Bereidingstijd 30 minuten
Voor 2 personen
1 Doe rijst, bouillon en 200 milliliter water in een pan. Schil de
gember, snijd hem fijn en voeg hem toe. Breng alles langzaam
aan de kook. Verlaag de temperatuur dan direct en laat de rijst
30-45 minuten garen op een lage tot gemiddelde temperatuur.
Roer intussen af en toe stevig.
2 Doe intussen de edamame in een zeef. Laat ze ontdooien en dep
ze dan droog. Verwarm de oven voor op 180°C boven-/onderwarmte
(hetelucht 160°C). Vermeng sojasaus, olie en ahornsiroop
in een schaal. Wentel de edamame daarin en verdeel ze
over een bakplaat met bakpapier. Strooi er zout over. Laat ze
25-30 minuten garen (midden) in de hete oven tot ze lichtbruin
zijn. Roer goed en laat ze nog 10 minuten garen tot ze vanbuiten
krokant maar vanbinnen nog zacht zijn. Haal ze uit de oven, laat
ze afkoelen of houd ze warm in de uitgeschakelde oven.
3 Rooster het sesamzaad in een droge koekenpan tot het knispert
en aromatisch geurt. Laat het dan afkoelen. Zoek de snijbiet- of
spinazieblaadjes uit, was ze, schud ze droog en scheur ze eventueel
in stukjes. Was de lente-ui, maak hem schoon en snijd
hem met het groen in ringetjes. Was de peterselieblaadjes en
schud ze droog. Meng snijbiet, lente-ui en peterselie. Kook de
eieren in 6-7 minuten halfzacht in het kokende water.
4 Breng de rijstpap licht op smaak met sojasaus. De pap moet nog
wel vrij neutraal smaken. Verdeel hem over twee schaaltjes en
leg daar edamame en sla op. Snijd de eieren doormidden en leg
ze erop. Strooi er sesamzaad over. Druppel naar smaak chilisaus
over de congee. Serveer met sojasaus om na te kruiden.