooit lekker gegeten werd? Mijn eigen ervaring in Oost-Europa en Rusland leert dat de vegetariër het best bediend wordt in de goedkoopste gelegenheden. Zogenaamd armoedevoedsel kan in deze landen verrassend lekker smaken. Het komt vooral op de creativiteit van de kok aan. Wellicht dat als neveneffect van de economische crisis op termijn ook de Zuid-Europese keuken weer interessanter wordt. Crisis maakt immers creatief.

In Nederland is ondertussen in veel restaurants de obligate omelet voor vegetariërs geëvolueerd tot een geitenkaassalade. Een bescheiden verbetering, maar het ontbreekt nog steeds aan kennis en creativiteit. Reden voor de Vegetariërsbond om het komende jaar samen een aantal Europese zusterorganisaties een speciale module voor vegetarisch koken in het beroepsonderwijs te ontwikkelen.

Maar moeten we tot die tijd gebruik maken van de buitenlandse crisiskeuken om spannende vegetarische gerechten te proeven? De Nederlandse horeca heeft het naar verluidt zwaar en verkeert zelf ook in een dip. Toch zijn er zo’n 800.000 vegetariërs en drie tot vier miljoen vleesminderaars die graag een beter vegetarisch aanbod zien. Deze doelgroep wordt nu nog nauwelijks bediend. In ons land zijn het een handjevol pioniers en een enkele topkok die de vegetarische keuken vernieuwen en uitbreiden. In Nederland betekent vegetarisch niet automatisch goedkoper. Groente is in de inkoop weliswaar goedkoper, maar de bereiding vergt meer tijd en vakmanschap.
Tijdens de tweede Vegetarische Restaurantweek laten de deelnemende restaurants zien wat ze op vegetarisch gebied in huis hebben. Keuze en kwaliteit staan hierbij centraal. Tijdens De Vegetarische Restaurantweek wordt de rijkdom van de vegetarische keuken zichtbaar. Zonder crisis, maar gewoon met de creativiteit van de voorlopers.

3-7-2012 | Etenstijd! De Langste Vegetarische Tafel staat gedekt

De toerist die woensdag 11 juli uit het Van Gogh museum komt zal zich wel even in de ogen wrijven van het schouwspel dat hij aantreft. Op het Museumplein staat dan de Langste Vegetarische Tafel opgesteld. Welke wereldstad heeft zoiets? In wat voor tafereel is hij beland?

Op die dag kunnen ruim 600 mensen aanschuiven aan de langste tafel op het Museumplein, om zich gezamenlijk tegoed te doen aan een gratis vegetarische maaltijd.
De toerist zou terug kunnen denken aan Van Goghs’s ‘aardappeleters’ dat hij zojuist in het museum heeft bewonderd. Hij zou de overeenkomsten en tegenstellingen kunnen zien. De magie van dit schilderij is dat men rond dezelfde tafel zit en zo duidelijk een gezamenlijke maaltijd nuttigt. Men deelt het weinige dat er is. Een even symbolisch als actueel thema. Ook wij moeten wat de aarde aan voedsel voortbrengt gezamenlijk delen. En alleen een overwegend vegetarische voedingswijze zal in staat zijn om de hele mensheid te voeden. Maar dat hoeft absoluut geen smakeloze hap te betekenen. Integendeel. Op het Museumplein staan veggieshoarma met knoflooksoep, bietensalade met dille, pittige wortel met sesamzaadjes en komein, humus, paprika courgette schotel en quinoa salade op het menu. En iedereen mag aanschuiven.

Naast het lekkere eten biedt de langste tafel ontmoeting en gezelligheid, op één van de meest prominente plekken in Amsterdam. Is dat vermeldenswaardig? Het is toch wel vaker ergens gezellig? Natuurlijk, maar de afgelopen decennia is de publieke ruimte op veel plaatsen steeds meer ingericht om elkaar niet te ontmoeten. Bankjes kregen eerst leuningen zodat ieder zijn eigen stukje afgebakende plekje kreeg en er geen zwervers op konden overnachten. Later werd de verspreid staande stoelen populair die allemaal een andere kant op gericht zijn zodat je elkaar ook niet aan hoeft te kijken. Op veel plekken zien we nu überhaupt geen straatmeubilair meer. Pleinen, straten en stations werden zorgvuldig ontworpen om ontmoeting te voorkomen. Maar woensdag staan er voor 800 mensen bankjes klaar.

Meer dan aan de stoffige aardappeleters van Van Gogh doet de langste tafel aan het schilderij van de gezellige boerenbruiloft van de Vlaamse schilder Pieter Breugel denken. Toeval? De Langste Vegetarische Tafel werd voor het eerst in 2010 in Mechelen georganiseerd. Een van oorsprong Belgisch fenomeen dus. Woensdag proberen we het Nederlandse record te breken en mikken we op minstens 600 deelnemers. Verschil is dat de bezoeker in België geacht wordt zijn eigen eten mee te nemen (eigenlijk meer een ‘dutch party’) terwijl het eten in Amsterdam gratis is. Eet smakelijk!

5-6-2012 | Een stille revolutie uit de zee

Revoluties beginnen vaak op een verrassend bescheiden manier. Het kan daarom zomaar zijn dat er zich een echte revolutie voor doet terwijl je het helemaal niet merkt. Er achteloos aan voorbij gaat. Ook nu is dat het geval, maar op Vlaggetjesdag in Scheveningen heb je de mogelijkheid om er vanaf het begin bij te zijn. Opnieuw begint het ogenschijnlijk simpel.
Ga maar na: haring, nootmuskaat, kruidnagel en zeewier. Het lijken toch geen bijzondere producten en ze zijn voor een habbekrats te koop. Zeewier spoelt zelfs gratis aan op het strand. Maar op een bepaald moment in de geschiedenis kunnen ze plotseling een rol van enorme betekenis spelen. Voor zeewier is dat moment nu aangebroken.

Maar eerst de haring, nootmuskaat en kruidnagel. Hoezo zijn die belangrijk en revolutionair?
Het is voor de Nederlandse geschiedenis van onschatbare waarde dat Willem Beukelszoon het 'haring kaken' uitvond. Plotseling werd het mogelijk haring langer dan een dag te bewaren. Nederland werd dankzij de haring een zeevarende natie. Toen het legendarische Constantinopel in Turkse handen viel en Europa afgesneden werd van haar eeuwenoude handelsroute met het Verre Oosten beschikte Nederland over voldoende schepen om grootschalig de tocht naar de Oost te maken. Op jacht naar specerijen!
De Nederlandse keuken mag dan een belabberde naam hebben, Nederland dankt zijn welvaart in de gouden eeuw wel degelijk aan de gastronomie. In de geschiedenisboeken zul je de analyse niet tegenkomen, maar de Duitse en Franse keuken zijn de drijvende kracht achter onze natie geweest. Zonder de smaakvolle gekruide gerechten in deze keukens had Nederland waarschijnlijk uberhaupt niet bestaan. We mogen de Duitse en Franse huisvrouw (of haar werkster) en haar gasten wel bedanken. Al smikkelend brachten ze Nederland ongekende welvaart. Een zakje nootmuskaat kostte in die tijd een fortuin.

Er is in de loop der eeuwen weinig veranderd. De overheid kan oneindig veel dikke rapporten schrijven over de concurrentiekracht van de Nederlandse economie en talloze maatregelen bedenken, ook nu liggen de kansen voor Nederland opnieuw op culinair gebied. Zeewier heeft de potentie om een belangrijke rol in de voedselvoorziening van de wereldbevolking te vervullen. Verschillende pioniers in ons land zijn hard aan het uitzoeken hoe dit zou kunnen. In de toekomst is het onontkoombaar dat we vlees als grootschalige leverancier van onze eiwitten verlaten. Bij een groeiende wereldbevolking en een groeiende consumptie past ons huidige niveau van vleesconsumptie eenvoudigweg niet op deze aarde. Maar voor de productie van zeewier lijkt nog ruimte genoeg. Qua volume zou zeewier dus een belangrijke rol kunnen spelen. Maar willen we het eten? Het komt, net als bij veel andere voedingsmiddelen, op de juiste bewerking aan.

Visachtige producten kun je prima van zeewier maken. Dat laten we op onze manifestatie op Vlaggetjesdag zien. Er wordt ook een voorproefje gepresenteerd van de eerste zeewierburger. De burger is nog in ontwikkeling, maar smaakt niet naar vis. Wel heeft hij de potentie om de gewone burger te vervangen. Hoe eerder de burger er is hoe beter. We hebben geen tijd te verliezen. Daarbij is het wel van belang dat we een wat hogere morele standaard hanteren dan destijds met de kruidnagels en nootmuskaat. Nederland hanteerde een productiemonopolie. Kruidnagels mochten alleen op het Indonesische eiland Ambon verbouwd worden, nootmuskaat alleen op de Banda eilanden. Op alle andere eilanden werden de struiken en plantages vernietigd. Het verbod op de verbouw buiten deze eilanden werd met bloedige strafexpedities gehandhaafd. Ook toen zat er dus al een bijsmaak aan sommige voedselproducten. Voor de zeewierburger en de andere producten uit zeewier zal dat hopelijk niet gaan gelden. Ze zouden ter beschikking moeten komen aan de gehele mensheid en zo bijdragen aan een mooiere wereld. It's about time! Maar wie zich opgeeft voor het evenement op Vlaggetjesdag kan er nog bij zijn!

15-5-2012 | Sexy veggie

Het is de vraag die elke marketeer zich stelt: hoe maak ik mijn product sexy. Wie hierover voldoende zinnigs (of onzinnigs) tussen een kaftje weet te krijgen kan daar fors geld voor vragen en in een dure auto rijden. Ik kan u echter verzekeren dat nog maar weinig mensen veel geld hebben verdiend aan het sexy maken van vegetarisch. Er gaat nog te weinig geld om in de vegetarische voeding en waarschijnlijk durft de marketeer het onderwerp niet eens aan. Te weerbarstig, te vastgeroest, al te veel beladen.

Het is daarom boeiend om te zien wat er nu op het gebied van vegetarische voeding gebeurt. De vegetarische trend wordt gedragen door vrouwen van 16-35 jaar. Daar wordt de gehaaide marketeer al wakker. Interessante doelgroep! En zie, deze 'doelgroep' heeft als geen andere het vermogen om zelf het onderwerp sexy te maken. Zo ging onlangs de website Sexy veggie online. Inderdaad, een sexy en trendy website voor vegetariërs, veganisten en flexitariers. Aan de bijdragen te zien vooral bevolkt door vrouwen van tussen de 16 en 35 jaar.

Het klinkt als een goedkope oplossing. Zet 'sexy' voor je onderwerp en klaar is Kees. Maar zo simpel is het niet. Probeer het maar eens met een rijtje oubollige of belegen termen: Sexy-vakbond, sexy plattelandsvrouwenvereniging, sexy postbezorging (hoewel, denkend aan 'the postman always rings twice' valt ook de postbode nog wel spannend te maken), sexy belastingformulier. Het is duidelijk. De termen vegetarisch en sexy zijn eigenlijk een heel vanzelfsprekende combinatie. Goed voorgeschoteld erotiseert vegetarisch eten immers zichzelf. Appels, aardbeien, winterpeen, we kunnen ons er allemaal wat bij voorstellen. Vegetarisch is dus 'inherent sexy', om het maar eens moeilijk te zeggen.

