Voor je eigen gezondheid

Veggiemama Wouda

Moeder van Lidewij (15 maanden) en Meindert (4 jaar)
Voor mijn kinderen en voor mijzelf kies ik voor vegetarische voeding. Vlees is naar mijn idee geen geschikt voedingsmiddel. Mensen vinden het vies klinken als je zegt dat vlees een ontbindend lijk is, maar hoe je het ook wendt of keert, dat is het gewoon. Niet iets dus wat ik mijn kinderen graag voorschotel. Vleeseters hebben al snel de neiging om veel te vet en te zout te eten, waardoor de smaak vervlakt. Ons oudste kind is vier jaar, maar hij kan al heel nauwkeurig smaaknuances onderscheiden en beschrijven. We eten afwisselend en zoveel mogelijk vers en hebben zo een volwaardig voedingspatroon. De kinderen zijn dan ook zelden ziek.

Gezonder

afbeeldingAls veggiemama mag je ook aan jezelf denken. Vegetarisch eten is gezond. Het is zelfs wetenschappelijk aangetoond dat een voedingspatroon met veel rood en bewerkt vlees ongezond is. Vegetariërs lijden door hun gezonde voeding met veel groente, fruit en volkorenproducten minder aan hart- en vaatziekten. Kiezen voor vleesloze dagen is, dus naast een duurzame keus ook een gezonde keus!

Gezonde voeding

afbeeldingMensen die vegetarisch eten krijgen als ze gevarieerd eten genoeg van alle voedingsstoffen binnen. Er zijn, net als in elke voedingswijze, echter wel enkele zaken waar je op moet letten. Om beginnende (en gevorderde) vegetariërs en vleesminderaars te helpen vind je bij “gezond eten” informatie hoe je zo gezond mogelijk kan eten.

Welvaartsziektes

afbeeldingVleesloos eten, met veel groente, fruit en volkorenproducten, is gezonder dan een voeding met veel rood en bewerkt vlees. Zo verminder je bijvoorbeeld het risico op hart- en vaatziektes. En er zijn aanwijzingen dat vegetariërs ook beter scoren op andere welvaartsziektes zoals diabetes, overgewicht en kanker, maar daarvoor is meer onderzoek nodig.
 

Dierziektes

afbeeldingVogelgriep, Q-koorts, BSE, Varkenspest, MKZ. De rij dierziektes groeit de afgelopen jaren gestaag. De kans op dierziektes neemt steeds meer toe, omdat er meer dieren zijn en deze meer op elkaar gepropt zitten. Een ziekte verspreidt zich makkelijker als er 25.000 dieren in een stal zitten dan als enkele dieren in een wei lopen. Minder vlees eten betekent dat er minder dieren nodig zijn en de kans op dierziektes dus ook minder is.