De Ontplofte Kip - een interview met Dirk-Jan Verdonk

 

Intro

Dit artikel is onderdeel van ons dossier over wereldvoedselverdeling. 
De kern van dit dossier:

De wereldbevolking kan gevoed worden middels vegetarische en vooral plantaardige voeding. Vleesconsumptie is niet nodig voor het volgen van een gezond voedingspatroon - zelfs ongewenst, want vlees is een inefficiënte manier van voeden.
Er gaat namelijk maar liefst 1/3e van het wereldwijd geproduceerde graan naar het voeren van vee dat op zijn beurt weer bestemd is voor vleesproducten. De hoeveelheid vlees die je van dat graan terugkrijgt, is slechts een gemiddelde 10%. 

Verlagen van de vleesconsumptie en de transitie naar een meer plantaardige voedingswijze is een verantwoordelijkheid van ons allemaal: consumenten, bedrijven, organisaties in de zorg- en voedingssector, ngo's en ook van de overheid. 

Heb je een vraag of suggestie over de inhoud, wil je samenwerken of heb je andere feedback? Mail dan naar servicedesk@vegetariers.nl
 
Welke marketingcampagne heeft de wereld het meest veranderd? Veel mensen zullen denken aan campagnes als de introductie van de iPhone door Steve Jobs of misschien het succes van Ikea. Maar een goede kanshebber op deze titel is de marketingcampagne die de vleeskip op ons menu bracht. Onze vaste rubriekschrijver Dirk-Jan Verdonk, algemeen directeur van Animal Protection Netherlands, deed onderzoek naar de geschiedenis van de vleeskip en stuitte op een fenomeen van ongekende omvang. Hij beschrijft het in zijn boek De ontplofte kip. De paradoxale geschiedenis van het meest gegeten dier. Genoeg aanleiding voor een uitgebreid gesprek, beginnend met een fragment uit het boek.



Door Floris de Graad, directeur Vegetariërsbond 
Datum publicatie: 5-12-23 
Leestijd: 7 mins

 

 
‘Stel dat archeologen over duizenden jaren in aardlagen op zoek zijn naar sporen van het verleden. Waaraan herkennen zij dan deze tijd? Eind 2018 gaf een team van wetenschappers daarop een opmerkelijk antwoord: de vleeskip. Wat archeologen in de toekomst waarschijnlijk zullen aantreffen in de geologische laag van het tijdperk waarin we leven, zo stelden zij, is een wijdverspreide en karakteristieke aanwezigheid van fossiele resten van vleeskippen. Die resten onderscheiden dit tijdperk, het antropoceen, van het vorige, het holoceen.

Het vormt een scherp contrast met hoe de meeste mensen over deze tijd nadenken. In de stortvloed aan boeken en studies die de eigentijdse geschiedenis duiden kom je geen vleeskip tegen. Laat dit op je inwerken: we leven in een tijd die tot in lengte van millennia gedefinieerd zal worden door de vleeskip, maar historici, economen, politicologen en andere commentatoren hebben er geen aandacht voor, kijken eroverheen of negeren het.

Een mensenleven geleden bestond de vleeskip nog niet. Nu is het de talrijkste vogel op aarde. Jaarlijks leven en sterven er zo’n zeventig miljard vleeskippen. Per dag worden tegenwoordig meer kippen geslacht dan een eeuw geleden in een heel jaar. (…) Daarmee is het verreweg het meest gegeten (gewervelde) dier. De massa van alle vleeskippen bij elkaar opgeteld is groter dan van alle wilde vogels bij elkaar, van kolibries tot struisvogels en alle vogels behorende tot de tienduizend vogelsoorten daartussenin.’

Teken de petitie: kalf bij koe voor kalfvriendererlijke melk

Wat is voor jou de belangrijkste eyeopener geweest?

Het feit dat de dalende prijs van kip na de Tweede Wereldoorlog nauwelijks effect had op de kipconsumptie in Amerika, de geboorteplek van de industriële vleeskippenproductie. Niet prijs was doorslaggevend, maar eetcultuur. Kip was iets dat je hooguit op zondag at. Het eten van kip was niet ‘mannelijk’ zoals het eten van biefstuk. Kip werd niet als echt vlees gezien, terwijl huisvrouwen werd ingeprent dat mannen elke dag vlees wensten.