Het erotiseren van een biefstuk of kotelet is al een stuk moeilijker zonder te vervallen in smakeloosheid en vulgariteit. Wellicht voelt de vleesindustrie dit intuïtief aan en is dit de reden dat ze er in een eindeloze stroom onderzoeken en persberichten op blijven hameren dat de vrouw toch echt een wilde vleeseter als partner prefereert. Als dit al zo is dan moeten we vaststellen dat het vegetarische eten al snel sexyer is dan de man die het eet. Problematisch? Ach, het is al lang bekend dat voor de meeste mannen de liefde door de maag gaat. Hij ligt er niet wakker van. Voor de promotie van vegetarische voeding is dit 'inherent sexy' het in ieder geval een prachtig aanknopingspunt. Een inkoppertje voor de creatieve marketeer dus. Vrouwen tussen de 16 en 35 jaar bepalen in onze samenleving de trend. Zijn die eenmaal massaal om, dan volgt de rest vanzelf.

10-4-2012 | Een heldere keuze tegen vlees

Genoeg van de sleur van alledag? Vliegen de volle agenda en de torenhoge hypotheek je aan? Dat kan het moment zijn om heel bewust voor vegetarische voeding te kiezen. Wie de stap maakt zal zien dat er een bevrijdend element in het verlaten van vlees schuilt.

Natuurlijk, we zijn vrij om te reizen, onze vakantie te boeken en de mogelijkheden om te consumeren zijn voor wie het kan betalen bijna onbegrensd. Maar wie zijn leven een andere richting wil geven dan het gebruikelijke stramien loopt al snel tegen allerlei beperkingen aan. Wat kunnen we in ons dagelijks leven doen om hier boven uit te stijgen? Menig dertiger en veertiger voelt zich volledig vastgelopen.

We kunnen dagelijks ervaren hoe de mogelijkheid om ons eigen leven in te richten en onszelf als vrij mens te ontplooien steeds verder wordt beperkt. Veel om ons heen tendeert nu eenmaal niet richting een vrije en bewuste mens maar richting degeneratie. Wat dat betreft zijn de megastal en het troosteloze kantoorgebouw langs de snelweg verwant. Het leven wordt er teruggedrukt naar een lagere trap. De mens wordt tot dier gemaakt, het dier in de megastal tot plant en de plant wordt tenslotte in de moderne landbouw tot mineraal gemaakt. De waterige tomaat heeft wel volume, maar een geringe levenskracht.

Hoe kunnen we ons ondanks of juist binnen de sleur van alledag ontwikkelen tot bewuste en zelfstandige mensen? Als we beginnen bij de basis en ons daar vragen over stellen kunnen we een nieuwe weg in slaan en worden er nieuwe vensters geopend. En die basis is ons voedsel. Het is eenvoudig, doenbaar, maar verstrekkend. 'Je bent wat je eet' wordt er vaak gezegd. En dat geldt in alle opzichten. Welke voeding vinden we het waard om ons mee te voeden? Is het ei van een gestreste kip een voor de hand liggende keuze? Is het vlees van een varken uit een megastal een voor de hand liggende keuze? Voor veel mensen zal vlees überhaupt geen voor de hand liggende keuze blijken te zijn. Want direct speelt bij een bewuste houding in onze voeding de vraag op hoe we ons tot de omringende wereld, inclusief de dieren willen verhouden. Onder onze ogen blijkt op ons bord de wereld in het klein te liggen, met alle bijbehorende vraagstukken. Als we ons hier een juiste houding weten te vinden, een goede intuïtie voor kwalitatief voedsel weten te ontwikkelen en argumenten tegen elkaar afwegen en keuzes maken, dan is dat het begin van het terugveroveren van ons eigen leven. Ook al woon je in een Vinex wijk als Ypenburg of Leidsche Rijn.

Verstandelijk wil de bewuste mens weten waar ons voedsel vandaan komt en wie daar aan gewerkt heeft. Maar om via ons voedsel een stap naar onze eigen emancipatie te doen is kennis alleen niet voldoende. De ontwikkeling van smaak en intuïtie zijn al even belangrijk. Zo leggen we de basis voor een levensstijl die wakker en bewust maakt, die ons in staat stelt om ons ondanks onze dagelijkse beslommeringen verder te ontwikkelen. Bij een dergelijke streven past geen vlees. Vlees geeft een loom en verzadigd gevoel waarbij we geneigd zijn in slaap te vallen en ons over geven aan de sleur van alledag. Pythagoras verbood zijn leerlingen om deze reden al om vlees te eten. Hij eiste een volstrekte helderheid van geest van zijn leerlingen. Tegenwoordig ligt het op onze weg om hier uit eigen beweging voor te kiezen. Fitter en helderder zonder vlees is vandaag niet het credo voor een selecte groep leerlingen, maar bereikbaar voor iedereen.

13-03-12 | Vegetarische lichtpuntjes voor de economie

Je kunt met vegetarisch eten veel doen, maar de veerkracht van de economie voorspellen? De gedachten van etenswaren als graadmeter is niet nieuw. Zo introduceerde The Economist de ‘hamburgerindex’. Het aantal hamburgers dat een werknemer voor zijn salaris kan kopen blijkt een uiterst eenvoudige en vrij betrouwbare indicator voor de koopkracht in dat land.

Op mijn beurt zou ik durven beweren dat het vegetarische aanbod in de bedrijfskantine de concurrentiekracht van je werkgever kan voorspellen. Zelf ben ik enige jaren postbode geweest. Het vegetarische aanbod in de kantine was bedroevend. Met moeite kon je een kaassoufflé krijgen. Het aanbod werd al langer hoe slechter, tot de kantine geheel verdween en iedereen met zijn eigen broodtrommeltje in een verder uitgeklede kantineruimte aan moest schuiven. Het bleek een voorbode voor verder verval. Op zeker moment moest je toestemming vragen om een kopje koffie uit de automaat te halen en later zelfs om naar het toilet te mogen. Dat laatste heb ik gelukkig niet meer meegemaakt.
Gelukkig voert de Vegetariërsbond de campagne Eatgreen at Work. We roepen bedrijfsrestaurants in de campagne op om ten minste een dag in de week met een goed vegetarisch aanbod te komen en dit te promoten. Wat eten Nederlanders het liefst als ze overgeleverd zijn aan de goede zorgen van hun baas? Vanaf vandaag kan er gestemd worden voor de meest favoriete vegalunch op het werk.
Je kunt er trouwens ook nog eens het kookboek ‘Italiaans vegetarisch’ mee winnen, maar dat is voor thuis. Hoewel je het natuurlijk ook aan de kok van je bedrijfsrestaurant kunt doorgeven.

Ik ben erg benieuwd naar de resultaten. Innovatie, concurrentiekracht, marktwerking, het zijn maar lege woorden. Mocht blijken dat het aanbod in de meeste bedrijfskantines op geen enkele manier aansluit op de lekkere trek van de vegetarische werknemer, dan is dat voor mij een veeg teken. De optimistische voorspellingen van het Centraal Plan Bureau kunnen dan regelrecht de prullenbak in.
Blijkt de meest favoriete vegalunch alom verkrijgbaar, dan gloort er hoop en gaat Nederland blijkbaar na een smakelijke lunch goedgemutst weer aan het werk. Arbeidsvreugde of economie, het begint allemaal bij ons voedsel. Ik stel Centraal Planbureau voorstellen om volgend jaar premier Rutte te adviseren aan de hand van de vegalunch index.

7-02-12 | Is vegetarisch meer dan vleesloos?

‘We staan aan de vooravond van een omwenteling! Over twintig jaar is vlees eten net zo weinig geaccepteerd als roken. U kunt dan zeggen: ‘ik was erbij, ik behoorde tot de voorhoede’. Aan het woord is Jan Rotmans, hoogleraar transities. Alle opeengepakte aanwezigen in het zaaltje groeien een beetje van binnen. Diep van binnen wil iedereen immers tot de voorhoede behoren.

Het is de dag van de oprichting van 'Het Planeet' de ‘branchevereniging’ voor vleesvervangers. Een historische dag, zeker, want zo’n organisatie bestaat nog nergens. In Het Planeet zijn 23 producenten van vleesvervangende producten vertegenwoordigd. Tijdens de aansluitende proeverij blijkt dat er nog een lange weg te gaan is. De voorgeschotelde balletjes blijken voor 70% uit vlees te bestaan. Het panel mag beoordelenn welk balletje met 30% vleesvervanger het meest ‘echt’ smaakt. Productenkeurder en columnist Wouter Klootwijk roept uit: ‘ ik proef dode koe!’

Vleesvervangers hebben de afgelopen jaren een grote vlucht genomen. Ze zijn steeds ‘echter’ geworden. Het gejuich klinkt nu vooral nog vanuit de laboratoria in Wageningen en elders waar lang is gesleuteld aan de ontwikkeling van vleesvervangers met de juiste 'bite' en structuur. Het lijdt geen twijfel dat hiermee de vegetarische voeding een nieuwe fase ingaat, en nieuwe mensen voor zich zal weten te winnen. In de hectiek lijkt het dus alsof de NVB op haar wenken bedient wordt. Maar is de verandering die hier plaatsvindt –vanuit het oogpunt van voeding- echt zo ingrijpend?

Met wat meer afstand valt dat misschien wel mee. Een trouw NVB lid stuurde ons onlangs een exemplaar van het jubileumnummer van ‘de vegetarische bode’ uit 1954. Hierin schrijft de redacteur en arts Tine Kaayk: ‘Er bestaat een verschil tussen ‘alleen maar vleesloze voeding’ en ‘moderne voeding’, de eerste laat ‘alleen maar’ het vlees weg, de tweede is een zo gezond mogelijke voeding, die tevens vleesloos is.’

Deze opmerking heeft aan actualiteit niets ingeboet. Het volstaat niet om alleen maar te stellen dat we vlees weg moeten laten. Het menu zal er anders uit moeten gaan zien. Hoe? Kaayk haalt diverse onderzoeken aan waaruit blijkt dat vleesloze voeding op basis van natuurlijke producten veel gezonder is dan een menu gebaseerd op basis van vlees en geraffineerde producten. Als handvat voor een gezonde voeding zou de regel kunnen volstaan ‘laat het natuurlijke zo natuurlijk mogelijk zijn’. Vanuit dit perspectief mogen we ons wel wat vragen stellen bij de opmars van de vleesverangers. Natuurlijk, ook bij mij thuis gaat er geen week voorbij zonder dat er een vegaburger of tofu op mijn bord beland. Gemak dient de mens. Maar of ze een pannace zijn? Zijn vleesvervangers inderdaad de beste bestemming voor onze erwtjes en bonen? Wouter Klootwijk stelt zich in een van zijn collums terecht deze vraag, met een sneer naar vegetariers: ‘Hoe halen diervrienden het in hun hersens om minderwaardig vlees te willen maken van iets dat van zichzelf volmaakt is? Hebben ze weleens nierboontjes gekookt? O, dat is het natuurlijk, die lui kunnen niet koken.’ Blijkbaar hebben de verse nierboontjes Wouter Klootwijk in een staat van vervoering gebracht. Inderdaad, zo lekker kan vegetarisch zijn. De opmerking over de kookkunst van vegetariers zullen we hem dus maar vergeven.

