Flammkuchen met in stroop gebakken pompoen. Met spinazie en walnoten.

In stroop gebakken pompoen. Op een Flammkuche. Met walnoten. Pure poëzie, in een half uurtje klaar. Flammkuchen komt uit de Elzas. Het ontstond als test of de oven te heet was voor het bakken van brood. Als een dun laagje deeg binnen 2 minuten gaar was, kon het brood in de oven. Maar als het laagje vlam vatte, ofwel een Vlamkoek werd, dan was de oven te heet. Wij hebben gelukkig een temperatuurmeter. De oven moet 230 graden worden.

Met dank aan Ekomenu.

703 kcal per portie.

BEREIDINGSTIJD

< 30 minuten

GESCHIKT VOOR

4 personen

Ingrediënten

4 stuks kant en klare Flammkuchen
2 stuks Rode ui
400 g Spinazie
1 flinke eetlepel Sirop de Liège; Luikse stroop (appel-perenstroop)
800 g Gesneden pompoen
2 tl Verse gember
200 g Geitenkaas met kruiden*
50 g Walnoten
2 el Olijfolie
2 el Azijn
Snufje zout en peper

*gebruik eventueel plantaardige witte feta/kaas.

Deel dit recept

Met dank aan Ekomenu voor het recept.

Bereiding

  1. Verwarm de oven voor op 230 ºC en bekleed een bakplaat met bakpapier.
  2. Verhit olie in een bakpan en roerbak de pompoenblokjes 5-10 minuten op een middelhoog vuur (voeg eventueel een klein scheutje water toe tegen aanbranden). Schil en rasp de gember erboven en bak kort mee. Roer de stroop los met azijn en schep op het laatst door de pompoenblokjes.
  3. Was de spinazie in een vergiet, laat heel goed uitlekken en snijd klein. Verwarm de spinazie met de pompoen en laat een beetje slinken.
  4. Pel de ui en snijd in ringen. Verdeel alle groenten over het flammkuchendeeg en verbrokkel de geitenkaas erover. Maak af met grof gehakte walnoten en een scheutje olijfolie.
  5. Bak de flammkuchen 10 minuten in de voorverwarmde oven. Zet eventueel de laatste minuut de ovengrillstand aan.

Tip: Het is ook lekker om een deel van de pompoen te pureren, te kruiden met peper en zout en deze crème losjes over het deeg te verdelen.

Zelf de Flammkuchen maken? Meng 375 gram bloem met 225 milliliter lauw water, 3 eetlepels zonnebloemolie en een theelepel zout. Kneed tot een samenhangend, niet-plakkerig deeg. Verdeel het deeg in vier delen. Rol elk deel heel dun uit op bakpapier, tot ongeveer 2 millimeter dikte.