Om dat culturele patroon te doorbreken moest kip een nieuwe status krijgen. Kip moest vlees worden. In Nederland krijgt dat in de jaren 1970 uitdrukking in de reclameslogan ‘kip, het meest veelzijdige stukje vlees’. Interessant genoeg wist men hierbij een zwakte om te zetten in een kracht. De nieuwe vleeskip groeide namelijk zo snel dat het lichaam onvoldoende tijd krijgt om smaak op te doen. Het regende in de jaren 1960 klachten dat de kip nergens meer naar smaakte. Er werd zelfs geopperd dat er kippenaroma aan de kip moest worden toegevoegd. Maar die smakeloosheid betekende ook dat je kip overal in kon stoppen. De industrie heeft dat uiterst slim uitgebuit.
 

Maar waarom kon juist de vleeskip zo’n doorslaand succes worden? Er zijn ongetwijfeld ook slimme marketeers met rund- en varkensvlees aan de slag gegaan.

Kippenvlees had het tij mee. In de jaren zestig worden hart- en vaatziekten volksgezondheidsvijand nummer één. Vet eten krijgt daarvan de schuld. De oplossing heet ‘mager’ en ‘light’. Kipfilet bevat weinig vet en was dus het perfecte magere vlees. Marketeers wisten kip een ijzersterk imago van gezond mee te geven.
De werkelijkheid is natuurlijk heel anders, aan de productie van kippenvlees kleven grote gezondheidsproblemen, van salmonella tot resistente bacteriën en het vooruitzicht van een pandemie veroorzaakt door vogelgriep. Bovendien zijn andere onderdelen van de kip helemaal niet zo mager en die worden óók verkocht. De fastfoodindustrie die voor een belangrijk deel op kip drijft, is er mede schuldig aan dat er momenteel een enorm obesitasprobleem is.
 
Zodra het culturele patroon van één keer per week kip was doorbroken, werkte de prijs sterk mee in de populariteit van kippenvlees. Kippen kunnen voer veel efficiënter omzetten dan runderen en varkens. En voerkosten zijn verreweg de belangrijkste post in de productiekosten. Dankzij een industrie die steeds massaler en efficiënter ging produceren, werd kip dus ook heel goedkoop. Die efficiënte omzetting van voer in vlees wordt tegenwoordig gebruikt als argument om te betogen dat kip duurzaam zou zijn. Maar net als bij dat gezondheidsverhaal: als je er beter naar kijkt blijkt dat ook een mythe te zijn.
Tot slot zijn er wereldwijd geen belangrijke religieuze taboes op het eten van kip, in tegenstelling tot rund en varken. Ook dat maakt kip tot een makkelijke keuze, bijvoorbeeld voor cateringbedrijven.
 

Is door het onderzoek en het schrijven van het boek de kip meer voor je gaan leven?

De paradox is dat de vleeskip de talrijkste vogel op aarde is, maar volledig anoniem door het leven gaat. De consument ziet nooit een levende vleeskip. Ik denk dat deze anonimiteit ook een voorwaarde voor het succes van de vleeskip is. Mensen worden er niet graag aan herinnerd dat hun eten een dier was. Ik heb een aantal vleeskippenstallen bezocht. Zeker als ze hun slachtleeftijd naderen, stap je in een groot deinend tapijt van kippen. Het individuele dier lost als het ware op. Zelfs als je je focust en één specifiek dier probeert te volgen, hoef je maar even afgeleid te zijn en je bent het dier uit het oog verloren. De kip is een inwisselbaar product geworden. Ik heb elders geredde vleeskippen kunnen zien. Dan worden het weer individuen. Kippen zijn overigens ook verbazend intelligent.
 

Wat zegt onze omgang met dit dier over onszelf?

De vleeskip is een ultiem symbool van de huidige globalisering waarin alles om efficiency en maximale winst draait. De industrie wordt ‘niet-grondgebonden landbouw’ genoemd, omdat je overal een kippenfokkerij zonder directe relatie met de omgeving kunt neerzetten. Maar in werkelijkheid is dat natuurlijk een illusie. De kip heeft wel degelijk een relatie met de grond, alleen ligt die grond kilometers ver weg, in een ander werelddeel waar we soja en mais vandaan halen om de dieren te voeren, ten koste van de natuur daar.
Voor 1 kilo kippenvlees is ongeveer 600 gram soja nodig. Maar een kip eet meer dan alleen soja, ook granen bijvoorbeeld. Als je er rekening mee houdt dat een kip niet alleen uit vlees bestaat en dat ook de ouderdieren moeten eten, kom je op een kleine drie kilo voer voor één kilo kippenvlees uit.
Dat ik dit nu voorreken is eigenlijk heel raar en toont precies aan wat er mis is met de vleeskip: we doen alsof het een economisch object is, maar in werkelijkheid is het een individu met waarde voor en in zichzelf.
 