10-01-12 | Een zilt jaar

De toon is gezet. 2012 wordt een zilt jaar. Direct al op 1 januari werd de eerste Vega-Dive, de nieuwjaarsduik voor vegetariërs gelanceerd. Onder het pseudoniem Hans Worst dook een tot nog toe onbekende man het water in, getooid in een verbouwde Unox muts, waar nog slechts het woordje ‘no’ van de letters van ‘Unox’ over was gebleven. ‘Volgend jaar zullen we via het gebruik van sociale media, zoals bijvoorbeeld twitter en hyves, proberen om meer deelnemers te mobiliseren voor dit geweldige evenement’

De duik is natuurlijk een parodie op de traditionele Nieuwjaarsduik in Scheveningen, die al jaren stevig gegijzeld is door de marketeers van Unilever. Marketingtechnisch heeft Unox natuurlijk een meesterzet gedaan. Voor de prijs van een paar oranje mutsjes verwerf je bijna onbegrensde media-aandacht. Maar met evenveel recht kun je zeggen dat zo’n koud bad een typisch vegetarische aangelegenheid is. Mede-oprichter van de NVB Felix Ortt nam nog tot op hoge leeftijd regelmatig een ijskoud bad. Dat was natuurlijk wel helemaal aan het begin van de vorige eeuw, in een tijd dat vegetarisch alleen geschikt was voor echte asceten die bereid waren afstand te doen van lichamelijke geneugten zoals smakelijk eten.

Dat is nu allemaal anders. We leven nu in het tijdperk van de ‘sexy vegetariër’, waarin vegetarisch best lekker mag zijn, in ieder geval qua smaak…Wel blijkt regelmatig dat de genomineerden nog wel eens een visje lusten (zie ook mijn blog van november hieronder). Zo ook de winnaars van 2012, Nicolette Kluiver en voetballer Evgeniy Levchenko.

Daar valt nog wat werk te doen. Vis is een grote blinde vlek, terwijl de urgentie hoog is. De oceanen worden in rap tempo leeggevist. De NVB zal dan ook tijdens de traditionele ‘vlaggetjesdag’ in Scheveningen aandacht vragen voor dit probleem. Tegelijk zullen we laten zien dat niemand de smaak van de zee hoeft te missen. De smaak van vis is eigenlijk de smaak van de algen die ze eten. Met algen zelf kun je prima een authentieke zilte smaak op je bord krijgen, zonder vis.
Gek idee? Unilever investeert al in algenproductie voor consumptie. Wellicht heeft het weidse uitzicht bij Scheveningen het blikveld van het bedrijf toch wat verruimd…

13-12-11 | Eten wat de pot schaft

Boerenkool met worst! Dat moeten de nieuw ingeburgerde Nederlanders volgens PVV’er Machiel de Graaf eten op het inburgeringfeest tijdens Landelijke Naturalisatiedag. Vlees is politiek geworden. Maar meestal niet op de manier die we gehoopt hadden. De redenen waarom veel mensen er voor kiezen om vegetarisch te eten spelen vaak geen rol.

Vlees is politiek omdat het gezien wordt als een belangrijk onderdeel van de nationale of religieuze identiteit. Zo steunde Wilders aanvankelijk zonder problemen het wetsvoorstel tegen de onverdoofde rituele slacht. Het leek een mooie manier om moslims een stuk van hun religieuze identiteit te ontnemen. Het werd lastiger voor de PVV toen bleek dat het wetsvoorstel goede kans maakte aangenomen te worden en ook joden het in het vervolg zonder rituele slacht zouden moeten stellen. De hele discussie in de kamer spitste zich verder toe op de vraag hoe een dier in de laatste vijf minuten van zijn leven het prettigst omgebracht kan worden. De plotseling ontluikte dierenliefde werd echter niet op de bio-industrie betrokken.

En nu moeten de nieuwe Nederlanders dus, als het aan het Haagse PVV gemeenteraadslid ligt, boerenkool met worst eten. ‘Lekker en gezond’ volgens De Graaf. Op hun inburgeringscursus hebben de nieuwe Nederlanders geleerd hoe het hier hoort, en de boerenkool met worst zou daar een prima sluitstuk voor zijn, in plaats van de multiculturele maaltijd die nu op het programma staat.
Tijdens de cursus leer je tot in detail hoe we hier in Nederland met elkaar omgaan (geen vuurwapens in het openbaar, eerst een afspraak maken voor je bij iemand op bezoek gaat). Een menu werd er tot nu toe niet in voorgeschreven.

Zijn nu in de ogen van De Graaf de 800.00 vegetariërs ook bij voorbaat gezakt voor hun Nederlanderschap, al kan dat de meesten niet eenvoudig ontnomen worden? Waarop berust het beeld van De Graaf eigenlijk? Nog maar een derde van de Nederlanders eet elke dag vlees, een even grote groep doet dat niet of weinig. Is het daarbij wel zo vaderlandslievend om worst te eten? Zou ook de echte patriot niet van vlees af moeten zien en zo snel mogelijk op een alternatief overstappen?

Enige tijd geleden rekende het Planbureau voor de Leefomgeving uit wat voor Europa de gevolgen van een internationale crisis zouden zijn waarin de handelsstromen tussen de continenten stil zou komen te liggen. De conclusie was dat het allemaal wel mee zou vallen, behalve op het gebied van de voedselvoorziening. Onze landbouw bleek met haar grote afhankelijkheid van (soja)import uit Zuid Amerika bijzonder kwetsbaar. De bio-industrie kan op dit moment zonder de goedkope soja voor veevoer niet bestaan. Dat heeft bij de PVV blijkbaar nog niet het inzicht doen ontstaan dat onze manier van veeteelt volledig uit de hand is gelopen. Laten we De Graaf ook maar niet vertellen dat fosfaat, noodzakelijk voor de productie van kunstmest, in hoog tempo schaars wordt. Europa is voor dit nieuwe ‘goud’ aangewezen op… Marokko, het enige land in de buurt dat over een noemenswaarde hoeveelheid beschikt. Zie je het al voor je? In 2030 bedelt premier Wilders bij koning Mohammed VI en eet tijdens het staatsbezoek uit beleefdheid graag een stukje halal geslacht vlees mee. Zelfs vanuit het oogpunt van een patriot zijn er genoeg redenen om nieuwe en oude Nederlanders aan te sporen om het vlees te laten staan. Zin in boerenkool met falafelballetjes?

8-11-11 | Wil de echte vegetariër opstaan?

Ophef in vegetariërland. Wakker Dier heeft op haar website de definitie van ‘vegetariër’ aangepast. Een vegetariër mag, volgens Wakker Dier, bij uitzondering heus wel eens vlees eten. Naar verluidt regende het klachten en opzeggingen bij Wakker Dier. Op internet kan zelfs een petitie getekend worden tegen de nieuwste inzichten van Wakker Dier.

Laat ik beginnen met Wakker Dier te feliciteren. Blijkbaar wordt de organisatie als gezaghebbend genoeg gezien om de definitie van ‘vegetarisch’ te kunnen wijzigen door een berichtje op een achteraf plek op haar website. Een hele prestatie.

Maar verder wordt ik nooit zo vrolijk van hoogoplopende definitiekwesties. Het is vaak een achterhoedegevecht dat tot scheuringen en polemieken leidt waar de buitenwacht geen touw meer aan vast kan knopen. Kun je het je voorstellen: midden in de ellende van het oorlogsjaar 1944 was er een hoogoplopend conflict binnen de Gereformeerde Kerk over de vraag of de slang in het paradijs nu wel of niet echt gesproken zou hebben. Dat jaar ging de afsplitsing van de ‘Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk’ haar eigen weg. Als buitenstaander vraag je je verbijsterd af of men toen echt niets beters te doen had. Oppassen dus met dit soort ruzies. Laten we vooral in het oog houden wat ons bindt: minder dierenleed en minder bio-industrie.

Dat gezegd hebbende: voor de NVB is er geen enkele twijfel wat de definitie van vegetarisch is. Deze luidt al sinds 1894 ‘onthouding van alle voedings- en genotsmiddelen afkomstig van het gedode dier‘.
Vervolgens moet iedereen zelf maar beslissen of en in hoeverre hij dit tot uitgangspunt van zijn handelen neemt. Maar laten we de definitie gewoon zo houden. Dat praat wel zo makkelijk!

Ik vermoed dat er een puur praktische reden achter de aanpassing van de definitie steekt. Blijkbaar laten zich met een te strakke definitie niet genoeg ‘sexy vegetariërs’ vinden. Dat is natuurlijk jammer, maar als je alleen maar supersterren wilt nomineren op den duur onvermijdelijk. Misschien moet het concept maar eens veranderd worden in ‘Wie van de Drie?’. Daar heb je maar één vegetariër voor nodig. Helemaal in stijl van het oude televisieprogramma kan er dan een hele reeks vragen gesteld worden aan de drie kandidaten. Dan doen we meteen op kleine schaal wat Diederik Stapel heeft nagelaten.

11-10-11 | Weken van verwarring

De week rond dierendag stond dit jaar niet alleen in teken zielige honden en poezen, maar vooral ook in het teken van vegetarisch. De eerste Vegetarische Restaurantweek, de lancering van het glossy Vega, eet geen dierendag en nog veel meer. Maar de echte opmerkelijke feiten speelden zich in de week er voor af. Niet gemerkt? Gelukkig maar. De week voor dierendag stond vooral in het teken van de reactie.

Ik had altijd het idee dat maatschappelijke organisaties als de Vegetariërsbond reageren op grote bedrijven en lobbies. Een soort David en Goliath. Wij slim en wendbaar, zij sterk maar log. Maar in deze wereld is niets meer wat het lijkt. De grote jongens zijn ‘lean and mean’ geworden. Zo kreeg het bedrijf achter de ‘gewone’ restaurantweek iets te vroeg lucht van het feit dat de Vegetariërsbond de eerste Vegetarische Restaurantweek zou gaan organiseren. Ze claimende alvast de meest geschikte domeinnaam en verschoof haar eigen week naar de week vòòr De Vegetarische Restaurantweek. Het publiek meldde zich zo een paar weken vroeger dan gepland bij de deelnemende restaurants om zich tegen gereduceerd tarief tegoed te doen aan biefstuk en kotelet.

