Aan tafel met Elle: Bibi Dumon Tak


Bibi Dumon Tak is een bekroond kinderboekenschrijfster van non-fictieboeken. Ook schreef ze boeken voor volwassenen, ze is bezig met een novelle en zet zich in voor het welzijn van dieren. In mijn ogen een echte krijger met een ongekende energie.

Op jonge leeftijd had je al een fascinatie voor de natuur. Waar kwam die vandaan?
Ik heb een wild brein. In groepen word ik erg onrustig. Als kind was ik soms niet te stuiten. Dus ging ik op zoek naar datgene wat rust gaf en die rust vond ik bij dieren.

Last van veel prikkels?
Nu zeggen ze prikkels, maar dat hele woord bestond vroeger niet. Ik raak nooit uitgeput. Dat is altijd mijn grote struikelblok, en daar moet ik iets tegenoverstellen.

Ging je Nederlands studeren omdat je schrijver wilde worden?
Nee, die ambitie had ik niet, omdat schrijvers zo hoog in aanzien stonden voor mij. Het begon met artikelen en interviews voor een tijdschrift over kinderboeken, dat vond ik heel leuk en heb ik steeds meer uitgebouwd. Iemand heeft me op een gegeven moment gewoon gepusht: nu ga je zelf een boek schrijven.

En daarmee won je meteen een Zilveren Griffel?
Ja. Jouw partner schrijft ook kinderboeken. Is dat toeval? We hebben elkaar ontmoet bij de uitgeverij. Hij had net een boek ingeleverd en ik had ook net een boek ingeleverd. Toen zei onze redacteur: dat gaan we dan even samen vieren. Wat een romantisch verhaal.

Is hij de eerste die jouw boeken leest?
O nee, ben je gek! Dat is mijn redacteur, en soms mijn beste vriend die ook schrijft. Het enige wat ik mijn man vraag is: wat vind je van de toon? Over die toon gesproken… Die is heel fris, heel direct, meeslepend, het maakt je meteen deelgenoot van de situatie.

Is dat jouw grootste kracht?
Dat weet ik niet, maar het is in elk geval fijn om te horen. Een leraar zei ooit: Bibi wil de hele tijd spreekbeurten houden. Ik was heel nieuwsgierig, en als ik dan iets bijzonders had onderzocht en ontdekt, wilde ik dat heel graag delen. Superirritant waarschijnlijk. Ik heb het gevoel dat je het kind in jezelf heel goed bewaakt hebt. Ja, dat denk ik wel. Per ongeluk hoor, want dat doe je ook niet expres. Van boeken over bijzondere dieren ben je naar de gewone dieren gegaan.

Ben je het gewone steeds meer gaan waarderen?
Tegenwoordig wordt kinderen geleerd dat ze heel bijzonder zijn, dat creëert volwassenen die zichzelf heel speciaal en belangrijk vinden. Vooral onze westerse wereld is erg ik-gericht, terwijl we allemaal maar gewone mensen zijn. Dat egocentrische maakt de wereld stuk. Is dat in de dierenwereld anders? Daar is het duidelijk wie welke rol heeft, maar de mens heeft dat evenwicht verstoord. Kijk naar de ganzen, waarom moeten die dieren worden afgeschoten? Wij hebben het systeem toch kapotgemaakt? Er groeit hier zoveel gras dat ganzen de zomer overblijven, terwijl ze eigenlijk terug zouden moeten naar het hoge noorden om te broeden. Wij faciliteren dat. En omdat ganzen met veel zijn, gaan mensen ze haten, dus worden ze een plaag genoemd. Dieren zijn geen plaag.

Soms wel toch, zoals met ratten, muizen, insecten?
Nee, het kan nooit een plaag worden als je de natuur zijn werk laat doen. Dat regelt de natuur zelf. Toen ik geconfronteerd werd met een rat in de tuin vond ik dat prima. Op een dag liepen er jonkies om haar heen. Ook prima. Er vliegen ook uilen rond en andere roofvogels. Het reguleert zichzelf. Op een dag kwam er een rat binnen. Die begon de boel te slopen en toen dacht ik: dit gaat te ver. Toch had ik respect voor hem. Hoe hij bij een schaal noten kwam bijvoorbeeld. Heel inventief. Als je dat gaat zien, kan je hem niet meer haten. Na een tijd hebben we hem gevangen en naar een plek gebracht waar hij ongestoord verder kon leven. Maar als je ze gaat voeren, ja, dan gaat het natuurlijk mis. Je hebt ook een boek geschreven tegen de jacht. Tegen de jacht en tegen de jagers die allemaal drogredenen verzinnen waarom de jacht goed zou zijn. Maar het is gewoon een excuus voor een hobby. In mijn boek maak ik gehakt van al die drogredenen. Maar de jagerslobby is zo sterk, jagers zitten in de politiek en bij de media, in de rechtspraak.

Als je het over plagen hebt… Kun je daar een voorbeeld van geven?
Een tijd geleden schreef de NOS dat een wolf een mens had aangevallen. Maar het was andersom: die wolf werd aangevallen door een boer met een riek, en verdedigde zich. Twee uur later, toen de wolf allang geen bedreiging meer was, werd de wolf gedood. De NOS koos in haar bewoordingen de kant van de boer en nu zegt iedereen: de wolf is gevaarlijk.

Wat kunnen we doen om het evenwicht in de natuur te herstellen?
Natuurliefhebbers luisteren graag, dat zijn geen schreeuwers. De brutalen hebben de halve wereld, zeggen ze, maar in feite bezitten ze haar bijna helemaal. We zouden wat harder terug moeten schreeuwen. Ik doe dat met mijn pen. Ik strijd voor dierenwelzijn en ga niet in kleermakerszit op de hei zitten om zogenaamd één te worden met de natuur.

Wat hebben de dieren daaraan?
Meer bewustzijn en zelfontwikkeling brengen toch ook positieve dingen? Yogi’s zijn veelal op zichzelf gericht. Kom van die matjes af, denk ik dan, en schreeuw! Ik heb moeite met dat soort zelfontplooiing. Je ontplooit jezelf door naar anderen te kijken, door naar buiten te gaan, kranten te lezen, je te verdiepen.

Je bent van de stad naar het platteland verhuisd, heeft je dat bewuster gemaakt van wat er misgaat in de natuur?
Ja. Ik zie wat er gebeurt. De hoeveelheid mest die er wordt uitgereden over het land maakt dat het bodemleven kapotgaat. Weidevogels verdwijnen. En de boeren die steeds vroeger maaien! Ik ben er weleens op afgestapt, met knetterende ruzie als gevolg. Kijk, een haas rent niet weg voor een maaier, die drukt zich om niet gezien te worden door roofvogels. Hun geur verdwijnt zodat ze ook niet meer gevonden worden voor vossen, maar zo’n maaimachine gaat er, rats, overheen. Dat vind ik verschrikkelijk. Dus je bent een activist geworden nadat je naar het platteland bent verhuisd. Dat klopt. Stedelingen zijn gewend om de parkjes, pleinen, banken, de stoep te delen. Alles is van iedereen, dus mensen zijn daar veel socialer. Het plattenland is gigantisch groot, maar ik kan nergens heen om de hond uit te laten, om te gaan wandelen of te picknicken. Je kan er alleen naar kijken. Dat had ik nooit verwacht. Het enige terrein waar ik mag komen zijn de smalle weggetjes waar auto’s met tachtig langs je heen razen, en waar veel dieren worden doodgereden. Ik bedoel, er is geen stoep. Dus zal ik blijven schrijven, aardig als het kan, scherp als het moet.