Is er een uitweg uit deze situatie denkbaar?

Het land dat gebruikt wordt om kippenvoer op te verbouwen, kan ook gebruikt worden om direct voor mensen voedsel te verbouwen. Dieren concurreren zo met de mens om voedsel. Beter is het als we de competitie uit het systeem halen. De huidige klimaat- en biodiversiteitscrisis dwingt ons hier eigenlijk ook toe. Voeding zorgt voor 25% van de CO2-emissie. Als we naar kringlooplandbouw toe gaan, kunnen we veel duurzamer produceren. Wanneer we optimaal landgebruik als uitgangspunt nemen, daalt de consumptie van vlees en eieren sterk. Het volume dierlijke productie wordt dan namelijk begrensd door de hoeveelheid rest- en afvalstromen van de plantaardige productie voor mensen. Met die rest- en afvalstromen kun je nog steeds ook kippen voeren, maar dat kun je dan beter aan leghennen doen, omdat de eieren ons meer opleveren dan het vlees van de vleeskip. De vleeskip, zogenaamd duurzaam, verdwijnt in dit duurzame model van het toneel.
 

Denk je dat dit op korte termijn te realiseren valt?

Er spelen natuurlijk grote belangen mee van bedrijven en overheden die hun positie niet zomaar zullen opgeven. Bovendien zijn consumenten inmiddels aan kip verslaafd geraakt. Echte systeemverandering is daarom uiterst lastig. Maar op enig moment zal de wal het schip keren.
Lees het boek De Ontplofte Kip over de paradoxale geschiedenis van het meest gegeten dier


Je noemt in je boek ook kweekvlees als mogelijke weg die leidt naar het einde van het vleeskippentijdperk.

De term kweekvlees vormt een goede aanleiding om een scherp onderscheid te maken tussen ‘slachtvlees’ en ‘kweekvlees’. Door het gebruik van de term kweekvlees wordt ineens duidelijk dat het andere vlees van de slacht afkomstig is. Kweekvlees verandert het systeem niet wezenlijk, maar het heeft wel grote voordelen. Er is veel minder land, water en pesticiden voor nodig. En, wat mij betreft het belangrijkst, het spaart massaal dierenleed uit. Maar het kost nog steeds heel veel energie om kweekvlees te maken, terwijl er goede plantaardige alternatieven bestaan die nog een stuk duurzamer zijn. Precisiefermentatie belooft bovendien nog veel meer milieuwinst. Kweekvlees kan een belangrijk middel zijn om de verslaving aan slachtvlees om te buigen, maar ik denk niet dat het de ultieme oplossing is.
 

Het is dus niet ondenkbaar dat het tijdperk van de vleeskip een bizarre maar korte periode in de wereldgeschiedenis vormt?

Inderdaad. Ik hoop dat het boek helpt de discussie op gang te brengen en de mythes rond kip door te prikken.
 

Over het boek De Ontplofde Kip en Dirk-Jan Verdonk

Waaraan herkennen archeologen over duizenden jaren de aardlaag van onze tijd? Het ongemakkelijke antwoord: de fossiele resten van de vleeskip. Binnen één mensenleven is de moderne vleeskip uitgegroeid tot het meest gegeten dier. Reclames doen voorkomen dat kip veelzijdig en gezond is, maar de geschiedenis geeft een heel ander beeld: de snel gestegen productie en consumptie van kippenvlees trekt een zware wissel op de gezondheid van mens, dier en milieu.
De Ontplofte Kip toont de lezer hoe het kon gebeuren dat tegenwoordig 70 miljard vleeskippen industrieel worden verwerkt en hoe dat de wereld heeft veranderd.

Dirk-Jan Verdonk is historicus en dierenbeschermer. Zijn boek Het Dierloze Gerecht (2009) werd bekroond met de Erasmus studieprijs. Verdonk is ook auteur van de boeken Dierenrechten (2016) en Dierloos (2019). Hij is directeur van World Animal Protection Nederland als ook al jarenlang de vaste columnist voor de Vegetarërsbond.