Opvallender nog: de week voor dierendag was ook gebombardeerd tot de week van de vleeswaren. Klaarblijkelijk strategisch gekozen, zo voor dierendag, om aan de stroom vegetarische acties wat tegenwicht te bieden. ‘Binnen de Nederlandse vleeswarenindustrie bestaat behoefte om het imago van de productgroep vleeswaren te versterken’. Dicht bij je tegenstander blijven, lijkt de strategie van de industrie te zijn. ‘Close combat’. Hebben ze daar nou een strategisch adviseur of een duur reclamebureau voor ingehuurd? Waarschijnlijk wel, het budget van de campagne loopt op tot 0,4 miljoen, te financieren uit publieke middelen (lees: ons belastinggeld). Er wordt blijkbaar nog een tweede strategie wordt er gevolgd: de herkenbaarheid van je tegenstander ondermijnen. Zo bedient de Vegetariërsbond zich in haar logo en uitingen van een specifieke kleur groen en roze. Hetzelfde roze dat ook door Wakker Dier gebruikt wordt. Hoe denkt u dat het logo van de week van de vleeswaren er uit ziet? Inderdaad: groen met roze…



Groen en roze zijn zowaar de kleuren van de strijd rond vleeswaren geworden. Het bedrijf ‘Beeter’ produceert vleesvervangers, onder andere voor de Vegetarische Slager. Beeter opende maandag 3 oktober haar nieuwe fabriek met een borrel voor genodigden. Aan de goede kant van het weekend dus. De kleuren van het bedrijfslogo: groen met roze… Met de producten van Beeter is niets mis, maar als u groenroze ziet: Pas op voor namaak!

06-09-11 | Nog net op tijd vegetarisch?

Eerder werd op deze plek melding gemaakt van Fiona Lier die een jaar lang vegetarisch probeert te eten. Enthousiast doet zij op haar website vegetari-jaar verslag van haar bevindingen. Een mooi initiatief dat onlangs werd gekopieerd door de schrijver Ronald Giphart. Maar anders dan bij Fiona hebben de verslagen van Giphart in zijn column in de Volkskrant een zure ondertoon.



Het lijkt het maagzuur dat omhoog komt van het sprintje dat hij moet trekken. 'als-ik-snel-ben-dan-ben-ik-nog-net-op-tijd-hip'. Onderwijl nog verlangend naar een stukje vlees. Ik wist niet dat het met de overstap naar vegetarisch ook kon, maar het lijkt alsof iemand hier te abrupt zijn oude voedingpatroon heeft verlaten. Veel lijnende vrouwen weten het: een overstap op een compleet ander dieet zonder interesse in het nieuwe voedsel leidt tot emotionele onevenwichtigheid, verergerde terugval in het oude ongewenste patroon en in het ergste geval een blijvende disbalans.

Maar misschien is het ook wel gewoon Giphart’s schrijfstijl en schuilt er geen kwaadwillendheid achter. Want hij doet tevens een paar observaties waar we het onmogelijk oneens mee kunnen zijn. Zo noteert hij dat het vegetarische eten in restaurants vaak zwaar onder de maat is. Mee eens. Dat is dan ook precies de reden dat de NVB van 3 tot en met 9 oktober De Vegetarische Restaurantweek organiseert.



Smalend concludeert Giphart dat dit natuurlijk komt omdat vegetariërs geen smaak hebben. Wie laat zich anders veroordelen tot een leven met tofu en notenburgers? Ik zou willen roepen dat dit allemaal niet waar is, maar beter dan een welles-niettes gesprek is het om ondubbelzinnig aan te tonen dat Giphart ongelijk heeft. En dat treft, want de NVB heeft zojuist het eerste kettingbriefrecept op Facebook gelanceerd: iemand start met een ingrediënt, stuurt dit door naar zijn vrienden op Facebook die weer een ingrediënt toevoegen en doorsturen etc. Als er acht ingrediënten op de lijst staan is de lijst 'af' . Pierre Wind zal het winnende recept uitkiezen en op 21 september voor de opstellers koken. Anders dan bij de papieren kettingbrief kun je op Facebook precies bijhouden wat mensen aan jouw ingrediëntenlijst toevoegen. Even geen idee wat je met courgette of venkel moet combineren? Samen komen we er wel uit! Zin om aan te schuiven Ronald? We kunnen best een plekje voor je vrij houden.

10-08-11 | Het Vegetarische Vuur

'Het ene vuur steekt het andere aan'. Het barbecueseizoen is verreweg het moeilijkste seizoen om te pleiten voor de vegetarische keuken. Eerzame huisvaders die de rest van het jaar op kantoor achter het beeldscherm slijten rijgen zich een schort voor, ontsteken het vuur en kantelen hompen vlees op een rooster. Het is één van de weinige momenten waarin ze in hun overgereguleerde leven een stukje oer-gevoel kunnen beleven. Kom daar niet aan.

Buiten het barbecueseizoen is het al moeilijk genoeg om de juiste toon te vinden. We hebben als Vegetariers en als NVB natuurlijk altijd het gelijk aan onze kant, maar op de één of andere manier doen onze gezondheidsadviezen en waarschuwingen voor dreigende rampen de gemiddelde Nederlander het water nog niet in de mond lopen. Het beeld blijft toch bestaan dat de NVB mensen met zachte drang richting een bord met sla en tofu probeert te bewegen. En hoewel een groot deel van de vleeseters nog nooit tofu heeft geproefd weet men: het is niet lekker.

Uit onderzoek is gebleken dat ‘variatie’ een belangrijk motief is om ‘eens een keer geen vlees te eten’. Met die kennis gewapend verkondigde ik een poos dat er wel drieduizend soorten bonen bestaan, allemaal met een eigen smaak en karakter. Bij nader inzien een weinig praktisch argument, want wie in de supermarkt goed zoekt vindt hooguit vijf tot zes soorten. Maar een goed gesorteerde groenteboer heeft al snel vijftig verschillende soorten groenten liggen waarmee je flink kunt variëren. Combineren we steeds twee soorten dan komen we op 2450 combinaties, waarvan er een heleboel wel verrassend lekker zullen zijn. Helemaal waar, maar het blijft een bijna wetenschappelijke constatering waarmee we de binnen-veilige-grenzen-zijn-oergevoel-uitlevende-huisvader niet echt kunnen overtuigen.

Hoe het wél kan kunnen we leren van topkok en niet-vegetariër Jonnie Boer. Ik was in zijn kookstudio voor een interview voor het radioprogramma Vroege Vogels. In deze studio zullen de komende maanden vegetarische kookworkshops gegeven worden voor de horeca en Jonnie liet zien wat er zoal vegetarisch mogelijk is. In een mum van tijd draaide Jonnie een Hollandse gazpacho in elkaar. Maar hoe! Al zwaaiend met een gasbrander (te koop in de betere doe-het-zelf zaak) werden de ingrediënten geroosterd. Ondertussen werd enthousiast verteld over hoe de basis van deze 'soep' gemaakt werd uit gefermenteerde tomaten. Ja precies, tomaten die wij normaal gesproken met een opgetrokken neus in de vuilcontainer gooien. Met een speciaal procedé weet hij hier een heerlijke vloeistof uit te winnen. Vervolgens werden in het wild geplukte kruiden toegevoegd. 'Met wat ik in het wild pluk kan ik makkelijk een volledige maaltijd samenstellen'.

Jonnie is in zijn keuken loodgieter en scheikundige in één en kan zo een extra hoofdstuk aan het SAS- survival handboek toevoegen. In vergelijking met hem verbleekt de barbequende huisvader weer gewoon tot een ‘lulletje-rozenwater’. Waarin we Jonnie als voorbeeld kunnen nemen is niet in de eerste plaats zijn kennis of de entourage, maar de passie waarmee hij met eten bezig is. Zou het ons lukken om dezelfde passie voor de vegetarische keuken te ontwikkelen als Jonnie en ons op dezelfde wijze te binden met de ingrediënten en hun herkomst, dan behoefde de vegetarische keuken verder geen enkele toelichting. Het ene vuur steekt het andere aan: "Ab igne ignem capere"

De genoemde workshop wordt georganiseerd door Variatie op de Kaart.

12-07-11 | Ontsnappen uit de Slangenkuil

Ophef in dierenbeschermingsland. Ruim 200 verwaarloosde konijntjes werden vorige maand door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming bij hun eigenaar weggehaald. De in beslag genomen konijntjes werden door de inspectiedienst aan een handelaar verkocht die de dieren als slangenvoer doorverkocht. Dierenbeschermingsorganisaties stonden op hun achterste benen en hadden nog wel hulp bij herplaatsing van de konijnen aangeboden. Zinloos. De wereld zit nu eenmaal zo in elkaar dat er voor veel problemen geen goede oplossing is. Onze inspanningen om ze te verhelpen dragen hooguit bij aan het verplaatsen van het probleem. Want wat was hier de oplossing geweest? De slang op een vegetarisch dieet zetten? Dat kan geen zinnig mens voorstellen. ‘Na een rotleven aan een slang gevoerd worden is wel erg zielig’ hoorde ik iemand in mijn omgeving zeggen. Natuurlijk, maar welke dierenliefhebber had zijn eigen in alle liefde grootgebrachte konijn in plaats van de verwaarloosde konijnen ter beschikking gesteld als slangenvoer? Waarschijnlijk niemand.

Nu zijn de verwaarloosde konijnen nog een onderwerp dat je makkelijk ter zijde kunt leggen. Je bent zelf geen partij in het probleem. Maar wat dacht je van het volgende: ik hoorde onlangs van een voormalig stuurman dat de tankschepen waar hij op voer voorzien waren van 50.000 liter ossenbloed. Ossenbloed in combinatie met water geeft schuim, wat bij bepaalde soorten brand de aangewezen manier van blussen is. We zijn allemaal op de een of andere manier afnemer van de olie en in die zin betrokken. Het heeft echter totaal geen zin om je hier schuldig over te voelen. Als consument zijn we onderdeel van een ingewikkeld wereldwijd web waar we maar weinig invloed op kunnen uitoefenen. De wereld is een slangenkuil. We zouden door dit inzicht makkelijk in apathie kunnen vervallen.

Als we denkbeeldig cirkels om ons heen trekken waar onze invloed op de wereld groter of kleiner is, dan valt onze voeding zonder meer in de binnenste cirkel waar onze invloed het grootst is. Willen we in de wereld iets ten goede veranderen, dan ligt het voor de hand daar te beginnen waar onze invloed het grootst is. Onze voeding dus. Het gaat daarbij niet in de eerste plaats over wat anderen zouden moeten doen of laten, maar over onszelf. Met de manier waarop we voor onze voeding kiezen hebben we direct invloed op de veehouderij, het klimaatprobleem de wereldvoedselverdeling en nog een hele trits andere vraagstukken. Bewust onze voeding kiezen is een vorm van ‘empowerment’. Dat is dáár opereren waar we het sterkst zijn, dáár opereren waar we alleen zelf de uiteindelijke beslissing nemen. Niet alleen is onze eigen voeding het terrein waarop we relatief veel invloed hebben, het is ook het terrein waar de impact enorm groot is. De voedingsindustrie behoort tot de sectoren die de aarde het zwaarste belast. Daarnaast ben ik er van overtuigd dat wie bewust keuzes maakt in zijn voeding ook op andere gebieden steeds bewuster in het leven zal staan. Kiezen voor vegetarisch is daarmee niet in de eerste plaats een negatieve keuze (bijvoorbeeld: ik wil voorkomen dat er dieren gedood worden), maar vooral een positieve keuze, waarbij we een belangrijk deel van ons leven in eigen hand nemen en kiezen voor het ontwikkelen van een bewuste levenshouding. Dat is de enige uitweg uit de slangenkuil.

07-06-11 | Leidt spoor Duitse Krimi naar Nederland?

In crisissituatie blijkt wat ons echt beweegt en bezighoudt. Het was daarom spannend wat de eerste vraag van de pers zou zijn die over de EHEC crisis bij de NVB binnen zou komen. De telefoon ging over en voila, daar stelde het 'gesundenes Volksempfinden' bij monde van een journalist van de Spits de vraag die deze crisis bij ons Nederlanders oproept: 'wat eten we deze zomer in plaats van komkommers bij de barbecue?'

Ik stond even perplex. 'Het zullen wel courgettes worden, die zijn momenteel erg populair en je kunt ze ook op de barbecue leggen' stuntelde ik. Vlijtig noteerde de journalist het antwoord. De volgende dag natuurlijk de Spits gecheked, maar er was niets gepubliceerd. Logisch. De twee van EHEC verdachte komkommers waren inmiddels al weer vrijgesproken. Hyperige journalistiek ten voeten uit, waarin nu eens niet een allochtoon of een pedofiel, maar een komkommer de hoofdrol vervult. De echte vraag wordt niet gesteld. De one-million dollar question (wat zeg ik: de miljardenvraag): hoe kan deze bacterie immuun voor antibiotica geworden zijn en hoe redden we wat er nog te redden valt?

De bacterie komt normaal voor in de darmen van dieren en het is evident dat de resistentie voor antibiotica door het overvloedige gebruik van antibiotica in de veehouderij komt. Staatssecretaris Bleker was er als de kippen bij om schadeloosstelling voor komkommertelers in Brussel te bepleiten. Hij doet blijkbaar in crisissituaties ook maar wat hij gewend is te doen. Terwijl hij met concrete maatregelen had moeten komen om het antibioticagebruik in de veehouderij omlaag te brengen. Negentig procent van de in Nederland gebruikte antibiotica is bestemd voor de veehouderij. We zijn zowel de grootste vleesexporteur als met afstand de grootste gebruiker van antibiotica in Europa.

Als er in deze Krimi één spoor is dat het uitzoeken waard is, dan leidt dit naar de Nederlandse veehouderij. Intussen maken wij ons hier vooral zorgen over wat we straks op de barbecue leggen. Naast ons lapje vlees. 'Het zal wel weer overwaaien', lijkt de gedachte. In eerste instantie leek dat nog terecht ook: Nederlanders behoren binnen Europa tot de groep die het minste groenten eet. Wat dat betreft jammer dat die twee komkommers al waren vrijgesproken. Een beetje extra reclame voor de courgette had in dit land geen kwaad gekund.

11-05-11 | De PVV en het laatste avondmaal

Het was weer een typische PVV aanpak: een bestaand probleem gesignaleerd en vervolgens maar wat roepen. Zonder enige kennis van zaken en zonder de intentie om aan een oplossing bij te dragen. De PVV dacht een nieuwe linkse hobby opgespoord te hebben en rook bloed. Vegetarisch bloed nog wel. Steen des aanstoots was de NVB campagne EatGreen at work in overheidskantines. In deze campagne worden bedrijfsrestaurants aangespoord om een dag in de week lekker vegetarisch eten aan te bieden en in het zonnetje te zetten. Betuttelend, vond de PVV en er werden Kamervragen over gesteld.

Voor de NVB betekende dit vooral welkome publiciteit die ons de aanleiding gaf om te vertellen waar de campagne wèl over ging. Ik zag al een mooie kop voor een persbericht voor me: ‘vegetarisch, de leukste linkse hobby’, maar zag daar uiteindelijk van af. Vegetarisch is immers links noch rechts. De campagne gaat over de vrijheid om te kiezen, dus ook voor vegetarisch. En ja, door de NVB middels informatiemateriaal met redenen omkleed. De PVV vindt dat de overheid zich niet (via deelname aan de campagne) moet bemoeien met wat we op ons bord krijgen.

Op zichzelf heeft de PVV natuurlijk een reëel vraagstuk benoemd: mogen en kunnen we zelf beslissen wat we eten ? Wat we eten is iets ontzettend individueels en daarom wel de laatste gelegenheid waarbij we onze vrijheid zouden willen afstaan. Wat er op ons bord komt maken we zelf wel uit, dat willen we zelf heel precies kunnen kiezen.

In werkelijkheid is ons eten volslagen anoniem geworden. Het heeft geen gezicht meer. Was dit wel zo, dan zou het aantal vegetariërs vele malen groter zijn. In plaats daarvan eten we uniforme producten waarvan we geen idee meer hebben waar ze vandaan komen en hoe ze tot stand zijn gekomen. Tegelijkertijd is de productie van ons voedsel steeds complexer geworden. Ontelbare handen zijn nodig om schijnbaar simpele voedingsmiddelen te produceren, te bewerken, te transporteren en te verkopen voor ze bij ons op tafel komen te staan. Ons voedsel vormt zo een verbindingslijn waarmee we met talloze mensen over alle uithoeken van de wereld zijn verbonden. In die zin is ons voedsel juist een extreem sociale aangelegenheid geworden.

Ik denk dat het om allerlei redenen van het grootse belang is dat dit onderkend wordt en dat we het sociale aspect in al haar vormen in het voedsel en de manier waarop we het behandelen en eten terug moeten krijgen. Willen we vegetarisch verder versterken dan zullen we daar ook extra aandacht aan moeten schenken. Uit onderzoeken blijkt steeds maar weer dat vegetariërs gezien worden als individualisten en einzelgänger en dat het woord ‘genieten’ bepaald niet met vegetarisch geassocieerd wordt. Zolang dat zo blijft zijn we kansloos. Vegetarisch moet daarom midden in het sociale leven geplaatst worden. EatGreen together en het restaurantkeurmerk Gastvrij voor Vegetariërs zijn ook daarom belangrijke NVB activiteiten. De Marokkaanse stagiaire die ik dit uitlegde snapte het meteen: ‘Inderdaad‘ zei ze ‘Het gezamenlijk eten heeft een diepe culturele en religieuze betekenis, denk aan het laatste avondmaal’. Precies, maar dan liefst wat gezelliger.

08-04-11 | De geur van verdampt geld

Geld stinkt, wordt wel gezegd. Maar wat is de geur van verdampend geld? Desgevraagd zal niemand kunnen bevestigen ooit de geur van verdampend geld te hebben geroken. En dat terwijl er in de financiële crisis voor vele miljarden euro’s is verdampt. Had verdampend geld een geur gehad, dan hadden we dat inmiddels wel geweten. Door de financiële crisis en het ‘redden’ van banken moet de overheid de komende jaren voor een astronomisch bedrag van 18 miljard euro bezuinigen. Defensie moet in één klap alle tanks van de hand doen en de bibliotheek op de hoek dreigt gesloten te worden. De overheid trekt zich verder terug en propageert het particuliere initiatief. Vooruit dan.

Anita Reerink vraagt zich als kostenbewuste burger af wat de intensieve veehouderij de samenleving kost. In een tijd waarin ieder dubbeltje omgedraaid moet worden is dat een vraag die in Den Haag enthousiast ontvangen wordt, zou je zeggen. Niets is minder waar. Anita was een roepende in de woestijn. Ze besloot daarom op eigen kosten en gelegenheid een film te maken waarin de kosten van de intensieve veehouderij aan de kaak worden gesteld. Want ga maar na. Grote epidemieën van dierziekten hebben de afgelopen vijftien jaar in Nederland een slordige vier miljard euro gekost. Het gevaar voor een grootschalige epidemie die begint vanuit de intensieve veehouderij en overslaat op mensen ligt continu op de loer. Als de boer verplicht zou worden gesteld zich hiervoor te verzekeren dan zou de hele sector vandaag nog haar poorten sluiten.

Ik ben er van overtuigd dat geen verzekeraar het risico van zo’n epidemie durft te dekken. En terecht. Maar waarom zouden we als samenleving dat risico en die kosten wel willen betalen? Hebben we met onverantwoorde bankiers niet al genoeg zorgen aan ons hoofd? Daarnaast zijn er nog de structurele kosten zoals Europese landbouwsubsidies en… En welke kosten nog meer? Niemand kan ons vertellen wat de sector de belastingbetaler per saldo kost. Hoog tijd voor een ‘financiële bijsluiter’ voor de intensieve veehouderij. Anita is daarom, opnieuw op eigen initiatief, een petitie gestart. Via petities.nl kunnen mensen een petitie onderteken waarin gevraagd wordt de verzwegen kosten van de intensieve veehouderij door te rekenen en openbaar te maken.

Vandaag heeft Lucas Reijnders, tot begin dit jaar hoogleraar milieukunde, de petitie ondertekend. Blijkbaar is hij na decennia studie nog steeds benieuwd naar het definitieve antwoord. Ikzelf heb ook al getekend. Ik heb namelijk het bange vermoeden dat ik wel weet hoe verdampt geld ruikt. Iedere keer als ik na een vakantie in het buitenland de Nederlandse grens over rij dan kan ik ruiken dat ik weer thuis ben. De intensieve veehouderij legt met haar overtollige mestproductie een deken van ammoniak over Nederland. De geur van verdampt geld…

10-03-11 | Vleesminnaars

Seks verkoopt, ook als het over vlees gaat. Begin februari werd ik door radiostation BNR gevraagd naar mijn reactie op een Amerikaans onderzoek. Daaruit zou blijken dat vrouwen vooral op vleesetende mannen vallen. Ik was enigszins overvallen en realiseerde me pas later wat een adrem antwoord zou zijn geweest. Volgens het onderzoek associëren vrouwen het eten van vlees met ruw, stoer en mannelijk en vallen ze daarom sneller voor vleesetende mannen. ‘Mike Tyson is ook vegetariër ‘ wierp ik tegen, waarmee ik wilde zeggen dat vegetariërs ook heel goed onbehouwen horken kunnen zijn. Dit stelde de verslaggever gerust. Vegetariërs kunnen blijkbaar ook ‘normale’ mensen zijn. Vreemd eigenlijk, dat ik Mike Tyson te hulp moet roepen om te laten zien dat vegetariërs normale mensen zijn.


Vervolgens vroeg de verslaggever door over het softe imago van vegetariërs. ‘Dat valt volgens mij wel mee, het zijn vooral de media die daar tot vervelens toe over beginnen’. En zo is het. De meeste media gedragen zich vooral als handelaren (in- en verkoop) van stereotypen. Echte vragen stellen gebeurt daarbij maar weinig. Een goede vraag zou bijvoorbeeld zijn geweest wie in godsnaam dit onderzoek heeft gefinancierd. Zit er een sponsor achter (de vleesindustrie?) of komt de vraag voort uit puur academische belangstelling. Dat laatste kan ik mij nauwelijks voorstellen. Er zijn belangrijkere vragen die de wetenschap zou kunnen onderzoeken.

Het is natuurlijk makkelijk scoren: koppel seks en eten en de Universiteit van British Columbia komt gegarandeerd weer in het wereldnieuws. Alleen al op Nederlandse internetsites tref ik tientallen hits aan. Was de aandacht ook zo groot geweest als het tegendeel uit het onderzoek was gebleken? Waarschijnlijk niet. Sterker nog, het tegendeel is ook aangetoond. Uit het rapport ‘vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders’ van het Landbouw Economisch Instituut blijkt dat meer dan de helft van de mensen het eten van vlees helemaal niet met mannelijkheid associeert. Dat was dus het juiste antwoord op de vraag van BNR geweest: ‘Er is betrouwbaar onderzoek waaruit het tegendeel blijkt.’ Ik zou bijna zelf in de stereotypen zijn vervallen: ‘Ach, dat zijn die rare hamburgereters aan de overkant van de oceaan, hier in Nederland ligt dat allemaal heel anders’. Maar eigenlijk moeten we juist van de stereotypen af zien te komen. Sterker nog, we moeten wat mij betreft helemaal niet denken in de categorieën vegetariërs- vleeseters. Zolang we dat doen blijven we vastzitten in stereotypen met bijbehorende beelden. Zo blijven vegetariërs altijd een soort subcultuur. Het gaat om vegetarisch eten. Veel en voor zoveel mogelijk mensen, omdat het lekker, gezond en belangrijk is en voor iedereen geschikt. Dat is het mooie van vegetarisch. Het heeft wat dat betreft geen geforceerde associatie met seks nodig, zoals de Amerikaanse organisatie Peta met haar vegetarische porno probeert te bewerkstelligen. Vegetarisch is gewoon een andere, zelfstandige, categorie van genot.

09-02-11 | Varkens en politiek

Varkens en macht. Die twee hebben wat met elkaar. George Orwell liet in zijn boek ‘Animal Farm’ varkens de macht grijpen. In politieke cartoons worden machthebbers niet zelden als varkens afgebeeld. Met hun volle speklagen staan varkens symbool voor het verzamelen en vasthouden van aardse weelde. In de echte wereld nemen varkens de macht niet over maar zijn ze eerder slachtoffer. Desondanks zijn ze voor machthebbers wel een factor om rekening mee te houden. Onderschat het varken daarin niet. De Sovjetpresident Chroetsjov wilde in de jaren vijftig de Russische bevolking tevreden houden door het eten van varkensvlees voor iedere burger bereikbaar te maken. Het luidde zijn val in. De benodigde omschakeling naar een landbouwsysteem waarin grootschalig maïs als varkensvoer verbouwd werd verliep desastreus. Maar ook in 2011 is het varken nog een factor. Begin dit jaar werd Duitsland (of eigenlijk de varkens) getroffen door een dioxineschandaal. Duitse consumenten lieten het vlees vervolgens massaal links liggen en in de media werd vegetarisch plotseling als een interessant alternatief gezien. De ogen van onze oosterburen werden geopend. Zo niet in Nederland, waar de innige relatie tussen varkensboeren en het machtsbastion CDA misschien nog wel de meest treffende illustratie is van de merkwaardige verhouding tussen macht en varkens. Hier gingen boze varkensboeren de straat op. Door de Duitse afkeer van varkensvlees was de vleesprijs tot een minimum gedaald. Staatssecretaris Bleker zag onmiddellijk dat zijn machtsbasis en achterban hier sprak en maakte zich in Europa sterk voor het opslaan van varkensvlees in vrieshuizen in afwachting van betere tijden met betere prijzen. Dit alles op kosten van de belastingbetaler uiteraard. Zo ontstaat er nog een manier waarop u meebetaalt aan de kiloknaller.

De protesten van de varkensboeren werden kort daarop volledig overschaduwd door de revolte in het Midden-Oosten die dictators deed wankelen en vallen. Ditmaal geen varken te bekennen. Islamieten eten immers geen varkensvlees sinds de Profeet dit (met een vooruitziende blik?) verbood. Toch speelt ook hier het varken op de achtergrond een rol. Niet alleen is de Arabische bevolking haar oude dictators zat, ook vormen de gestegen voedselprijzen spelen voor de verarmde bevolking een groot probleem. Als we bedenken dat 50% van de wereldgraanoogst gebruikt wordt als veevoer voor (voornamelijk) varkens, dan wordt ook hier de rol van het varken weer zichtbaar. Immers, zou er geen varkensvlees meer gegeten worden, dan zou de wereld honderden miljoenen mensen extra kunnen voeden. Om een kilo varkensvlees te produceren moet het varken 7 kilo graan eten. Of je nu Chroetjsov, Bleker of Mubarak heet, het varken is een politieke factor waar je rekening mee moet houden. Het zou interessant zijn de relatie tussen varkens en macht eens meer in de diepte te onderzoeken, maar een paar conclusies kunnen we al op voorhand trekken. Het idee van staatssecretaris Bleker om varkensboeren te steunen is volslagen ridicuul. De intensieve veehouderij is geen slachtoffer van de problemen waar de wereld mee geconfronteerd wordt. Nee, zij draagt daar in grote mate zelf aan bij of is zelfs de grootste veroorzaker. Deze industrie ondersteunen getuigt op geen enkele manier in inzicht in de uitdagingen waar we voor staan. Dioxinevergifitiging, ammoniakuitstoot, megastallen, de kap van tropisch bos voor veevoer, verlies aan biodiversiteit, het gevaar van mondiale epidemieën, broeikaseffect, welvaartziekten, het zijn allemaal kenmerken van een bezopen systeem van intensieve veehouderij waarvan het economische belang ook nog eens sterk overdreven wordt. Bleker lijkt politicus met een goed gevoel voor politieke verhoudingen en maatschappelijk sentiment. Met een post als staatssecretaris in het vooruitzicht wist hij zijn partij naar de macht te loodsen. Als hij echt zo’n goed gevoel voor veranderende verhoudingen heeft dan zegt hij de intensieve veehouderij de wacht aan. Met de genoemde reeks catastrofale gevolgen is het duidelijk dat zijn achterban van varkensboeren een achterhoedegevecht voert. Wie aan de macht wil blijven verzet op tijd de bakens.

10-01-11 | Hoe word ik vegababe

Soms lijkt het of louter mooie en succesvolle mensen aanspraak kunnen maken op de titel vegetariër. Nu weet ik uit eigen ervaring dat dit niet waar is, maar wie bij de finale van de verkiezing van de meest sexy vegetariër aanwezig was, kreeg al snel die indruk. Natuurlijk, er waren 10 goed uitziende vegetariërs geselecteerd, maar in het souterrain van de hippe Amsterdamse uitgaansgelegenheid Odeon waren de celebraties nauwelijks van het overige publiek te onderscheiden. Iedereen ging hip gekleed en leek de weg naar succes moeiteloos gevonden te hebben.

‘In artistieke kringen is vegetarisme heel normaal’ laat ik me vertellen terwijl ik me aan de favoriete vega snack van winnares Sanne Vogel tegoed doe. De conclusie van deze middag is duidelijk; wie de weg naar succes en geluk wil vinden doet er verstandig aan te doen wat deze mensen gemeen hebben: vegetarisch eten. Ooit gedacht dat het zo eenvoudig zou kunnen zijn? Nou ja, eenvoudig, nogal wat mensen willen om allerlei redenen ‘eigenlijk’ geen vlees eten maar het valt hen toch moeilijk om de eerste stap te zetten. Voor deze mensen is er nu hoop. Weliswaar niet uit de Amsterdamse grachtengordel maar (voor deze ene keer) uit Den Haag. Daar heeft Fiona Lier besloten om in 2011 een heel jaar geen vlees te eten en haar bevindingen vallen allemaal te volgen op haar website www.vegetari-jaar.nl.

Fiona is gewoon administratief medewerkster op de P&O afdeling van een instelling voor ouderenzorg en heeft met de website geen andere bedoeling dan mensen te informeren over haar ervaringen. De website is nog nauwelijks een week in de lucht, maar de belangstelling en de reacties zijn overweldigend. Er blijken veel meer mensen te zijn die vanaf 1 januari geen vlees meer willen eten. Voor hen is het motiverend om de blogs op haar website te volgen. Wie dus al langer rondloopt met het idee om vegetarisch te gaan eten: dit is het moment om de stap te maken en te beseffen dat je hierin niet alleen staat. Het komende jaar kun je steun ontlenen aan de ervaringen van Fiona. (En voor alle benodigde informatie kun je natuurlijk bij de NVB terecht, maar dat is al zo sinds 1894). Het klinkt als een veilige optie waar je je op kunt verlaten: ‘als je ergens in gelooft, dan moet je er voor gaan’ stelt Fiona. Inderdaad, zo eenvoudig is het, maar het vlees is zwak, dus mensen willen graag een steuntje in de rug. Omdat het nieuwe jaar nog jong is kan Fiona nog niet zo heel veel over haar ervaringen vertellen, maar één ding is al wel duidelijk: vegetarisch eten maakt creatief. De heilige drie-eenheid aardappelen-groente en vlees moet doorbroken worden en dat vergt creativiteit. Zo beschouwd is het logisch dat vegetarisme in artistieke kringen populair is, want wie kan zich voorstellen dat de creatieve avant-garde na een dag vol inspiratie ‘s avonds genoegen zou nemen met aardappelen, groente en een homp vlees? Gewapend met een stapel kookboeken en de website van de NVB ziet Fiona het komende jaar vol vertrouwen tegemoet. Of er ook negatieve reacties op haar site waren? ‘Niet iedereen weet goed hoe te reageren. Iemand vroeg of ik nu ook zo’n vegamuts was geworden. Wat een onzin! Ik ben juist een vegababe!’ Overtuigender bewijs dat wie stopt met vlees eten onmiddellijk de eerste schreden zet op weg naar een sterrenstatus is er niet.

09-12-10 | Een soap rond vleesvervangers

Eindelijk is het hoge woord er uit: vegetariërs zijn de voorbeeldburgers van de toekomst. Als u vanavond een vleesvervanger in de pan gooit zult u niet bevroeden wat daar al niet over te zeggen valt. U bent een nog onvolprezen voorloper in de ‘eiwittransitie‘. Een ‘early adapter’, helemaal in overeenstemming met de doelstellingen van het PIEK programma (Programma Innovatie Eiwit Ketens) van het ministerie van EL&I , waar een budget van 7 miljoen euro mee gemoeid is. Geen idee waar het over gaat? Ook Brussel heeft interesse in de manier waarop uw vegaburgers het lekkerst klaargemaakt kunnen worden en betaalt mee aan onderzoek. En laten we eerlijk zijn, dat werd tijd ook. Een hele waslijst aan redenen op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselverdeling maakt het noodzakelijk dat we op een ander voedingspatroon overschakelen. Een voedingspatroon gebaseerd op (voornamelijk) plantaardige eiwitten. Er moet kortom meer vegetarisch gegeten worden. Het wordt dus dringen in uw keuken? Nee, op het terrein van de Universiteit van Wageningen is het ‘restaurant van de toekomst’ ingericht. Hier worden nieuwe en oude voedingsmiddelen bereid en vergeleken. Alles, inclusief het koop- en eetgedrag van de gasten wordt nauwkeurig maar onopvallend gevolgd.

Afgelopen dinsdag werden de voorlopige resultaten voor een select publiek toegelicht in de workshop ‘vezels als vleesvervanger’. ‘Bah, wat een smakeloze titel’, merkte een vegetarische spreker al aan het begin van de workshop op. ‘Alsof we op papier moeten kauwen.' Hij wist als vegetariër natuurlijk al dat vegetarisch eten heel lekker kan zijn, maar liep hiermee duidelijk vooruit op de onderzoeksresultaten. Een onderzoekster moest toegeven wel al twee jaar met het project bezig te zijn, maar nog nooit over de smakeloze titel te hebben nagedacht. Terwijl het geheel toch zo grondig was aangepakt. In het restaurant van de toekomst waren verschillende vleesvervangers getest. De ‘smaakbeleving’ was vakkundig opgeknipt in 32 te onderzoeken ‘smaakattributen’ die met elkaar in verband werden gebracht. Het resultaat was een diagram dat leek op een relatieschema van een soap-serie. Onze smaak is duidelijk net als ons relatienetwerk een uiterst complexe aangelegenheid. De vergelijking gaat nog verder op. Maar liefst 30% van de mensen koopt en eet iets heel anders dan wat ze in het vooronderzoek aangaf. Een opmerking als ‘ik eet altijd nasi’ is dus weinig waard. Nergens wordt zoveel vreemd gegaan als bij de kassa van het restaurant.

De overige bevindingen waren niet allemaal even schokkend. Na tientallen staafdiagrammen mocht de conclusie getrokken worden dat ‘vlees bij het braden vocht afgeeft, terwijl vleesvervangers het juist opnemen’. Inderdaad, maar daar had geen twee jaar onderzoek naar gedaan hoeven te worden, al was het voor het overwegend carnivore gezelschap wellicht toch een openbaring. Wel weer interessant was de ondervinding dat het vlees of de vleesvervanger helemaal niet bepalend zijn voor de smaak en kwaliteit van de maaltijd. Het gaat om de maaltijd als geheel en komt aan op de creativiteit van de kok. Dat kunt u vanaf nu als ‘wetenschappelijk bewezen’ argument in een discussie over vegetarisch eten gebruiken. ’Het gaat dus eigenlijk om het sausje’ vatte een toehoorder de presentatie samen. Inderdaad, net als in een soapserie doet de aard van de ingrediënten er weinig toe, het resultaat staat of valt bij het sausje dat we er overheen gieten. De conclusie van de workshop zou kunnen zijn dat onze smaakbeleving even gecompliceerd als banaal is. Toch biedt dit perspectief. Trendonderzoek wees onlangs uit dat met name jonge vrouwen tussen de 16 en 35 jaar open staan voor vegetarisch eten. Misschien moeten de overheid en producenten van vleesvervangers toch eens met Joop van den Ende om tafel gaan zitten. Hij weet vast wel raad met de noodzakelijke ‘eiwittransitie’.

07-10-10 | Uw bord als slagveld

Je bent wat je eet. Letterlijk. Ons lichaam is opgebouwd uit wat we eten en wordt gemiddeld om de zeven jaar geheel vernieuwd. Maar in bredere zin geldt dit motto ook. Je bent wat consumeert. Je identiteit hangt niet meer af van wat of wie je vader was maar van hoe je je kleedt, welke films je kijkt en welk symbolen je gebruikt (in de vorm van logo’s handig voorgeprogrammeerd door de commercie). Dat is bevrijdend, en uniek in de geschiedenis.

Maar hoe vrij en autonoom zijn we werkelijk? Wie genoegen neemt met wat ons dagelijks aangeboden wordt zal niet zo snel tegen de grenzen oplopen, maar wie eens iets anders wil, zal merken dat de gebieden in ons leven waar we werkelijk vrij en autonoom kunnen handelen beperkt zijn. En wat we aan autonomie hebben leveren we graag in. Bijna altijd op basis van praktische argumenten. Waarom ook moeilijk doen als het makkelijk kan? Voor iedere keuze apart valt wel wat te zeggen. We rijden met een tom-tom, maar verleren onszelf te oriënteren. We gaan mee in de maalstroom. Wie een keer te laat op een afspraak komt omdat hij zonder tom-tom op weg ging heeft straks wat uit te leggen. Het geldverkeer idem dito. Wat is er makkelijker dan elektronisch betalen? Wie midden in de samenleving staat kan al bijna niet meer zonder, maar we zijn wel volledig overgeleverd aan de welwillendheid van onze bank. Gaat er iets fout dan ligt de bewijslast volledig bij u. Maar vooruit, het gaat meestal goed en we zijn toch immers praktische mensen?

Ook op het gebied van eten wordt het ons gemakkelijk gemaakt. ‘Convenience food’ oftewel gemaksvoeding is een groeisegment. De kant-en-klaarmaaltijd rukt op. En wat te denken van het merkwaardige fenomeen dat een appel in schijfjes in plastic verpakt voor vijf keer de prijs van een gewone appel over de toonbank gaat ?‘ Is er nog iemand in de zaal die weet hoe lang bieten moeten koken? (antwoord: ten minste 45 minuten op laag vuur. Je kunt er bij weglopen en ondertussen iets anders doen). Voeding is wat mij betreft in het kader van onze autonomie een uitermate belangrijk gebied. Immers, we zijn wat we eten. Letterlijk. We hoeven ons geen illusies te maken over de herkomst en samenstelling van een groot deel van ons voedsel. Om de lezer niet nog zwaarmoediger te maken dan hij na het lezen van het bovenstaande al is zal ik hier niet verder over uitweiden. Maar desondanks: ons voedsel is in mijn ogen een belangrijk gebied waar we nog wél enige invloed uit kunnen oefenen en eigen keuzes kunnen maken. Ik pleit hierbij niet voor fundamentalisme, maar voor bewustzijn. Voeding is bij uitstek een vertrekpunt voor een bewuste, autonome levenshouding. Op veel punten zal onze vrijheid snel verder inboeten. Uw verzet daartegen is symbolisch, u doet straks gewoon mee. Wees niet verbaasd als bij een iets grotere griepgolf dan de Mexicaanse griep (aanvankelijk ‘varkensgriep’ maar onder druk van de veehouderij hernoemd) er op basis van vooral economische argumenten besloten wordt dat iedereen zich verplicht moet laten inenten. Voor zover u daar bezwaren tegen heeft meldt u zich waarschijnlijk uiteindelijk gewoon met frisse tegenzin bij de huisarts.

Maar voeding is mogelijk een ander verhaal. Tot op zekere hoogte bepalen we zelf wat er op ons bord komt, wat we vanavond eten en hoe we dat klaar maken. Wat we wel en wat we niet eten. Toegegeven, het is niet altijd makkelijk, maar we kunnen hier nog keuzes maken. Dat ook hier onze keuzevrijheid onder druk staat weet de geïnformeerde lezer. Maar vooral: voeding is meer dan een ‘laatste vluchtheuvel’ waarin we nog enige ruimte hebben om zelf keuzes te maken. Voeding is ook een mogelijk kéérpunt in de beschreven ontwikkeling. Ik ben er van overtuigd dat voeding een bijna onmisbaar vertrekpunt is voor wie bewust in het leven wil staan. Juist omdat het zo bij uitstek persoonlijk is. Wie zich vragen stelt over voeding, daarbij zijn dagelijkse gang nagaat en ziet wat voor hem mogelijk is, zal zich langzaamaan ook op andere terreinen bewuster en onafhankelijker gaan opstellen. Bewustwording over voeding is zogezegd de basis voor een proces van verdere bewustwording dat kan uitmonden in het zoeken naar sleutels voor vragen op andere terreinen van ons leven. Als we de functie van de Vegetariërsbond in dit bredere perspectief plaatsen dan zien we dat de bond, bijna 120 jaar oud, nog nooit zo nodig is geweest als nu. En nog nooit was de groep mensen die bewust met eten bezig is zo groot als nu, getuigende de belangstelling voor bijvoorbeeld slowfood, vergeten groenten en foodmiles . Want wat de tekenen van de tijd ook mogen zijn, het besef dat we ‘zijn wat we eten’ is doorgedrongen en blijft.

13-09-10 | Geitenwollensok 2.0

Alles draait om beeldvorming. Voor vegetarisme is dat niet anders. Deze week kreeg ik van onze stagiaire de resultaten van een onderzoek naar het imago van vegetariërs onder allochtonen. Daaraan valt blijkbaar nogal wat bij te schaven. Zowel onder allochtonen als onder de autochtone controlegroep leeft het beeld dat vegetariërs vleeseters veroordelen om het eten van vlees. Ik weet niet hoe vaak u afkeurend kijkt naar het bord van een vleesetende disgenoot, maar ik doe dat nooit. Hooguit kijk ik met enige teleurstelling naar het eten op mijn eigen bord. Lekker vegetarisch eten is niet altijd in alle uitgaansgelegenheden vanzelfsprekend en dat is een belangrijk actiepunt. Dan verdwijnen de andere vooroordelen als sneeuw voor de zon.

Maar de uitkomst van het onderzoek die me écht verbaasde was dat van alle associaties die mensen spontaan bij ‘vegetarisme’ noemden het woord ‘geitenwollensok’ met stip bovenaan stond. Onder allochtonen zelf beduidend meer dan onder autochtonen. Hoe bestaat het? De respondenten waren voornamelijk twintigers, geboren lang na de hoogtijdagen van de geitenwollensok. Een fors deel heeft waarschijnlijk nog nooit een geitenwollensokkendrager van dichtbij gezien. Blijkbaar heeft de geitenwollensok een onverwoestbaar krachtige uitstraling. Als vegetariërs zich zo moeilijk van het geitenwollensokkenimago kunnen ontdoen, moeten we daar dan niet onze kracht van maken? Ik zie een duidelijke parallel met het woord ‘sabotage’. In de 19e eeuw, bij het begin van de industrialisatie, gooiden arbeiders hun klomp (in het Frans ‘sabot‘) in het raderwerk om het moordende tempo van de lopende band te stoppen. Sindsdien gebruiken we voor het ontregelen van het systeem het woord ‘sabotage’. Sabotage is een oerdrift. Het koppelen van de klomp aan de oerdrift van het systeem ontregelen is een sterk staaltje imagebuilding. Blijkbaar lenen kledingstukken zich daar goed voor (denk ook aan witteboordencriminaliteit), dus waarom zou het ons niet lukken om de geitenwollensok te koppelen aan die andere primaire behoefte: lekker eten?

Ik roep lezers bij deze op om met concrete voorstellen te komen om het imago van de geitenwollensok te verbeteren. Misschien biedt de bruine boon daarbij enige inspiratie. De bruine boon mag zich namelijk sinds kort verheugen in een eigen fanclub, ‘de bruine bonen bende’. De boon stond er tot voor kort in alle opzichten aanzienlijk slechter voor dan de vegetariër. De teelt van bonen is in de EU volslagen gemarginaliseerd. Eerst door de verplichte import van soja als gevolg van een handelsakkoord met de VS. Vervolgens werd de Europese steun voor bonen en erwten afgeschaft, terwijl vlees, zuivel en graan (deels voor veevoer) zich nog steeds in miljardensubsidies mogen verheugen. Willen we in de toekomst grootschalig overschakelen van dierlijke op plantaardige eiwitten (wat om allerlei redenen absoluut noodzakelijk is), dan is de boon onmisbaar. Helaas wordt nu op nog geen 3% van het akkerbouwareaal in de EU bonen of erwten verbouwd. ‘Ik bid nie veur bruune boon'n’ is er bij de oudere generatie landbouwambtenaren blijkbaar vakkundig ingeramd. Maar alsof dit alles nu vergeven en vergeten is, heeft de bruine bonenbende nu een hippe twitterpagina voor de boon gelanceerd, zonder enig spoor van wrok. Via twitter.com/bonenbende wordt de volger op de hoogte gehouden van allerlei nieuwtjes over bonen en de lekkerste recepten. Wie de pagina ziet zal zich er over verbazen hoe kleurig en fleurig bonen eigenlijk kunnen zijn. Paul de Leeuw, Sylvia Witteman, Wim de Bie en Teun van de Keuken behoren tot de vaste volgers. Met voldoende creativiteit kun je van alles de aansprekende en positieve kant op de voorgrond zetten. Op dus naar het volgende project: de geitenwollensok 2.0

10-08-10 | Revolutionaire zeewierburgers

Tijdens mijn vakantie op Texel werd ik door een journalist gebeld die mij vroeg naar het standpunt van de NVB ten aanzien van algen. ‘Algen?‘, vroeg ik, terwijl ik na een wandeling over het wad een laatste restje zeewier onder mijn voeten vandaan haalde. Wat zouden wij daarvan moeten vinden? Het ging over de vraag of algen geschikte vervangers zijn voor soja. Daarmee werd de vraag plotseling erg relevant. Soja is verreweg de meest gebruikte grondstof voor vleesvervangers, maar de productie van de meeste soja is erg problematisch. Het blijkt dat TNO van het ministerie van LNV opdracht heeft gekregen om te onderzoeken in hoeverre algen zo gekweekt en bewerkt kunnen worden dat ze een alternatief vormen voor soja als vleesvervanger. Typisch LNV, dacht ik. Nederland behoort tot de grootste importeurs van soja ter wereld. De bulk hiervan wordt als goedkoop veevoer gebruikt. Slechts een fractie belandt als vleesvervanger op het bord van vegetariërs en vleesminderaars. Wie vegetarisch eet levert al een behoorlijke bijdrage aan het milieu en duurzaamheid. Immers, om een kilo vlees te produceren moet een dier gemiddeld zeven kilo aan veevoer eten terwijl dit veevoer ook geschikt gemaakt had kunnen worden voor menselijke consumptie. Vegetariërs zijn dus al goed bezig, terwijl dat kleine beetje soja dat wél verantwoord wordt verbouwd grotendeels bestemd is voor vleesvervangers. Wie dus echt wat aan duurzaamheid wil doen, begint niet bij de vegetarische burger, maar bij de vleesindustrie. Helaas zit daar dankzij de effectieve lobby van de industrie nog weinig schot in. LNV blijkt keer op keer vooral de spreekbuis van de landbouwlobby. Leuk voor de bühne, zo’n algenonderzoek, maar het verhult vooral dat de echte problemen niet aangepakt worden, schoot er door mijn hoofd. Maar mijn scepsis omtrent de motieven van de opdrachtgever laat natuurlijk onverlet dat het onderzoek wel degelijk interessant en zinvol kan zijn. Alle kleine beetjes helpen immers. Als vleesvervangers nog duurzamer kunnen worden gemaakt moeten we dat niet nalaten.

‘Over algen weet ik niets te melden’ antwoordde ik dus, ‘maar er zijn tal van redenen om een vervanger voor soja te zoeken’, en ik begon een lange, niet uitputtende lijst argumenten op te sommen. Voor de verbouw van soja wordt op grote schaal tropisch bos gekapt. De grond wordt in een paar jaar tijd uitgeput en staat daarna bloot aan erosie. Voor grootschalige soja-plantages wordt de lokale bevolking verdreven. Ongeveer de helft van de soja is genetisch gemanipuleerd, meer dan enig ander gewas. De gemanipuleerde soja wordt resistent gemaakt tegen bepaalde soorten landbouwgif, die samen met de zaden verkocht worden en veelvuldig worden gebruikt. Vervolgens wordt de soja de halve aardbol overgesleept om hier als veevoer of voedsel te dienen. Het zou dus meer dan welkom zijn als deze ellendige boon vervangen kon worden. Als dat kan door een product dat hier in West-Europa verbouwd kan worden is dat nog mooier. De NVB is dus geïnteresseerd in de uitkomst van het onderzoek en ik proef te zijner tijd graag een vegaburger op algenbasis.

Thuisgekomen blijkt het uiteindelijke artikel in een groot aantal lokale kranten te zijn gepubliceerd. De aanpak van het project wordt me nu duidelijker. ‘Algen (…) gebruiken ook afvalstoffen als nitraat en fosfaat. Veehouders kunnen met algen de dierlijke meststoffen verwerken’ lees ik in het artikel. Pardon? Fosfaat een afvalstof? Hier in Nederland hebben we door overbemesting inderdaad een fofaatoverschot, maar wereldwijd dreigt deze voor de moderne landbouw onmisbare grondstof binnen honderd jaar op te raken. Het algenproject lijkt weer zo’n project dat de ergste uitwassen van een volslagen ontregelde landbouwpraktijk moet verzachten. De enige manier om onze landbouw echt duurzamer te maken is het matigen van onze vlees en zuivelconsumptie. Hopelijk blijken die algenburgers straks dus zo lekker dat ze de smaak van vlees onmiddellijk doen vergeten en groeit het wier prima zonder de mest van ons slachtvee. Als de algenburger mensen aan weet te zetten over te stappen naar vleesmindering of vegetarisme draagt ze pas écht bij aan een duurzame wereld. Voor die uitkomst zal het ministerie van LNV wel huiverig zijn.

Klik hier om hiet nieuwsbericht 'Algen als duurzame vleesvervanger' te lezen.

Klik hier om het persbericht 'Groot onderzoek naar winning voedingsingrediënten uit algen' van TNO te lezen.

13-07-10 | Vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders

In Den Haag is een klein wonder gebeurd. In een rapport van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) dat in juni het licht zag, wordt tot een andere eetcultuur opgeroepen waarin meer plantaardig voedsel wordt gegeten. Opdrachtgever voor het rapport is het Ministerie van LNV, waar de vleeslobby een stevige voet tussen de deur heeft. Het rapport ‘vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders’ waarin de mogelijkheden van een duurzame voedselconsumptie Nederland worden verkend, sluit mooi aan op het eerder verschenen rapport van de Verenigde Naties waarin opnieuw de noodklok wordt geluid. De moderne landbouw, en dan met name veeteelt, behoort samen met de zware industrie tot de grootste bedreigingen van het leven op deze planeet. De landbouw slurpt zeventig procent van het zoete water op, bedreigt de biodiversiteit door het omzetten van (vooral tropisch) bos in akker- en weideland en is afhankelijk van grondstoffen als olie (voor kunstmest) en fosfor die snel uitgeput dreigen te raken.

Het LEI-rapport bestudeert verschillende routes naar wat in het jargon een duurzamere ‘eiwitconsumptie’ heet. Zo wordt er gekeken naar duurzamere vleesproductie zoals het eten van insectenvlees. Maar een belangrijkere route naar verduurzaming is de overstap naar meer plantaardig voedsel. Een belangrijke horde op deze route is de macht van de vleessector die het met de ‘kiloknaller’ voor iedereen mogelijk maakt om zich voor een habbekrats (te) vol aan vlees te eten. Voor het pareren van deze lobby geeft het LEI helaas geen tips. Maar, zo constateert het LEI, bepalender dan de prijs is onze eetcultuur. Vlees eten wordt door een grote groep mensen nog steeds geassocieerd met de woorden ‘stoer’, ‘mannelijk’ en bovenal ‘levensgenieter’. Het imago van de vegetariër moet dus nodig verbeterd worden. Gelukkig blijkt er een forse groep mensen (drie tot vier miljoen) te zijn die met enige regelmaat afziet van het eten van vlees. Vanuit deze groep moet de verandering komen. Een betere voorlichting over de relatie tussen vlees eten en gezondheid kan hier nog veel mensen aanzetten tot verdere vermindering van hun vleesconsumptie. De harde kern van de vleeseters, ongeveer een derde van de bevolking, valt vooralsnog toch niet op een ander spoor te krijgen. Zij lijken juist méér vlees te gaan eten, want ondanks de groeiende groep van vleesminderaars blijft de totale consumptie van vlees in Nederland stabiel.

Het advies van het LEI is dus dat de overheidscommunicatie zich richt op de grote middengroep van vleesminderaars. Ze kan die groep de wind in de rug geven door ze bijvoorbeeld te promoten als de “BOB” van het duurzaam consumeren. De NVB kan deze conclusie natuurlijk alleen maar onderschrijven. Sterker nog, met de ‘EatGreen’ campagne die er op gericht is om mensen de overstap naar een dag geen vlees te helpen maken heeft de NVB al een goedlopend communicatieconcept klaarliggen. Met ‘EatGreen Together’ kunnen mensen zich via de website opgeven om samen met buurtgenoten vegetarisch te eten. De campagne EatGreen@work zal binnenkort van start gaan en is er op gericht om bedrijfskantines ten minste een dag in de week een volwaardige vegetarische maaltijd aan te laten bieden. Stevige campagnes die de NVB graag met behulp van het ministerie van LNV verder opschaalt en verbreedt. Een ‘offer you can’t refuse’ zou je zeggen. De minister heeft aangegeven dat Nederland binnen 15 jaar koploper moet zijn op het gebied van duurzame voedselconsumptie. Tot op heden is het nog volslagen onduidelijk hoe ze die ambitie waar wil maken en begint de tijd te dringen. Verburg lijkt onder druk van de vleeslobby maar steeds de kool en de geit te willen sparen en echte keuzes en stellingnames worden uitgesteld. De NVB is er al lang uit. Vegetarisch eten is de voedingswijze van de toekomst. Laat die geit maar gewoon rondlopen, we hebben de heerlijkste en meest trendy recepten voor kool op onze website staan, een gewas dat de mensheid al duizenden jaren zonder problemen heeft weten te voeden.

Klik hier voor het hele LEI-rapport 2010-003 Vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders

Klik hier om de LEI-brochure Vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders te lezen.